maandag 18 juni 2012

Hey, there´s a monkey sitting on your head



                                              

Dat moet volgens mij zowat het eerste geweest wat mijn mond uit kwam toen ik mijn gloednieuwe project binnen wandelde. We arriveerden net tijdens de lunch, en het eerste wat ons in het oog sprong, was een meisje dat doodleuk aan tafel zat met een klein aapje boven op haar hoofd. Waw. Ik was er helemaal van onder de indruk, het meisje keek me aan alsof ik gek was dat ik zoiets nog nooit eerder gezien had. Whatever, dit zou een goede week worden. En dat werd het ook - ondanks dat het natuurlijk ook weer op een verkeerde voet begonnen was.

Die maandagmorgen moest ik rond vijf uur - half zes de deur uit, dus kwam ik zondagavond weer op hetzelfde fantastische idee als altijd om mezelf wakker te houden. Wat tot dusver al iedere keer mislukt is, dus ik had moeten weten dat ik in slaap zou vallen. Gelukkig is ook mijn gastmoeder hier nu al op de hoogte van mijn gave om me iedere dag opnieuw te overslapen, dus stond die om kwart voor vijf naast mijn bed te roepen dat ik er uit moest komen. Tegenwoordig neemt ze de moeite al niet meer om op de deur te kloppen, maar schreeuwt ze in mijn oor en schudt me door elkaar - wat ik ook wel nodig heb. Dus ik het bed uit, en naar de bushalte gerend. Waar de eerste bus natuurlijk gewoon voorbij reed omdat er zo veel mensen op zaten - moest ik me niet in Centraal-Amerika begeven zou ik daar gestressd door raken, maar hier nemen we het leven rustig aan. Dus wachtte ik op de volgende bus, waar ik vervolgens natuurlijk in in slaap viel, gelukkig maakte m´n buurman me wakker aan de eindhalte. Taxi in, en vijf minuten voor vertrek kwam ik aan de bus richting Limón aan - snel een ticketje gescoord, en klaar voor vertrek. Daar leerde ik ook al meteen een Frans meisje kennen die op weg was naar hetzelfde project, dus dat was ook al een hele hulp, aangezien zij alles precies wel al helemaal geregeld had, en veel meer op de hoogte was van alles. Helaas kon ik niet naast d´r zitten in de bus - maar werd ik naast een reusachtig dik mens gepropt. Op de invalideplek dan wel, dus ik dacht wat extra plaats te hebben... Nee dus, dat mens haar achterwerk kwam netjes onder de stoelleuning heen om me flink in de zij te duwen. Heerlijk ritje - gelukkig slaap ik overal doorheen.

En zo kwamen we aan in Limón, van waar we de bus richting Moín moesten nemen, maar wel eerst anderhalf uur moesten wachten. En dat wil je niet doen in een stad als Limón. Ik wist nog bijna nergens van, maar Adélie was goed geïnformeerd, en vertelde me dat Limón en Moín werkelijk de gevaarlijkste steden van Costa Rica zijn. Dat begon dus al goed, en de school waarschuwt je ook helemaal nergens voor. Bleek er in de steden een grote gang te zijn, waarvan alle leden tattoo´s in hun gezicht hebben. Waar je absoluut niet naar mag kijken, of dat was het laatste wat je ooit gezien hebt. Ze plaatsen zelfs tranen onder hun ogen - een traan voor iedere keer dat ze iemand vermoorden. Brr. Het is dan ook in Moín dat een paar maanden geleden de vrijwilligers overvallen zijn, geweren op hun gericht kregen, werden vastgebonden, bestolen werden van de schildpaddeneitjes en uren op het strand op hulp lagen te wachten. En dat was dan het project waar ik heen ging, heerlijk.

Maar je merkte al snel dat iedereen op de hoogte was van de gevaren van de stad - een mannetje kwam ons de hele tijd helpen in verband met de busuren zodat we niet te lang alleen zouden moeten staan, en toen we buiten razendsnel omgeven werden door allerlei mannen, doemde ook de politie fijn naast ons op. Dus dat zat wel snor.

Ook in het project werd ons meteen verboden alleen het terrein te verlaten, alleen over straat te lopen, en zeker niet alleen naar het strand aan de andere kant van de straat te gaan. Heb ik dus ook maar fijn niet gedaan. Maar behalve dat, was de eerste indruk fantastisch. Overweldigend, maar heerlijk. Er liepen twee schattige babyaapjes rond (of beter gezegd: brachten hun dag op iemands hoofd door), die zelfs ieniemienie luiertjes droegen. Ik had nog nooit zoiets gezien. Na de lunch kregen we dan ook een rondleiding langs de dieren, die Xavier ons gaf - een Belg, die nu al vijf maanden in dat project doorbrengt. Hij was er zo´n twee maand geweest eind vorig jaar, was dan naar Canada gevlogen, had daar in geen tijd zijn geld er door gejaagd, en is na een maand weer terug gekeerd naar Moín. Dus nu speelt hij de ´baas´ over het project, houdt zich bezig met de rottigste klusjes, in ruil voor kost en inwoning. En geeft onwetende nieuwkomertjes rondleidingen dus. Het project zag er ietwat anders uit dan ik verwacht had, maar dat maakte het zeker niet minder interessant. En ieder dier had z´n eigen verleden - zo had je het oudste babyaapje, Yanik, wiens ouders vermoord waren door een hond. De jongste, Kathrin, hebben Vanessa en haar ouders, die het centrum opgebouwd hebben, gekocht van een paar kinderen die haar op de markt probeerden te verkopen, en toeristen foto´s er mee lieten nemen in ruil voor geld. Dan waren er nog drie slingerapen, waarbij we als meisjes nooit de kooi in mochten. Eentje er van werd namelijk jarenlang door een vrouw mishandeld, dus die bijt nu iedere vrouw die in de buurt komt. Zelfs mannen, om eerlijk te zijn, alleen Gauthier leek er een speciale band mee te hebben - hij was de enige die ze te eten kon geven. Toen hij dan ook weg ging, moet de arme Xavier met reusachtig dikke handschoenen de woede van de apen trotseren. Eentje van de drie bewoog helemaal nooit, zat gewoon op een tak. Die heeft in het verleden bij een drugsdealer gewoond, en heeft, zoals Xavier het zo mooi uitdrukte, ´heel veel cocaïne, andere drugs en alcohol geprobeerd´. Arm beestje, nu is het zo depressief als iets.

Dan had je nog Simone en Wim, waarvan ik de geschiedenis vergeten ben. De papegaaien konden allemaal niet vliegen, maar praatten dan wel weer genoeg om dat goed te maken. Telkens wanneer ik door het park liep hoorde ik ´Venga, venga´ roepen, en ik steeds maar rond me kijken om te zoeken wie me nodig had... Slimme beesten. Verder hebben we nog Bambi, welk dier dat is spreekt voor zich lijkt me. Niemand weet wat er met hem gebeurd is, maar het arme dier heeft een reusachtig litteken over de hele lengte van d´r pootje. Er zijn uilen met evenwichtsproblemen, en dan vooral ook nog een héleboel luiaards. Zelfs in het huis van Vanessa en haar ouders zijn luiaards ondergebracht, alsook een hele kleine lelijke babytoekan, een klein veerloos roze monster met een gigantische snavel. In de vlindertuin worden zeldzame vlinders gehouden, alsook twee schildpadden en een eend, Kwek Kwek, die zijn vleugel verloren heeft, en dan heb je nog Itchy en Neela, waarvan ik geen idee heb wat het zijn. En Carlyn - hetzelfde probleem. Maar Carlyn is momenteel ook spoorloos - Saskia, die eigenlijk helemaal niet met de dieren hoort te werken maar met de schildpadden ´s nachts, nam haar een keertje mee naar de vlindertuin, en toen ze haar terug probeerde te vangen, beet het haar telkens. Dus kwam ze naar ons om hulp in te schakelen, en toen we terug bij de vlindertuin kwamen, was er geen Carlyn meer te bespeuren. Er zat een gat in de omheining, dus we hopen stellig dat ze daar door gevlucht, en niet door de twee uilen opgegeten is. Arme Saskia mocht dit uitleggen aan Vanessa, die gelukkig niet erg boos was. Saskia is voor de rest van de middag ook verdwenen uit schaamte, en Carlyn hebben we nooit meer terug gezien. Naast haar naam op het takenbord stond nu mooi ´WANTED´ geschreven.

´s Nachts werd het park dan ook nog eens geplaagd door luide kikkers, krekels en een heleboel krabben. De eerste nacht betrapten we twee seksende kikkers, ook nog niet vaak gezien. En verder een berg wasberen natuurlijk. Die alles pikten - usb-sticks, eten, camera´s... Er zouden hopen wasberen in het park rondlopen, en hoewel ik iedere nacht op de uitkijk heb gestaan, heb ik er geen een gezien. Arme ik.

Die eerste maandag heeft het de hele dag geregend als een gek, dus even waren we bang dat dit de hele week zo zou blijven. Da´s best balen, als je zo´n groot zwembad voor je ziet, maar het zo hard regent, dat je het gewoon niet op kunt brengen door die nattigheid naar de andere nattigheid te wandelen. Dus waren we gedoemd in de eetzaal te blijven, of nog maar een dutje te doen in de kamer. Die ook ontzettend mooi ingericht was, met een grote geboetseerde boom, met een wasbeer er op. En we kregen klamboes en lakens - had ik dus voor niks een deken van mijn gastfamilie meegepikt. Ook de badkamers zagen er prachtig uit, met schildpadden en vogels als knoppen van de kraan, en een heus watervalletje in plaats van een kraan. En ook de deurklink van de vlindertuin was een grote vlinder, dus er was duidelijk wel werk in het park gestoken.

´s Avonds hielden we het niet maar uit van de verveling, dus hebben we toch de storm maar getrotseerd, en zijn naar de ´bar´ gegaan. We zaten echt in de middle of nowhere - geen winkels, geen mensen, zo goed als geen huizen in de buurt. Maar we hadden een buurman, en die had een lange tafel in z´n tuintje staan, en verkocht ons met alle plezier een paar drankjes ´s avonds.Dus trokken we met de hele buts naar daar - en aangezien we met veel meer vrijwilligers waren dan ik verwacht had, trokken we er nog een lange tafel bij. Er zaten een heleboel Belgen die ik nog van San José kende in het project, een stel Amerikanen die het schildpaddenproject op zich genomen hadden, een paar Duitse meisjes, een aantal Fransen... Er was zelfs een vrouw die haar dochter van vijftien meegenomen had. Iedereen stikjaloers dat ze zo jong deze kans kreeg, en dat kind maar mopperen. Ze heeft iedereen echt hoorndol gemaakt, ze bleef maar klagen. Geen warm water, ´s nachts werken, geen vrienden, geen lekker eten... Iedereen deed z´n best met haar te praten, maar zij sloot zichzelf de hele dag op in d´r kamer, en katte haar moeder af dat het geen naam had. Die zich ook volledig liet doen door het kind, en nu zelfs een pak geld gaat betalen om haar terug naar huis te sturen. Waw. Maar over het algemeen had ik geluk met de vrijwilligers rond me - alleen stonden we op het einde van de week allemaal in een rij om Adélie met veel plezier de nek om te draaien. Op de een of andere manier had die zichzelf vanaf het moment waarop ze het centrum binnen wandelde, tot moeder uitgeroepen. Dus moesten wij de hele week dingen aanhoren als: ´Don´t throw your food away. Don´t smile. Don´t be mad, you have the chance to be here in Costa Rica. Cut the food in little pieces. You´re doing it wrong. Don´t eat, get the monkeys first. Don´t go in the sun with the monkeys. Put on some sunblock. Don´t stand by the street, there´s a car. Don´t, don´t, don´t.´ We werden er allemaal gek van, liepen op onze tenen om haar heen, en zij snapte er helemaal niks van wanneer Pauline en ik iedere keer weer ´Fuck mom!´ riepen en in een deuk lagen. Blij dat ik een bus later genomen had naar de stad, en niet ook nog eens een hele busrit met haar moest doorbrengen als afsluitertje van de week.

Het eten was trouwens ook voortreffelijk - ik verwachtte rijst en bonen bij iedere maaltijd, wat het ook wel was, maar steeds met iets extra´s er bij, dus we hadden niet te klagen. We kregen rijst met een heerlijk sausje, we kregen spaghetti, pannenkoeken als ontbijt, zelfs een avond nacho´s met alles er op en er aan: kaas, gehakt, bonen, tomaten, uit... Heerlijk! Alleen de toast bij het ontbijt was altijd iets te lang geleden getoast...

Om zeven uur ´s avonds, na het eten, werden de taken verdeeld. Vanessa en haar ouders voerden echt niet veel uit in het park - wij beslisten welke taken we op ons namen, wij verzorgden het hele park, zij werden zelfs zo goed als nooit gezien. Wat natuurlijk voor een hele hoop onenigheden zorgde. Dit systeem was vorig jaar blijkbaar ook helemaal anders, maar hoewel het misschien niet helemaal eerlijk verloopt, kan ik er werkelijk niet over klagen. Want zo kreeg ik wel het gevoel dat ik echt deel van het project uitmaakte, dat ik er werkelijk toe deed. En natuurlijk stond ik te springen om als eerste taak op een babyaapje te passen, dus kreeg ik Kathrin toegewezen. Alleen had ik er niet bij nagedacht dat dat natuurlijk ook inhield dat je luiers van apen moet verversen, en da´s toch het leukste nog niet. Zeker niet aangezien die beesten werkelijk vol apenstreken zitten, en telkens beginnen te plassen en kakken wanneer je ze net van hun luier bevrijd hebt. Maar dat neem je er dan maar bij, het was het helemaal waard om ondergepist te worden. Hun kleine smakkende mondjes wanneer je ze hun melkje gaf, het zachte gebijt in je vinger als ze honger kregen, hun verlangende blik naar de worteltjes en sperziebonen... Als ze je lief vonden gaven ze kusjes, een soort likjes in je oog. En ergens was het verschonen ook wel een avontuur - hoe gek is het niet om een gaatje in een luier te moeten knippen voor de staart van het beest? Ik kan niet klagen, zelfs als ze helemaal onder de kak zaten na een nachtje in hun kooi, en je ze moest wassen terwijl ze er alles aan deden je te krabben, te bijten, en krijsten als een varken dat gemarteld wordt, vond ik het nog steeds leuk. Wie kan zeggen dat hij aapjes gewassen heeft met babyshampoo?

Kathrin was trouwens een schatje. Ze zat de hele dag op m´n hoofd - da´s ook hoe je de aapjes doorgeeft, als je ze beu bent, houd je je hoofd tegen dat van iemand anders, en hup, daar gaat het beestje, ze hadden hun eigen apentransport - en was ongelooflijk rustig. We hebben samen in de hangmat gelegen, ik kon m´n boek lezen terwijl zij rustte en met m´n haar speelde, we hebben het park door gewandeld, ik heb ze gevoerd en melk gegeven... Alleen als ik in slaap dreigde te vallen werd het kleine meisje lastig en begon ze over mijn hoofd heen en weer te wandelen, ze had toch wel wat aandacht nodig. En zodra ze begon te stinken, knipte ik een gaatje in een nieuwe luier, en verschoonde het diertje - je wilt echt geen aap met een zware pamper op je hoofd hebben zitten, zeker niet als het gaatje dan uit begint te rekken, en je langzaam iets warms naar beneden voelt komen... Om zes uur aten we, en stopten we de aapjes even in een klein kooitje, van waaruit ze uiteraard de hele buurt bij elkaar krijsten - het waren niet voor niks brulapen. En het mooiste moment is dan natuurlijk wanneer je ze er weer uit mag laten, je hun scherpe nagels en tandjes moet ontwijken wanneer je het deurtje wilt opendoen, en dan door twee aapjes besprongen wordt, die zichzelf ondanks de pampers helemaal ondergekakt hebben door de stress van de kleine kamer.

Vlak voor ze om zeven uur naar bed moesten, verschoonden we ze een laatste keer in het huis van Vanessa, waar de beestjes sliepen. Ik had het idee dat Vanessa´s moeder de vrijwilligers niet zo spectaculair vond - ze  bleef maar Engels tegen me praten, hoewel ik in het Spaans bleef antwoorden, riep op iedereen, had commentaar op alles, en lachte nooit. Maar ook dat verbeterde uiteindelijk - toen ik op een morgen de babyaapjes uit het huis kwam halen, vroeg ze me heel enthousiast of ik de groep apen buiten gezien had. Welke apen - het stikt hier van die beesten. Dus nam ze me mee naar buiten, en bleken er werkelijk een heleboel apen naar het park gekomen te zijn. Ze legde me helemaal uit welke aap het alfamannetje was - wat meteen verduidelijkt werd door een hele hoop gebruld - en zijn vrouwtjes. Er slingerden een aantal white faced monkeys en een grote groep brulapen aan de bomen - de twee alfamannetjes luid naar elkaar brullend. Niet dat aap twee iets tegen een brulaap kon beginnen natuurlijk, maar toch. Simone en Wim zijn allebei white faced cappuchins, dus die zag je verbaasd en helemaal onder de indruk hun kooi uit staren, en de apen nadoen. Toen we Simone later uit haar kooi lieten, kwam een van de groep apen steeds dichter en dichter, om kennis te maken. Echt grappig om het verschil tussen de ´wilde´ apen en de apen van het centrum te zien.  Hetzelfde met Kathrin en Yanik, die immers ook brulaapjes zijn. Kathrin was nog maar vier weken in het centrum, dus herinnerde zich duidelijk nog perfect het gebrul van haar ouders, en keek dan ook met ogen als schoteltjes naar het tafereel voor ons. Yanik daarentegen, drukte zich nog wat dichter tegen Vanessa´s moeder aan, en hoe vaak zij zijn hoofdje ook omdraaide, hij moest niets van die andere grote apen weten. Even leek het op een gevecht uit te draaien toen de twee alfa´s gevaarlijk dicht bij mekaar in de buurt kwamen, maar gelukkig kwam het er niet van. Wel was het een heerlijke ervaring ook deze apen zo dicht langs je te zien schieten, sommige moeders zelfs met een baby´tje op de rug, net zoals Kathrin op mijn nek zat. Jammer dat ze deze onbekende babyaapjes hoogstwaarschijnlijk nooit in de groep zullen kunnen opnemen, Kathrin heeft de hele dag met gespitste oortjes naar het gebrul geluisterd...

Ik vraag me echt af hoe vaak ze dieren vrijlaten. Volgens Xavier kunnen Simone en Wim het aan binnenkort weer vrij te mogen leven, maar hoe lang Vanessa ze nog zal houden is niemand duidelijk. Volgens mij laat ze niet zo veel dieren vrij - sommige beesten zitten d´r echt al jaren. En als je ziet hoe verliefd ze op een groot aantal dieren is, zie ik ze die echt de wildernis niet in sturen. Volgens mij kunnen de meesten dat ook helemaal niet aan - ze krijgen hun eten allemaal netjes voorgeschoteld zonder er moeite voor te moeten doen, zijn mensen in de nabije omgeving gewend, worden vertroeteld, en dragen zelfs pampers... Dat kom je in de woeste jungle ook niet direct tegen. Ik heb maar van één vrijlating gehoord - die van een luiaard, en die is ook niet helemaal goed afgelopen. Op dat moment was hun hond namelijk na drie weken spoorloos te zijn terug komen opdagen, helemaal uitgehongerd. En de lieve dierenvrienden - Vanessa´s vader noemden we op het laatst echt een beul, waar de honden normaal heerlijk vrij rond renden, sloot hij ze telkens in een klein hok op, en ook was hij de enige die zich zo vaak kwaad op ons maakte - besloten hem te straffen door hem geen eten te geven. Heel verstandig om dan op dat moment een luiaard in een boom te zetten en de wijde wereld in te sturen. De arme hond hebben ze vervolgens in de auto gezet, ze zijn drie uur ver gereden, en hebben hem ook in het bos gedumpt. Arm ding.

Woensdags heb ik voor het eerst geholpen het eten voor de dieren klaar te maken. Natuurlijk werd ik meteen aangevallen door Simone toen ik het eten in haar kooi zette, hechtte ze zich vast in m´n haar en weigerde er terug uit te komen. Ze trok met al haar kracht aan de kralen die in mijn haar zaten, en ook haar tanden lieten mijn haar niet meer los. Fijn beest - en dan was het Wim die zogezegd beet. Met Simone hebben we echt de meeste problemen gehad. Toen ik haar en Wim twee dagen samen met Pauline meenam naar de vlindertuin, was ze ook al niet te houden, sprong ze op en af je, pikte m´n camera, probeerde de camera op te eten, stal de melkflesjes van Yanik en Kathrin en vluchtte er bomen mee in, ze beet ons wanneer we haar van ons af trokken, en kon zelfs de deur naar buiten openen, waardoor we nog een hele zoekactie in gang hebben mogen zetten - oftewel Xavier ingeschakeld hebben. Echt, dat beest is een klein duiveltje. En de zogezegd bijtende Wim gedroeg zich als een engeltje. Behalve toen die op m´n laatste dag flink in mijn schouder beet dan, maar dat nemen we er maar bij.

Ook toen ik het eten voor Kwek Kwek neerzette, waarbij ik het brugje af moest klauteren zodat de eend er bij kon, ben ik lekker uitgegleden in de modder en flink op m´n bek gegaan. Maar zo heb ik dan wel weer ontdekt dat er daar twee schildpadden rond wandelen die Kwek Kweks eten opeten, dus zijn we maar begonnen extra eten voor die beestjes neer te zetten. Ook wou ik zonder er bij na te denken de slingerapen hun eten gaan brengen - gelukkig stond Xavier naast me om me te waarschuwen dat dat niet zo´n slim idee was als ik niet door twee apen aangevallen wou worden. Oeps. Maar behalve deze misverstandjes was het best leuk om groenten en fruit te snijden voor de dieren, en een rondje door het park te maken om iedereen van zijn ontbijt of lunch te voorzien, dus heb ik deze taak ook iedere dag met evenveel enthousiasme op me genomen. Dat, babysitten, en de vlindertuin met Wim en Simone - dat waren m´n vaste taken. Liever dat dan de hondendrollen uit de ´eetzaal´ opvegen.

Woensdag was meteen ook de eerste dag dat het niet regende, dus na het ondertussen gebruikelijke dutje in de hangmat, heb ik een flinke duik het water in genomen. Heerlijk. En de rest van de week bleef de regen ook grotendeels weg, dus heb ik een flink groot deel van mijn werktijd in of aan het zwembad doorgebracht, en heb best een aardig kleurtje gekregen. Ook flink verbrand natuurlijk - maar ik heb tenminste in de zon kunnen liggen tijdens het werk! Samen met mijn baby´tjes natuurlijk. Vooral Yanik was gek van de zon, en krulde zich heerlijk op mijn handdoek op. Als hij het te warm had school hij achter mijn rug, in het kleine stukje schaduw, tot hij er weer helemaal tegen kon. En Kathrin, die trok zich zoals altijd nergens iets van aan, en deed een dutje op m´n hoofd. Life couldn´t get any better.

Ook het strand hebben we natuurlijk bezocht. We hadden echt een stukje mooi afgelegen strand voor onze deur, waar zo goed als niemand kwam. En als er al iemand kwam, werd die wel afgeschrikt door de honden die ons overal en altijd volgden. We hebben die woensdag een middagje op het strand doorgebracht, al zwemmend, pratend, spelend met de honden, omver gelopen wordend door de honden, lezend, bier van de buurman drinkend. Die Pita heet - en ik hem vijf hele dagen lang maar Peter noemen...

Tot rond een uur of drie de regen natuurlijk weer bij bakken uit de lucht begon te vallen - tijd om terug te keren, tijd voor het dagelijkse niksen. Al dan niet met een aap rond je nek. Het is echt verbazingwekkend hoe snel je het gewend raakt dat er ergens een aap op je zit of aan je hangt. Op de duur vergeet je zelfs dat je met een aapje op je hoofd rond wandelt, en ik schrik er helemaal niet meer van als er plots een beest op me springt of een aap zijn weg langs mijn been naar boven werkt. En ook waren er natuurlijk de nodige vliegende kevers die van keer tot keer je lichaam als landingsplek gebruiken, bah.

En ook de krabben kwamen weer naar buiten bij dit denderende weer. We vonden een hele grote blauwe krab, maar echt reusachtig, die Gauthier meteen opraapte en bij Cyril de hangmat in gooide. Cyril en de krab allebei even bang, maar in plaats van zijn aanvaller Guathier terug aan te vallen, begon Cyril de krab te schoppen! Arm beestje. En hij heeft hem blijkbaar toch niet zo heel goed afgeschrikt, aangezien we hem de volgende dag weer in de meisjesbadkamer tegenkwamen, bovenop de deur. Vraag me niet hoe een krab bovenop een deur terechtkomt. En hij kwam er ook weer netjes af, want nog een dag later zat hij weer vrolijk in de buurt van het zwembad. En dat was de laatste keer dat we hem zagen. En aangezien we de dag daarop met de taxi een krab over reden hebben, heb ik sterke vermoedens dat we onze grote blauwe vriend zelf vermoord hebben.

Die avond was het de laatste avond van onze Waalse vrienden, dus hielden die een crèpe-avond, wat door Michelle verstaan werd als crab-avond, die dacht dat we onze blauwe krab in de pan gingen gooien. Geen zorgen. De crèpes maken duurde eeuwen, maar het was het waard. We aten ze met banaan, met dulce de leche, met gesmolten chocolade, en met .... NUTELLA! Nog nooit smaakte Nutella zo goed, in geen vijf en een halve maand had ik nog een hapje Nutella binnen gekregen, het smaakte hemels. We aten ieder twee crèpes, toen de Amerikanen hun kamer uit kwamen, en er door onze snoeppartij helemaal niks voor hen meer over was... Niet dat de Walen daar erg mee in zaten, want die moeten echt niks van Gringo´s hebben. Wat de sfeer af en toe wel een beetje om zeep hielp - wanneer ik met de Amerikanen praatte, was ik lucht voor ze, maar wanneer de Amerikaanse groep een weekendje weg was, hoorde ik er weer helemaal bij. Rare Fransen.

Uiteraard trokken we vervolgens naar Pita. Om negen uur, dus we hadden maar een uurtje. Wat natuurlijk niet lukte. Rond een uur of elf spotten we lichtjes op het strand, dus werd Miguel bang dat er mensen op zoek waren naar schildpaddeneitjes, en wou hij een kijkje gaan nemen. Heel goed idee om dat te gaan doen op een plek waar een paar maanden eerder zijn vrienden beroofd waren. Maar bon, Miguel bleef heel lang weg, en we zagen hem ook nergens meer, dus begonnen we ons zorgen te maken. Tot Carlyn, die ook terug naar het centrum was, ons plots opbelde. Bleek de vader van Vanessa hen opgewacht te hebben. En het engste was nog dat de elektriciteit in de hele stad uitgevallen was, dus had hij daar in het pikdonker aan de ingang gestaan, en zijn zaklamp plots aangeknipt, in hun gezicht. Gelukkig vertrokken beiden de volgende dag, of ze zaten in diepe problemen. Die vader is echt de enige die er werkelijk om geeft, voor de rest maakt het zolang we onze taken vervullen niet zo veel uit wat we doen, hij steelt daadwerkelijk alle blikjes bier die hij vindt. Dus werden wij opgebeld dat we snel terug moesten keren. Ja amehoela, die vent stond daar nog steeds. Dus zat er niks anders meer op dan nog langer weg te blijven, tot meneer gaan slapen was. Ondertussen kwamen Carlyn en Miguel zelfs terug naar ons, zo sterk was zijn gezag dus ook weer niet.

De volgende morgen vroeg stapten de Walen de bus op, en waren we dus alweer een stapje dichter bij de volledige uitroeiing, of toch zware uitkamming, van het Frans in Moín.

Ook heb ik die dag mijn naam in mozaïek op de brug richting de vlindertuin mogen schrijven. Het is de bedoeling de hele brug vol te krijgen met namen en nationaliteiten van de vrijwilligers die er komen, en ik moet zeggen dat ze al aardig op weg zijn. Het ziet er ook echt prachtig uit - kleurrijk, met tekeningen... Er is werk van gemaakt! Van Vanessa´s moeder moest ik verplicht iedere tekening bestuderen om dan ook iets heel moois te kunnen maken, die hecht echt veel te veel waarde aan die namen. Dus heb ik mijn handafdruk gezet, mijn naam geschreven, inclusief een net zonnetje als puntje op de i, Holland als nationaliteit gezet om toch op te vallen tussen al die Belgen, een grote blauwe krab getekend als lievelingsdier - eens iets anders dan al die apen! - en het afgemaakt met een heel Costa Ricense ´Que Chiva!´ En ze waren tevreden.

En daarna kregen we het briljante idee een kokosnoot te zoeken - dus trok ik met Adélie en Esther naar het strand. En een van de honden natuurlijk, die blijven immers nooit achter. Aangezien we geen goede kokosnoot vonden op de grond, hebben we met stokken en takken geprobeerd kokosnoten de bomen uit te slaan, wat uiteindelijk echt beter lukte dan verwachtte. De kokosnoot openen daarentegen, dat was een iets groter probleem. We schopten en gooiden en sloegen de noot tegen stenen en bomen, maar tevergeeds. Nadat we er met drie tegelijk aan trokken en ons hele schoppen-, slaan- en trekken-proces uitgevoerd hadden, leek er toch een beetje beweging in te komen, en uiteindelijk kregen we twee kokosnoten open. De eerste rot helaas - we hebben er allemaal van gedronken, en het smaakte vreselijk. De tweede gelukkig een heel stuk beter, dus dronken en aten we onze eigen ´geplukte´ kokosnoot!

Op zaterdag werd er aan Adélie en mij gevraagd of we langer op de babyaapjes konden passen, aangezien ze te gestresst zijn nadat ze een hele middag met Clara en Elisa doorgebracht hebben. Geen probleem, alleen heb ik blijkbaar iets te veel tijd bij die aapjes doorgebracht, en kreeg Yanik het gevoel dat ik zijn moeder was. En beet me toen ik in mijn bikini aan´t water zat keihard in mijn tepel. Ik word wel altijd op fijne plekken gebeten.  Maar goed, we pasten langer op de beestjes - wij dan maar de bus van drie uur nemen in plaats van die om twaalf uur, om eindelijk eens flink ongezond eten te kunnen gaan inkopen in Limón. Clara en Elisa waren die ochtend gegaan, en zijn netjes de hele dag weg gebleven. Da´s gemakkelijk werken zo natuurlijk. Wij dan maar de bus van drie uur nemen, en daarvoor heb ik snel nog het middageten voor de beesten met Xavier klaargemaakt, met Kathrin op m´n hoofd. Je kunt werkelijk alles doen met dat beestje in je haar, ze houdt zich rustig en blijft gewoon kijken naar waar je mee bezig bent, alles vindt ze interessant. Heerlijk.

En zo stonden we om drie uur op de bus te wachten, toen Xavier ons plots kwam vragen wat we aan het doen waren - op zaterdag was er immers pas een bus om vier uur? Wauw, bedankt om ons die info op tijd door te spelen. Bus van vier uur dan maar, snel eindelijk weer eens het internet checken, de supermarkt leeg plunderen (ik heb werkelijk de hele winkel leeg gekocht, ik bleef maar chocola en chips het mandje in gooien, tot zover mijn nette maaltijden op vaste uren), en af te sluiten met een gigantisch, ongelooflijk lekker ijsje. Om daardoor natuurlijk onze bus te missen, en een taxi te moeten betalen. De prijs viel uiteindelijk reuze mee, maar omdat de weg zó slecht was en we zó afgelegen woonden en bovendien over een krab gereden hadden, hebben we hem toch maar een fikse fooi gegeven. En door het ´Suavementeeee´ in de taxi, waren we bij aankomst al helemaal in de partymood, dus besloten we nog een Pita-avondje in te lassen. Maar eerst eten. We kwamen net op tijd voor het avondmaal - wat voor een keer geen bonen bevatte. En dan heb je net zo´n groot ijsje naar binnen gewerkt, we kregen geen hap meer door de keel, en flink op ons donder omdat we zo veel weg gooiden. Jammer dat Tom net een weekend weg was, die zou zo alle restjes naar binnen gespeeld hebben.

En toen - Pita. Zoals de beste avonden altijd beginnen, begon het met ´Gewoon een pintje en dan op tijd naar bed´. Alsof dat gebeurt. Een pintje werd drie flesjes Guarro, een of ander tequilasoortachtig iets, en in geen tijd stond de radio op vol volume, en was iedereen rond de tafel aan het dansen. De gekste drankspelletjes werden uitgedacht, er werd de tafel op geklommen, en Pita deelde salsalessen uit. De schommel werd zo goed als gemolesteerd doordat iedereen er maar af bleef springen, en iedereen werd helemaal gek. Sta ik gewoon te dansen, kijk ik achter me en zijn Adélie en Elisa plots aan het kussen. ´Da´s normaal, als ik drink kus ik altijd met mijn vriendinnen´, zei Adélie, ´wil jij ook?´. Nee bedankt joh! Draai ik me weer om, zijn Elisa en Clara ook bezig! En er zelfs foto´s van aan het nemen, de arme Mark, die net aangekomen was, wist ook niet wat hem overkwam en keek zijn ogen uit. Lang voorbij tien uur keerden we terug naar het park, om te gaan zwemmen. Het is me nog steeds een raadsel waarom niemand zijn bed uit gekomen is om ons tot bedaren te brengen, want we moeten ongelooflijk veel lawaai gemaakt hebben. Daar begonnen Clara en Alladin - zo noem ik hem maar aangezien ik keer op keer zijn naam vergeet, en hij met zijn eeuwige papegaai op zijn schouder me echt aan Alladin doet denken - dan weer met elkaar te foefelen. Terwijl Elisa maar bleef zeggen dat ze me die dag in bikini gezien had en ze gek was van mijn lichaam. Hemeltjelief, iedereen wordt gek na wat drank. Zo ook Pauline, die me netjes optilde en het zwembad in gooide, terwijl ik - natuurlijk, het zal eens niet - mijn camera in mijn handen had. Die er dus de brui aan heeft gegeven. Ik heb hem dagen in de zon laten drogen, maar tevergeefs, dus dat wordt dan de derde camera van deze reis kopen. Het geheugenkaartje werkt gelukkig wel nog, dus ik ben tenminste mijn foto´s niet kwijt!

Maar ook aan het zwemmen kwam een eind, en iedereen vertrok richting bed. Richting inderdaad, want zo veel zijn er het bed niet ingeraakt. Alladin kroop er bij Clara bij, die echter na vijf minuten het bed uit moest rennen om over te geven, haar nieuwe lover haar op de hielen om haar haar vast te houden. Elisa werd in de kamer nog eens door Xavier gemasseerd, terwijl de nerdy Mark er naast lag te zwijgen. En ook Adélie moest overgeven, maar die had het helaas niet op tijd door. Gelukkig had ik haar een plastic zakje toegestoken voor ze haar bed in kroop, en was het niet willekeurig in de kamer, maar toch stonk het flink. Dus ook zij naar de badkamer, en daarna besloot ze heen en weer te wandelen. Zeker een half uur heeft ze lopen ijsberen, terwijl ik dan maar in de hangmat naar haar ben gaan zitten kijken. Zogenaamd om te zien of alles wel in orde was met haar, maar het was eerder omdat ik niet echt in de naar kots ruikende kamer kon slapen. En ook Xavier voegde zich bij me, terwijl Adélie ons de hele tijd probeerde naar bed te sturen, en Clara nog steeds elke tien minuten terug naar buiten kwam gerend voor een zoveelste overgeefbeurt, telkens gevolgd door de gentleman van een Alladin. Toen Adélie uiteindelijk toch in slaap viel, hebben wij geprobeerd in de hangmat te slapen, wat voor geen meter lukte met twee, en zijn we dan maar naar een vrijstaande kamer getrokken, om van de geur verlost te raken. Vlak daarvoor heb ik wel nog eventjes ´Sos una mierda´ op het takenbord geschreven, en het grappigste was wel, dat de volgende ochtend iedereen zich af vroeg of zij dat geschreven hadden. Ik hield netjes mijn mondje dicht.

De volgende morgen stond iedereen op met een kater van hier tot Tokio, er werd niet gegroet, iedereen liep doods voor zich uit te staren, en liep gewoon langs elkaar heen. Een typische morning after dus. Hilarisch wel. De enige die de groep een beetje op kon fleuren was de keukenhulp, de meest homoseksuele persoon die ik ooit gezien heb. En die dag in dag uit met volle borst Miley Cyrus, Katy Perry, Bruno Mars en liedjes als ´I believe I can fly´, staat mee te blèren. Dan verkies ik toch de Spaanse opera van de man die de kooien schoonmaakt, maar goed, het maakt je dag wel een heel stuk mooier natuurlijk.

Mijn laatste dag - dus natuurlijk sloot ik mijn week af met nog een babysitsessie. En natuurlijk hebben de lieve beestjes drie keer over me heen gepiest - iedere keer als ik hen de luier af deed, begonnen ze te plassen. Die avond, toen ik me net helemaal gedoucht had en schone kleren aanhad, sprong een Yanik zonder luier dan ook nog eens op mijn schoot. Ik zag er geen gevaar in, tot ik mijn benen plots wel heel warm voelde worden... Had het lieve beestje mij helemaal onder gekakt. Ik schrok en gilde - moest ik ook nog eens een preek van Magalie aanhoren, die daar trouwens niet eens echt werkt, en al helemaal niets over mij te zeggen heeft omdat zij zich enkel met de schildpadden bezig houdt, over dat ik de aapjes te veel stress bezorg omdat ik zo veel spring en roep. Ja hoor, daarom dat ik ze altijd extra lang bij me moet houden, omdat ik het zo slecht doe. Maar whatever, het was m´n laatste dag, en die verpest niets of niemand. Geen Magalie, geen apenkak.

Ook bracht ik Wim en Simone voor een laatste keer naar de vlindertuin, en had nog steeds hulp van Xavier nodig om ze weer te vangen. En ik heb voor het eerst een luiaard in mijn armen gehouden! Die beesten zijn zwaar joh! En een scherpe nagels dat ze hebben, daar moet je ook echt mee opletten, als die zich aan je vasthechten... Au!

Ook kwam er die zondag een hele lading kuikentjes binnen. Wij allemaal opgetogen: nieuwe diertjes! Maar na een heleboel oe´s en aa´s kregen we het echte nieuws te horen: het uilenvoedsel was gearriveerd. Saddistische ik was de enige die de kuikens vermoord wou zien worden, dus ben ik samen met Xavier de uilen gaan voederen. Eentje er van draagt trouwens zijn naam - alle beesten hier hebben namen van ex-vrijwilligers. Ik vraag me af welk dier straks mijn naam draagt!

Het vermorzelen van de kuikentjes zag er afschuwelijk uit, en je moest de kuikens razendsnel naar binnen gooien of je hand werd mee opgegeten. In geen tijd hadden de uilen, die notabene niet eens konden vliegen, de kuikens te pakken, en beten ze zonder kop of stoot door midden. Het was verbazingwekkend en gruwelijk om te zien hoe lang hun kleine bange hartjes het bleven volhouden. Het halve kuikentje kon al naar binnen gewerkt zijn, en nog zag je het hartje kloppen. En dan zag je die uilen met nog een pootje uit hun bek hangen naar je staren... Brr.

Na het eten gingen we omdat het mijn laatste avond was toch nog een keer naar Pita voor een biertje, maar dit keer is het ook daadwerkelijk bij eentje gebleven. Wel leek hij niet zo heel blij ons terug te zien na wat we de avond er voor hadden aangericht... Maar Pita draaide al snel bij, en nu waren het de honden die helemaal los gingen. Blijkbaar hadden die de avond er voor goed opgelet, want nu volgde Belinda netjes ons voorbeeld, en sprong meteen de tafel op. En ze begonnen de levensgrote plastic krokodil van de buurman op te eten, in geen tijd liep een van de honden met zijn poot in de bek rond. Nu maar hopen dat ze dit niet ook proberen als ze op een dag een echte krokodil tegenkomen.

Terug in het project, wou ik nog een aantal minuutjes lezen voor ik ging slapen. Dus ging ik in de hangmat liggen, en toen ik iets later mijn bed op wou zoeken... zat de deur op slot. Hartelijk bedankt, vrienden. Dus heb ik een nachtje buiten in de hangmat geslapen, onder een heel fel licht. Gelukkig moeten muggen niets van me weten. Maar honden helaas wel, en ik ben die nacht zo´n vijf keer door een van de honden aangevallen en gewekt. Heerlijk nachtje, ik voelde me volkomen uitgerust daarna. Daarom besloot ik dan ook maar de bus van twaalf uur te nemen in plaats van die van negen uur ´s ochtends, en heb ik nog een laatste ochtendje volleyballend in het zwembad doorgebracht. En dan was het tijd om afscheid te nemen. Ik ben uit beleefdheid toch maar afscheid gaan nemen van Vanessa´s moeder, die voor het eerst Spaans met me sprak, me knuffelde en een dikke kus gaf. Raar mens. Vanessa was net terug van San José, waar ze heen moest voor haar scheiding, dus ook van haar kon ik nog snel afscheid nemen. Over haar scheiding ben ik trouwens ook veel te weten gekomen door de komst van Mark, die hier vorig jaar ook zes weken doorgebracht heeft. Bleken én Vanessa, én haar man voortdurend seks te hebben met vrijwilligers. Vorig jaar heeft Vanessa zelfs een groot orgie in haar huis gehouden - vijf meisjes, twee jongens, allemaal vrijwilligers. Ik vraag me echt af hoe je het in je hoofd haalt elkaar te gaan zitten bedriegen terwijl iedereen op eenzelfde terrein woont, hoe houd je dat in hemelsnaam verborgen? Duidelijk niet dus. Raar project, overal kom je hier dezelfde verhalen tegen. Ook lag er de hele week een gebruikte condoom onder een hangmat, en iedereen maar flink ontkennen.

Ik nam afscheid van de andere vrijwilligers, van snorremans, de zongebruinde latino met zijn prachtige felblauwe ogen waar iedereen gek op was, van het mannetje dat me maar bleef wijzen waar zijn kamer zich bevond zodat ik eens op bezoek kon komen, en die me dan ook heftig probeerde te overtuigen van te blijven. Ik nam afscheid van het schattige homootje, van Alladin, van het keukenpersoneel, van iedereen. Maar vooral van Simone, Wim, en van mijn lieve kleine Kathrin en Yanik. Die mij een laatste likje in mijn oog gaven - hun manier van kusjes geven. Ze grijpen met hun handje je neus of wang vast, en likken je dan in je oog. Gekke beestjes - ik kon ze nooit een kusje geven zonder een likje terug te krijgen. En als allerlaatste nam ik afscheid van van Belinda, die met me mee huppelde naar de bushalte, en netjes bij me bleef wachten tot ik opgestapt was, waar ik wel blij mee was in een buurt als dat.

Helaas kwam ze niet met me mee tot in Limón, waar ik wel in mijn eentje op de bus richting San José moest wachten, en net als toen we richting project gingen een weer eerder, een hele groep mannen op me afgevlogen kwam. Altijd fijn. En mijn bus stond er nota bene toen ik aankwam, alleen hadden de ticketverkopers besloten een lunchpauze in te lassen, dus kon ik op geen enkele manier nog aan een ticket geraken, en zag de bus zo aan mijn neus voor bij gaan. Dank je.

En dat was dan het einde van een van de mooiste weken die ik hier beleefd heb, ik kan nog altijd niet geloven dat ik dit aan mijn neus voorbij had willen laten gaan!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten