Ik ben terug thuis. Zo voelt het tenminste. Mijn Antigua, mijn Guatemala. Ik had zo mijn twijfels voor vertrek, maar ik ben terug waar ik hoor.
Maandag kwam ik terug van mijn project, start de computer op, en krijg te horen dat mijn allerliefste moeder een vliegtuickticket voor mij terug naar Guatemala zou kopen. Ik was al van plan om terug te keren, omdat ik nog steeds dolgraag Belize wou zien, maar in bus. Een busrit van een uur of zestig, met een overnachting in Managua, Nicaragua, en een in San Salvador, El Salvador. Dus dan maakt een vliegreis van anderhalf uur wel een enorm groot verschil. Ik had nooit gedacht dat ik daadwerkelijk terug zou keren. Het spookte iedere dag door mijn gedachten, ik wou het ongelooflijk graag, maar tegelijk ontbrak me ergens de moed om er echt werk van te maken - een klein stemmetje in mijn hoofd bleef volhouden dat het zou tegenvallen. Stom stemmetje moest zijn mond gehouden hebben. Dus dit was als een geschenk van de hemel - mijn terugkomst werd voor me geregeld. En ik zou vertrekken, datzelfde weekend nog. Ik kon het niet geloven. Het ging zo snel, dat ik het ook helemaal niet besefte. Terug naar Antigua. Terug naar mijn vrienden.Terug naar de ark, terug naar Parque Central, terug naar de straatjes die al je schoenen verneuken, terug naar de enige stad ter wereld waarin ik uren kan rondwandelen zonder me ook maar een seconde te vervelen. Terug naar Antigua, mijn Antigua.
Die avond werd dus de laatste avond in El Cuartel. Ik had met Elke afgesproken aan de universiteit vlakbij haar huis, dus stond netjes op de bus te wachten, toen een taxi plots stopte en me een rit aanbood. Nee bedankt, ik wacht op mijn bus. Gratis? Ik had moeten weten dat er een addertje onder het gras zat - welke taxichauffeur neemt er nu een Gringa, een wandelende portemonnee dus, gratis mee. Maar de heer zei dat hij toch die richting uit moest, dat hij op weg was naar huis, zijn dag er op zat, en ik even goed mee kon rijden. Goed, ik de taxi in. En daar begon het. De kerel wou graag een van mijn armbandjes hebben. No can do, I'm very sorry. Alle armbandjes die ik droeg had ik in een ander land gekocht, ging ik dus echt niet afgeven. Eentje door Chan gemaakt, eentje uit Nicaragua, eentje uit Puerto Viejo, eentje gekregen aan Lago de Atitlán... Mijn haarelastiekje kon hij krijgen. Maar nee hoor, mijn nieuwe vriend de taxichauffeur wenste meer. Dus trokken we mijn schelpenbandje kapot, daar heb ik er nog van, en bonden die rond zijn pols. Hij helemaal gelukkig. Die taxichauffeurs, die sporen hier niet hoor. Als ze je niet opsluiten, proberen te kussen, of de hele weg lang door het achteruitkijkspiegeltje in je ogen staren zodat je als de dood bent ergens tegenop te knallen, dan vragen ze je de armbandjes van het lijf. Wel bedankt. En natuurlijk wou ook hij een afscheidskusje, ja hoor. En of hij me eens mee mocht nemen naar het strand. Tuurlijk. Of hij mijn nummer mocht, geef ik zo. Rare man, ben snel de auto uitgevlogen toen we stil stonden, en met een vrolijke adios afscheid genomen van de man met mijn armbandje rond z'n pols.
El Cuartel was druk, zoals gewoonlijk op maandag, maar gezellig. Van een of andere rare jongen kregen we een volle plasic zak vol marihuana in de handen geduwd, precies wat ik wou joh. Snel weer doorgegeven aan iemand anders, zonder dat hij het zag, want de jongen vond dat hij ons een geweldig cadeau gegeven had natuurlijk. Inderdaad, zal het zelfs meenemen naar huis, vriend. Maar na de avond bood hij ons wel aan ons thuis te brengen, dus stapten we de auto in bij hem en zijn twee vrienden. Die er niet zo heel blij mee waren zo'n omweg te moeten maken, en de hele rit lang hebben zitten mopperen. En de marihuana-uitdeler zat ook iets te veel over mijn been te aaien, dus toen we bij Elke haar huis waren, ben ik ook maar netjes uitgestapt, zodat ik niet in mijn uppie nog met die drie creeps mee hoefde. Maar dan had ik natuurlijk wel nog een taxi nodig, en vind dat maar eens op dat uur. Een bakker die net buiten kwam heeft bij ons staan wachten, omdat hij het te gevaarlijk vond voor ons om daar alleen te staan, terwijl hij daar duidelijk niet erg veel zin in had. Maar het was wel vriendelijk, en hij heeft een half uur bij ons gestaan, wachtend op een taxi. Die me naar huis bracht, voor geld, niet voor armbandjes dit keer.
Dinsdagmiddag ben ik met Elke en twee vrienden uit San José gaan poolen. Eerst gingen we iets eten in de mall, daarna heeft Elke haar tijd in Costa Rica afgesloten zoals ze begonnen is: met nog een piercing. En toen namen de twee ons mee naar een plaatsje om te poolen. Wij verwachtten een café, maar neen hoor. Eerst liepen we de universiteit over, die trouwens prachtig is. Ze hebben zelfs een watervalletje, een riviertje, prachtige bomen, en het terrein is reusachtig. Daarna kwamen we in de straat waar alle bars zich bevinden, dus wij waren er nog steeds van overtuigd dat we een café gingen opzoeken. Tot ze zomaar een openstaande deur binnen wandelden en de trap op gingen. Kwamen we in een klein zaaltje terecht, met vier biljarttafels en een tafeltennistafel. En allemaal veel te professioneel uitziende poolers. Ik kreeg er de kriebels van, dit zou afgaan worden. We wachtten even op een tafel, en ja hoor. Haalt Jonathan zo een handschoentje uit zijn zak, maar hij speelt alleen af en toe voor fun zegt hij. Lieve hemel. Die arme jongen wist niet wat hij met me moest aanvangen, ik bakte er niks van, de gemakkelijkste ballen mikte ik mis. Elke deed het iets beter gelukkig.
Na ons poolmiddagje zijn we nog eventjes in het park gaan zitten, daarna heb ik Elke geholpen chocolademousse te maken voor haar familie bij haar thuis. De volgende morgen wou ik terug naar het weeshuis gaan, mijn kindjes bezoeken, maar gezien mijn plotse vertrek uit Costa Rica, besloot ik dat de donderdagmorgen maar te doen. Dus ben ik woensdagochtend naar San José getrokken, terug naar het marktje waar ik al eens eerder geweest was, dit keer zonder te verdwalen. Een marktje vol handwerk, het enige dat ik gevonden heb in de modernste stad van Centraal-Amerika. Niets in vergelijking met de markten in landen als Guatemala of Nicaragua, maar toch. Ik ontdekte een heel leuk zaakje dit keer, van een oude man, een echt klein kraampje, waar je in eerste instantie nooit binnen zult gaan, maar waar je de leukste dingetjes ontdekt. Hij verkocht dingen als haaien- en dolfijnentanden, voor echte verzamelaars. En een heleboel dolken en vage munten. Een winkeltje zo klein en volgepropt, dat je je kont niet kunt keren zonder iets omver te lopen, maar waarin je uren kunt blijven staan rondkijken en steeds nieuwigheden ontdekt. Ik kocht er dan ook zo veel dat de heer dacht dat ik cadeautjes voor al m'n vrienden aan het inkopen was, maar nee hoor, dit hou ik lekker voor mezelf. Ik kocht nog wat andere kleine dingetjes, en ben dan terug richting San José getrokken, om met Elke een échte shopmiddag in de mall te houden. Waar we trouwens veel minder vonden dan verwacht, en wij maar hopen met bergen nieuwe kleren thuis te komen die niemand anders zou hebben. Helaas.
Die avond besloten we nog eens naar de bioscoop te gaan, en keken we Comando Especial, oftewel 21 Jump Street. Maar eerst kochten we de halve snoepwinkel leeg, zodat we met meer dan een kilo aan snoepgoed de hele film lang zaten te knauwen. De verkoper bleef maar lachen, terwijl wij meer en meer in onze zak smeten. Oeps. De hele film lang zaten we te lachen, het was hilarisch, alleen dacht onze nieuwe Amerikaanse vriend daar duidelijk anders over, want die zat de hele tijd maar stilletjes voor zich uit te staren. Midden in de film stond hij ook plots op, zodat wij dachten dat hij het echt gewoon aftrapte, maar zo erg was het nog net niet, gewoon een toiletbezoekje.
Die avond moest ik mijn familie inlichten over het feit dat ik drie dagen later onverwachts al vertrok. Die keken ook nogal op, maar we hebben wel een goede pact gesloten. Ik zou mijn mond houden op school en geen woord zeggen, zij krijgen dan nog uitbetaald voor de rest van mijn verblijf terwijl ik er niet ben, de school kan dit keer niks in hun zak steken, en ik mocht mijn spullen gewoon bij de familie achterlaten, en hoefde dus niet weer met een gigantische koffer te slepen die toch al uit elkaar viel. En ze zouden mij naar het vliegveld brengen die zaterdag, aangezien ik natuurlijk niet om vervoer kon vragen op school. Mooi geregeld leek me, en mijn familie was een stuk vriendelijker aangezien ik ze aan een pak extra geld hielp. En de school denkt nu dat ik nog netjes in San José ben, bij de familie woon en iedere dag braaf het weeshuis bezoek. Hopen dat ze niet plots mij willen spreken, want ze hebben al eens eerder naar m'n huis gebeld om met me te praten. Nuja, dat zien we dan wel weer.
Donderdagmorgen heb ik dan wel mijn project weer opgezocht, en alle laatste cadeautjes uitgedeeld die ik mee had voor de kinderen. Ze waren dolgelukkig met het memoryspel, met kaartjes die je eerst zelf moet kleuren, en waar je daarna mee kunt spelen. Dus namen we dat mee naar het park, en zaten in het zonnetje prentjes in te kleuren, tot ze het beu werden. Ik speelde voor een laatste keer met Armando, die het nog steeds niet beu is om te doen alsof hij niet wil spelen zodat ik achter hem aan moet rennen en hem moet oppakken. Als ik niet kom, komt hij naar mij gelopen - 'Tijd om me op te pakken! Ik wil niet spelen!' Een schatje, maar vermoeiend. Ik speelde op de wipplank met de kleine Daniëlle, Brenda en Ashley, en het was echt een mooie afsluiter van mijn tijd met die kinderen. Alleen jammer dat mijn liefste José naar school is beginnen gaan, die had ik ook graag nog eens gezien.
En toen ik naar de bushalte terug liep, stond Josue me op te wachten. Best eng. Die leerde ik kennen toen ik daar werkte, stond een keer op straat toen ik langs liep, en nadien stond hij iedere dag op diezelfde plek op de hoek van de straat. Na drie dagen had hij de moed gevonden om me te volgen en naast me te komen zitten aan de bushalte, en me helemaal uit te horen. Bleek hij in de twee weken dat ik niet gewerkt heb, ook iedere dag op straat hebben staan wachten op me. Best een eng idee, maar hijzelf valt wel mee. Dus daar kwam hij weer. Of ik alsjeblieft mijn bus niet wou laten gaan zodat we langer konden praten? Of ik dan niet de bus voor hem ook wou betalen zodat we op de bus verder konden praten? Nee joh. Dus heb ik hem mijn emailadres maar gegeven, en nu een gigantisch lange mail ontvangen over hoe blij hij is iemand als ik te hebben ontmoet, en hoe graag hij me terug wil zien. En ergens klinkt het heel lachwekkend, alles wat hij zegt, maar tegelijk zit er wel diepte in zijn woorden, en kan ik hem niet afstempelen als een rare man die toeristen staat op te wachten op straat omdat hij niks beters te doen heeft. Ik zal dus toch maar antwoorden op de mail.
Die middag zou Elke naar Dominical gaan, normaal met mij, maar aangezien ik plots een hele kamer in te pakken had, plus zeker de volgende dag al terug moest zijn en het zeven uur rijden was, was dit niet meer mogelijk. Iets anders zoeken dus, dan kon zij de volgende morgen met de andere meisjes samen naar daar vertrekken. Dus kwam ik op het idee dan naar Jacó te gaan voor een nachtje. Wat ook niet mogelijk meer bleek. Het was alsof werkelijk alles tegen zat, daarna ontdekte ik dat er vlakbij San José een 'Ojo de agua' was, dus een natuurlijke badplaats. Volgens mijn reisgids gingen alle families van San José en omstreken daarheen om te zwemmen, dus het was niet echt een toeristische plek. Maar toen we op school vroegen hoe we er konden geraken, kon niemand ons helpen. Daar werd niet opgenomen, de tijd kroop voorbij, we speelden nog met het idee een taxi te nemen, toen bleek dat het twee uur later al zou sluiten. Mooi. Daar stonden we dan, op onze laatste middag samen in Costa Rica, met helemaal niets te doen. We zijn aan de kant van de spoorweg gaan zitten in de hoop daar wat inspiratie op te doen, en vervolgens naar de mall getrokken om de twintig dollar op te maken die nog over was van mijn 'verjaardagcadeautje' van mams. Uiteindelijk zijn we heel relaxed in een Spa beland, op een massagestoel, terwijl we een manicure kregen. Eerste manicure ooit, en dat was te merken aan mijn brokkelige afgeknaagde nageltjes ook. Dus lieten we ons heerlijk verwennen - een mooie afwisseling in ons harde leven van vrijwilligerswerken in het arme Latijns-Amerika. Diezelfde middag kwam ik voor de eerste keer twee vrouwen in typische Mayaklederdracht tegen in Costa Rica, in de mall notabene. Dit zag ik als een teken - ik moest terug naar Antigua, ik had geen keus.
En toen was het tijd om afscheid te nemen. Toch heel blij dat ik hier zo veel met Elke meegemaakt heb, en dat we na zo lang beste vriendinnen geweest te zijn en elkaar vervolgens vijf jaar niet gezien hebben, nu echt weer 'reunited' zijn. We hebben hier geweldige dingen meegemaakt samen, en ben er zeker van dat dat terug in België ook weer gebeuren zal! Wie kan dat nu zeggen, dat hij zijn vroegere buurmeisje die hij al vijf naar niet gezien heeft, plots tegenkomt aan de andere kant van de wereld...
Die avond ben ik dan ook begonnen met in te pakken. Wat natuurlijk veel meer werk was dan verwacht, en ik tot zaterdag net voor vertrek mee bezig geweest ben. Uiteindelijk zit nu mijn grote koffer helemaal vol, en heb ik nu twee weekendtassen en een rugzak vol mee. Ik snap echt niet waar al die spullen vandaan komen, maar bon. Zorgen voor als ik terug naar huis moet. Ik vind het zelf al een hele prestatie dat ik slechts twee weekendtassen mee heb terwijl ik toch een maand weg blijf. Op 23 juli keer ik pas terug naar Costa Rica - de zevende, volgende zaterdag dus, komen mama en Domi hier aan, en laat ik hen mijn Guatemala en het mooie Costa Rica zien.
Op vrijdag wou ik nog even naar een paar winkels, wat eten kopen voor onderweg en dergelijke, en een taart voor mijn familie halen. Koop ik een schijtdure chocoladetaart, begint het te gieten. En toen vond ik het internetcafé natuurlijk niet, dat ik nodig had om mijn ticket uit te kunnen printen. Dus ben ik in de gietende regen helemaal verdwaald, en liep ik meer dan twee uur lang met een gigantische doorweekte taartdoos door de straten. Heerlijk dagje dus. Uiteindelijk vond ik het internetcafé, en bleek die twee straten van mijn huis gelegen te zijn. Was ik helemaal van de stad naar huis gewandeld, om vervolgens voor de laatste minuut toch een bus te moeten nemen, wou ik nog iets van mijn taart overhouden.
De rest van de dag en zaterdag ben ik gewoon thuis gebleven. Zaterdag heeft Mariam een heerlijke lasagne gemaakt als laatste maal samen, met werkelijk alles er op en er aan. Lasagne met kip, ham, tomaat, champignons, meer kaas dan ik kon wensen, macaroni... Alles. Ik genoot.
En om vier uur 's middags vertrokken we richting vliegveld. De hele weg in de auto heb ik met Andrés zitten spelen, aan het vliegveld heb ik een tijd met een vrouw staan praten om de tijd wat te doden, daarna een film gekeken terwijl ik wachtte tot de gate opende, en voor ik het wist zat ik op het vliegveld. Even voor vertrek van thuis schoten de tranen in mijn ogen. Deed ik er wel goed aan om terug te keren? Zou het niet alleen maar tegenvallen? Wilden ze me daar echt wel nog zien? Ik was helemaal in de war, en wist niet meer goed of ik nu blij of verdrietig was, maar alle twijfels vielen weg toen het vliegveld de grond raakte, en ik hoorde afroepen dat we landden in Guatemala City. De tranen vloeiden over mijn wangen. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest ergens aan te komen, nog nooit. Dit was geen slechte beslissing, dit was een van de beste beslissingen die ik had gemaakt. Antigua is mijn thuis, Guatemala is mijn land. Nergens heb ik me nog zo thuis gevoeld, niet in Nederland, niet in België, nergens. Ik kon niet stoppen met huilen, en glimlachte de hele avond lang. Ik kon het echt niet helpen, had geen keus. Ik lachte. En lachte. Ik groette iedereen die ik tegenkwam, en voor het eerst in lange tijd werd ik weer door iedereen terug begroet. Ik was thuis.
Het mooiste was nog, dat terwijl ik lachend de deur uit liep, en alle angsten reeds vervlogen waren, ik als eerste een vrouw zag staan met een bordje met mijn naam erop - de shuttle die Karlijn voor me geboekt had. Zij belde de chauffeur op, en zodra de deur van de shuttle open ging, hoorde ik 'Maximoooon!' Maximon. Niemand heeft me Maximon genoemd in tien weken. En hier kom ik dan, terug in Guatemala, waar ik iedereen ken, waar iedereen mij kent. Hoe toevallig is dat - werd ik opgehaald door dezelfde persoon die ons in mijn tweede weekend naar Semuc Champey gebracht had, en hij was me nog steeds niet vergeten. Ik lachte. Je kunt je gewoon niet voorstellen hoe gelukkig ik hier ben, dit is waar ik thuis hoor.
Ik zag een bordje 'Antigua 12 km', en daar waren de tranen weer. Ik huilde, ik lachte, ik huilde. Ik herkende de straat waar Chan, en Karlijn deze maand nu ook, woont, en kon niet gelukkiger zijn. Helemaal niet. Karlijn zou die dinsdag vertrekken, dus kon ik nog drie daagjes bij haar wonen voor ze vertrok, wel zo handig. Ik zette snel mijn spullen binnen neer, stuurde een mailtje naar mijn familie dat ik goed aangekomen was, en in geen tijd was ik weer op de hoogte van alle roddels van Antigua. Nog steeds hetzelfde soort verhalen natuurlijk - echt gek eigenlijk hoe we in Costa Rica totaal niet veel met dit soort Latino's in contact kwamen. Maar ook hier in Antigua waren het enkel de studenten van APPE, de school waar ik naartoe ging, die zoveel met de Guatemalteken omgingen. Van studenten van andere scholen hoor je veel minder verhalen. Maar des te beter, want anders had ik nu mooi geen vrienden gehad hier in Antigua, en de vrienden die ik hier heb ontmoet, hadi k echt niet willen missen. Doordat ik zo snel terugkwam, wist niemand precies wanneer ik er precies zou zijn, dus Eliu schrok zich een ongeluk toen hij zijn huis uit kwam om te bellen - hij woont naast Karlijn - en mij daar zag staan. Hij gooide zijn gsm meteen aan de kant, sprong op me af, zwierde me rond en riep luid 'Que putas, ya regresaste vos? Que buena onda!' Awh, ik heb het groffe taaltje van Guatemala gemist, in Costa Rica zijn ze veel te beleefd met hun ge-u altijd.
Maar het was dus een perfecte terugkomst. Daarna zijn we nog langs El Muro gegaan, mijn lievelingsbar, waar de uitbaters hun ogen niet konden geloven. Maar ja, ik ben terug! En er zijn die dag een heleboel herinneringen opgehaald, dat is zeker. Daarna zijn we nog naar Sin Ventura gegaan, waar ik José, Mariano, Mickey en Antonio terugzag. José me natuurlijk meteen uithoren over hoeveel jongens ik daar heb leren kennen en of ik wel voorzichtig ben want hij is immers nog steeds mijn broertje, mijn beschermer. Aiaiai. Mariano liep al helemaal te wankelen toen we toekwamen, dus die heeft me gewoon vijf keer dezelfde vragen gesteld. Mickey en Antonio knuffelden me de hele tijd, Antonio kon me echt niet los laten, hij wist zelfs niet dat ik terug zou komen, en was dus helemaal gelukkig. Ik heb écht goede vrienden gevonden hier. Hetzelfde op de afterparty in Riki's - waar ik natuurlijk meteen gewaarschuwd werd dat ik niet weer in slaap mocht vallen op het toilet - waar ik Omar terug zag. Omar, mijn lievelingshomo. Ik kwam de wc uit gelopen, hoorde mijn naam roepen, en nog voor ik me omdraaide, had iemand me in zijn armen, werd ik door de lucht gezwierd, en belandde ik met die persoon op de grond. Ook JD heeft me uitbundig gegroet, net als de 'Chico loco', die me plots langs achter beet pakte en schreeuwde dat zijn lievelingstoerist terug was, en of ik alsjeblieft nog steeds praatte zoals vroeger, met al mijn geputa en gevloek. Ja hoor.
Het was zo leuk terugkomen, ik kan het nog steeds niet geloven. Toen Chan om drie uur klaar met werken was, is hij ons komen ophalen aan het park, en ik was echt blij hem terug te zien. Om iedereen terug te zien. Ik kan alleen echt niet geloven dat ik nu ook een tweede keer afscheid moet nemen van iedereen. Chan was vooral gewoon blij dat ik nog leefde. Die was er zeker van dat ik Costa Rica niet zou overleven, omdat er daar niemand was die voor me zorgde. Dus nu heeft hij zich weer helemaal over mij ontfermd: 'Maxi, we gaan. Maxi, we gaan nu. Maxi, kom! Maxi, pas op voor de auto's. Maxi, steek de straat niet over. Maxi, wacht. Maxi, pas op want het meisje dat je wilt vermoorden staat achter je. Maxi, pas op want dit is heet. Maxi, slaap niet in het toilet. Maxi, Maxi, Maxi.' Ik word er soms echt gek van, maar hij bedoelt het goed. En hij zegt dat dat is wat hij het leukste aan me vind - dat hij voor me moet zorgen, dus dan laat ik hem dat maar doen.
De volgende morgen zijn Karlijn en ik samen gaan ontbijten, daarna hebben we gewoon wat door Antigua geslenterd. We kwamen langs Parque Central, ik liep weer onder de ark door, we gingen naar de prachtige mercado, ik keek mijn ogen uit op alle kleuren van de stad, staarde naar de Mayavrouwen met hun prachtige kledij... Die avond kwamen we op het idee Cerro de la Cruz te gaan bezoeken in het donker, en uit te kijken over alle lichtjes van Antigua. Daarvoor ging Karlijn met haar vroegere gastfamilie uit eten, en net op het moment dat zij de deur uit liep, stond Ricardo bij ons voor de deur. Waar ik uiteindelijk ook bijna iedere dag mee omging voor ik vertrok, dus alles was perfect, ergens leek het alsof ik nooit was weg geweest. We wilden samen film kijken, maar aangezien niks lukte, zijn we dan maar binnengevallen op Eliu's bikersfeestje, en heb ik daar achteraf film gekeken met Eliu, Ricardo en Pablo. En een hele hoop herinneringen zitten ophalen. Tot het tijd was om Karlijn te gaan zoeken, en de berg naar het kruis op te klimmen. We wilden iets te drinken meenemen, maar aangezien de winkel al gesloten was, dachten we dat we het zonder drank moesten doen. Maar dan hadden we niet op Doña Cerveza gerekend, een vrouwtje die flessen bier verkoopt aan eender wie er op haar deur klopt. Dus klopten wij op de muur, het oud mensje deed open, en verkocht ons twee liters bier. Daarom hou ik van Antigua, het zit vol verrassingen.
En toen begonnen we aan de zware klim, de jongens toch ietwat bang omdat er daar al genoeg overvallen gebeuren, en je het best wel uitlokt als je dan ook nog eens midden in de nacht naar boven trekt. Ze maakten steeds ruzie over wie er voor- of achterop moest lopen, en wij huppelden maar door. Maar het was het helemaal waard. We dronken ons bier aan het kruis, keken uit over heel Antigua, herkenden onze favoriete plekjes, praatten, lachten. Tot het tijd was om terug te gaan, en een tweede bezoekje aan Dona Cerveza te brengen. Op de terugweg zijn we Eliu wel kwijtgeraakt, en waar iedereen eerst zo bang was, liepen ze nu gewoon door zonder hun vriend - die zou wel weer terecht komen. En hij kwam ook snel weer terecht, was gewoon een plasje gaan doen blijkbaar.
Daarna liepen we naar het park, waar Eliu en ik op het slimme idee kwamen de fontein in te springen. Nu we toch al bezig waren met de typische dingen van de stad, konden we dat er even goed ook nog bij nemen, dachten we. Slim plan. Dus sprongen we de fontein in, die om dood te vriezen zo koud was. Na de eerste etage had ik het wel gehad, maar ik had Eliu zo aangespoord, dat ik echt niet meer terug kon krabbelen. En terwijl ik stond te twijfelen op het randje van de tweede 'verdieping', sprong Eliu er al in, en spatte me helemaal onder. Waarna ik geen excuus meer had er niet in te gaan, dus ging ook ik maar kopje onder. Doorweekt en bevroren kropen we er arm in arm weer uit, elkaar verwarmend zo goed als het kon, maar da's natuurlijk redelijk moeilijk, als je allebei een koude brok bent. We kropen terug in onze trui, en renden naar La Sala, om ons wat op te warmen. Waar ik mijn 'primo' tegen het lijf liep die me woest aankeek omdat ik terug was zonder iets te laten weten. Oeps. Ook Hannah terug gezien, de oudere vrouw met wie ik eens salsa heb staan dansen op straat, midden in de nacht, midden in de regen. Echt een gek vrouwmens, maar hilarisch. En natuurlijk was Omar daar ook, die ik echt overal tegenkom. En zodra hij zag hoe nat ik wou, wou hij ook. Dus renden we terug naar de fontein en sprongen er nog eens in, hij in zijn boxershort. Er liepen een heleboel mensen voorbij, en we werden hard toegejuichd. De volgende dag spraken wildvreemden ons zelfs aan dat ze ons in de fontein hadden zien springen. Ik bevroor zowat, maar je kunt Antigua echt niet verlaten zonder in de fontein te springen!
Daarna zijn we nog wat in het park blijven zitten, tot Eliu en ik het echt niet meer aankonden, en we richting huis getrokken zijn, richting warme douche. Thuis aangekomen kwam Eliu op het idee Chan uit zijn bed te gaan trommelen, die helemaal niks meer wou doen, en ons alleen maar boos aankeek en een kussen over zijn hoofd trok. Maar een uur later stond hij wel op mijn bed te springen, terwijl ik net in slaap lag. Ik had hem wakker gemaakt, nu mocht ik ook niet meer slapen. Dus heb ik tot half vijf 's ochtends met hem zitten praten, en we hebben werkelijk alles aan elkaar verteld wat er de afgelopen maanden gebeurd is. Ookal was ik doodop en had het ijskoud, was het wel een fijne nacht.
Op maandag ben ik met Karlijn en Lea mee geweest om hun oude project te bezoeken, hebben we oude kleren aan projecten uitgedeeld, zijn we naar de markt gegaan, waar ik opnieuw helemaal onder de indruk was van de lage prijzen hier, ben ik helemaal niet meer gewend. Waar ik eerst een halve euro veel vond voor een armbandje hier, betaal ik nu weer veel te veel. Da's terug wennen.
Verder hebben we weer rondgewandeld, iets gegeten, en 's avonds wou ze afscheid gaan nemen van de familie van Mariano. Dus stond Chan bij mij voor de deur, om te praten. We hebben een heel lang gesprek gehad, hij wou namelijk dat ik bij hem kwam wonen zodra Karlijn weg was, maar ik wist niet of het echt een goed idee was. Ik ben er eerder na het uitgaan of na het werk al blijven slapen, om niet alleen naar huis te moeten, maar om er echt te wonen - da's toch iets anders. Maar we hebben lang gepraat, en ik mocht er echt wonen, gewoon als vrienden, zonder bijbedoelingen, dus heb ik de volgende dag Karlijn haar appartement opgeruimd, mijn boeltje gepakt, en ben ik bij hem ingetrokken. Ondertussen woon ik hier al een paar dagen en het gaat reuzegoed, veel beter dan moest ik in een hotel zitten. Ik hoef nooit afspraken te maken, heb hier altijd vrienden om mee rond te hangen, en heb het reuze naar mijn zin hier. Al is het een typisch appartement van een single jongeman - het is vuil, en stinkt. Maar ik kwam van het appartement van Karlijn, wat eigenlijk ook meer een jongenshol leek - we ruimden niks op, maakten niet schoon, overal lagen etensresten en kleren, we hadden pannenkoeken proberen bakken, en toen dat mislukte hebben we de pan maar buiten gezet om de restjes opgegeten te laten worden door mieren. We hadden geen water in huis, dus dronken sprite om medicijnen te slikken of na het tanden poetsen. Het leek helemaal nergens op, maar de overgang van haar appartement naar deze was dus allesbehalve groot.
Maandagavond was dan de laatste avond van Karlijn, dus zijn we naar café Porque No gegaan, waar ze ook haar eerste avond doorgebracht had, dus dat was best symbolisch. Ook zag ik daar Canche terug, die me meteen weer in de nek beet, en Thierry, die plots ook een veel betere vriend is dan eerst. We dronken daar wat met ons groepje, en trokken daarna naar het park om daar wat te drinken. Het was een geslaagde afsluiter, dat zeker.
De volgende dag hebben we gebruncht met empanadas, in het park gezeten, afgesproken met een non, nogmaals het project bezocht, een laatste keer onder de ark doorgewandeld, en Karlijn uitgezwaaid. Het afscheid was moeilijk - de dag er voor hadden we afscheid genomen van Chloé, die in hetzelfde huis woondde, en Karlijn was dus de laatste van het hechte groepje van vier die in dat huis woondde. De familie in tranen, Karlijn in tranen, ik in tranen. Maar heel toevallig was het Lester die haar naar het vliegveld bracht, die indertijd ook mij gebracht heeft, en dezelfde is van de striptease in Semuc, dus dat maakte het kringetje hlemaal rond. Het is raar dat Karlijn weg is, zij was hier altijd, heeft hier zo veel meegemaakt. Maar we komen zeker terug - ergens ben ik tegen terugkomen naar dezelfde plaatsen en wil ik liever meer andere plekken van de wereld ontdekken, maar nu ik zeker weet hoe gelukkig deze stad me maakt, maakt dat me helemaal niets meer uit. Het is mijn Antigua, en ik kom terug zo vaak als ik kan.
Die middag heb ik een lang dutje gedaan, heb mijn spullen naar Chans appartement gebracht, en 's avonds was het dan tijd om naar Monoloco te gaan. Het was gezellig, ik ken geen enkele toerist meer hier, wat er op neer komt dat ik een groot stuk van de avond meisjes zit te keuren met Mickey, José en Mariano. Maar ik ben wel blij dat zij de hele tijd bij me waren, want Magali is terug. Een week voor mijn terugkomst is zij ook terug gekeerd. Magali is het vriendinnetje van Diego, het meisje dat me wekenlang heeft gestalkt op facebook, me met plezier de nek om zou draaien, en nu in mijn oude gastfamilie woont. Heel fijn dus. Ze keek me echt aan alsof ze me wou vermoorden, toen een onwetende vriend van Diego naar me toe kwam en zij dat ze het misten om met me rond te hangen, dacht ik echt dat ze mijn oogbollen uit hun kassen zou krabben. Tegen Diego heb ik dan ook maar niks gezegd, ik wacht wel netjes met afspreken met hem tot zij weer opgerot is. Ai, de drama's van Antigua. Naar Sin Ventura ben ik dus ook maar niet meer gegaan, ik ben gewoon met Chan terug naar huis gekeerd om een film te kijken.
Woensdagmorgen moest hij 'eventjes' naar de bank, en heb ik bijna een uur buiten op hem staan wachten. Daarna heeft hij me meegenomen naar een klein bakkertje, waar ze werkelijk alles verkopen. Ondertussen hebben we daar al iedere dag ons eten gehaald, en het is heerlijk. Daarna moest hij werken, maar in zijn pauze spraken we weer af, en nam hij me mee om een avocado-ijsje te proeven. Ik lust absoluut geen avocado, maar het ijs was lekker, zeker met de chocoladekorst er om heen. Goede combinatie! We namen onze ijsjes mee naar huis, en zijn de berg achter de appartementen op geklommen, om uit te kijken over Antigua, genietend van onze groene ijsjes.
's Avonds wilden we een rustig film- en wijnavondje houden, dus ben ik een fles wijn gaan halen - het enige dat vervolgens in de koelkast zat, de dag er voor had hij nog aardbeien, maar ik kan er van getuigen dat die volledig rot waren en verschrikkelijk smaakten, dus hebben we die maar weg gegooid - en ben met een boek naar Mc Donalds getrokken om daar op mijn gemakje iets te eten. Daarna keken we een film, maar voor we het beseften lagen we allebei al diep te slapen. Net als de dag er voor, toen viel ik ook in slaap terwijl we tv keken, en heeft hij me helemaal opgetild en omgedraaid, zodat hij het bed in kon. En vervolgens heeft hij de hele nacht wakker gelegen omdat ik telkens schokte in mijn slaap, waardoor het hele bed bewoog. Ik geloof dat hij al spijt heeft van zijn uitnodiging.
Verder kom ik de hele tijd bekenden en onbekenden tegen op straat. Meer mensen kennen me dan ik dacht, ik hoor mijn naam langs alle kanten roepen als ik door de stad wandel, soms herken ik iemand, soms heb ik werkelijk geen flauw idee meer van wie het is. Dany ken ik, die groette ik dan ook, maar nu hoor ik zijn vriend ook steeds mijn naam roepen als ik langs hun winkel kom, en voor zover ik weet heb ik die nooit eerder gezien. En dat gebeurt steeds vaker.
Donderdagavond kwam Nele aan, die ik hier in februari ontmoet heb, die eind februari naar België terug gekeerd is, en nu alweer terug hier is om haar vriendje te bezoeken. Zij belde me donderdagavond op, erg gehaast, dat haar koffer niet aangekomen was, of ik snel geld op haar telefoon kon zetten. Dus ik naar de winkel, geef ze haar nummer en vraag om er vijf euro op te zetten. De man neemt mijn telefoon aan om het nummer over te nemen, geeft me mijn gsm terug, en... al mijn berichten weg. Alles. Ontvangen berichten, verzonden berichten, opgeslagen berichten. En als je weet hoeveel waarde ik aan mijn smsjes hecht, weet je hoe ik me op dat moment voelde. Er stonden nog tientallen berichtjes in van voor mijn vertrek naar Costa Rica, allemaal afscheidssmsjes. En bovendien ben ik het soort persoon die zijn visacode in zijn gsm opslaat om die niet te vergeten, dus dit was inderdaad wel een minder fijne verrassing. En de man van de winkel maar volhouden dat hij niks gedaan had, en ik het zelf gewist moest hebben. Ja hoor, precies of ik kan niet met een gsm werken. Maar bon, ik dacht er niet langer over na, ik ben in Antigua, ik ben gelukkig, niks aan de hand. Dus trok ik terug naar huis, om ook maar eens uit te zoeken waarom ik eigenlijk al twee weken geen geld kom afhalen met mijn kaart. Omdat iemand mijn rekening geplunderd heeft. Ik vond het al raar, dat we geld konden blijven overmaken naar mijn zichtrekening, en het zo snel op bleef gaan. Blijkt mijn code gekopieerd te zijn toen ik blijkbaar mijn kaart eens gebruikte in een onbeveiligde bank, en nu is al mijn geld dus naar iemand in de Dominicaanse Republiek gegaan. Ik wist dat dit mij nog zou overkomen, het gebeurt bijna iedereen - wat maakt mij een uitzondering? - maar toch kwam het als een klap aan. Al mijn zuurverdiende centen gestolen. En meteen kreeg ik te horen dat de verzekering dit enkel terug betaalt als je met visa afhaalt. Gelukkig bleek dit niet zo te zijn, en krijg ik mijn geld netjes weer terug. Mooi zo.
Daarna ben ik Nele wat kleren gaan brengen, zodat zij hier ook wat kan overleven. Ik ben samen met haar haar oude familie gaan bezoeken, die me niet meer herkenden, maar wel nog even vriendelijk zijn als de vorige keer dat ik daar kwam, in februari. We zijn toen zelfs uit gegaan met haar gastvader. We bleven daar wat praten, daarna trokken we naar de winkel om een zak chips te kopen, daar ik nog niks gegeten had die dag. Mijn eetritme lijkt wel helemaal nergens meer op nu, aangezien ik mijn eten niet meer netjes voorgeschoteld krijg, sla ik de meeste maaltijden gewoon over uit luiheid. Chan moet me iedere morgen met geweld het bed uit trekken om me mee te krijgen voor ontbijt. Dus at ik mijn zak chips, en liepen we richting El Muro. Ik had woensdagmiddag een bericht gestuurd naar Magali, dat ik heel graag mijn oude gastfamilie zou bezoeken, en of zij me alsjeblieft zou kunnen laten weten wanneer dat in orde zou zijn voor haar, zodat er geen problemen waren. Tikt ze me daar plots op de schouder, een heel groot, intimiderend figuur. Ik moest echt naar boven staren, wat me al in een mindere positie bracht. Maar goed, ik laat me niet doen. Ik liet haar woorden over me heen gaan, ik was een leugenaar, niets van wat ik haar gezegd heb is waar, ik mag de familie zoeken wanneer ik maar wil, het maakt haar niks uit, dan weet ze gewoon dat er een leugenaar in haar huis zit. En of ik gelukkig ben omdat ik al die leugens verteld heb. Geloof wat je wilt geloven meisje, mij maakt het geen reet uit. Canche en Thierry stonden achter me, en - en dat had ik nog het minst verwacht - Thierry gaf me daarna een hele preek. Dat zij misschien zo groot was, maar mijn karakter daar nog ver boven uit torende. Dat ik een goed persoon was, dat ik niet voor problemen zorgde, dat zij zich aanstelt door mij zo als een vijand te zien. En dat zij hier alleen maar achter d'r vriendje aanloopt en totaal geen moeite doet iemand te leren kennen, zodat ze hier helemaal geen vrienden heeft, en dat ik met de halve bar beste vrienden ben, dus dat zij me echt niks kan maken. Waw, dank je Thierry.
Na El Muro zijn we nog iets gaan drinken in het huis van Eliu, en daarna weer terug gekeerd om een afterparty te zoeken. Die we werkelijk nergens vonden. Slapen dan maar.
Op vrijdag ben ik dan maar meteen naar mijn familie gegaan. Ik stuurde ze 's ochtends een berichtje dat ik 's middags langs zou komen, of ze er zouden zijn. En ze waren er. Ik werd halfdood geknuffeld, en ze hadden zelfs een kamer voor me, voor het geval ik zou willen blijven slapen daar. Nee bedankt, dan vermoordt die Magali me sowieso in mijn slaap. We hebben eventjes zitten praten, ze zitten nog steed zo met me in als vroeger. En al lachend vroeg Luis 'En, geen camera's of gsm's meer kwijtgespeeld?' 'Eentje maar' 'Een camera of een gsm?' 'Eentje van beide', moest ik beschaamd toegeven. Ze lagen in een deuk, en Luis wou meteen weer op nieuwe camerazoektocht met me, zoals een paar maand geleden. Maar ik heb nu mijn wegwerpcamera, mijn volgende camera koop ik gewoon netjes weer in België. Ook wou hij wel mee een hotel gaan zoeken voor wanneer mijn zus en moeder komen, want dat moet ik ook nog reserveren. Dus nam hij me mee naar wat gezellige hotelletjes in de buurt van mijn oude huis, en daar heb ik best wat aan gehad. Ben echt blij dat ik mijn familie weer gezien heb, schatten van mensen zijn het. Ga volgende week zeker nog eens op bezoek
Daarna ben ik naar Nele gegaan om haar nog wat spullen te nemen, daarna met Chan gaan lunchen. En ik ben mee geweest om zijn grootmoeder te bezoeken, een heel lief oud mensje. Daarna snel mijn gewassen kleren opgehaald, naar huis gerend, mij omgekleed, en naar het feest op school gegaan. APPE bestaat namelijk 20 jaar, dus er werd een groot feest gehouden - eten en drank voor iedereen. Alle leerkrachten straalbezopen, veel leerlingen waren er niet daar die meestal reizen in het weekend. En aangezien er zo goed als enkel salsa gedanst werd, werd de dansvloer ook grotendeels enkel door leerkrachten in beslag genomen. Tot we 'Ai eu se te pego' aanvroegen, toen gingen we los. Toen daarna ook nog 'Gasolina' gedraaid werd, stonden we zo te springen, dat Nele heel haar Cuba Libre over mij uitgoot. En haar tweede ook. We dansten met de leerkrachten, praten met de leerkrachten. Eentje gaf ons een hele preek over hoe voorzichtig we moeten zijn met de Latino's hier, dat een ex-studente van hem al zwanger is terug gekeerd, hoe iedereen hier liegt en draait, en wij er in zullen vallen. Goed punt. Achter de 'bar' stond een jongen uit Korea, die de hele tijd foto's van ons wou nemen. Dat lieten we dus ook maar gebeuren. Het was een heerlijk feest, toen iedereen achteraf naar huis ging, besloten wij Ricardo op te gaan zoeken, die met zijn band aan het optreden was. Van buiten leek de plaats een heel net restaurant, dus een beetje zenuwachtig bleven we voor de deur zitten. Tot een stel jongens langs liep en ons gewoon vast pakten en probeerden te kussen, toen leek het ons beter toch maar binnen te gaan. Bleek er een enorme feestzaal verborgen te zijn achterin! En het was een zalig feest, heel anders dan de 'typische' avondjes uit, en ook met veel meer locale bevolking. En ik kwam er Irvin tegen, die ik ook al niet meer gehoord of gezien had na zijn speech over Chan, die geen echte Latino is, en hij, die wél een echte Latino is. Was echt leuk om hem terug te zien. Dus dansten we op de muziek van Ricardo, daarna gingen Nele en Ricardo naar huis, en trok ik met Omar naar de afterparty, waar ik vervolgens een liefdesverklaring van drie kwartier lang van Antonio heb moeten aanhoren. Daarna hebben we op Chan gewacht, en zijn we gaan eten bij Quetzalito, waar ik in geen eeuwen nog geweest was. De laatste keer zal in februari geweest zijn. Quetzalito is de man die de hele nacht door eten verkoopt vanuit zijn busje. Dus trokken we naar daar, maar natuurlijk ben ik er in geslaagd mijn bord eten over én mezelf, én Chan heen te kiepen. Dus zat ik vol bier, Cuba Libre en etensresten - dat wordt nog een keer naar de wasserette gaan.
We aten ons heerlijke eten op, en keerden rond een uur of vier terug naar huis. Onderweg stal Chan nog een verkeersbord om in zijn kamer te hangen, gewoon omdat er Antigua op staat en hij zo van zijn stad houdt. Raar volk hier.
En vandaag ben ik met Nele informatie gaan vragen over Belize. Eventjes zag het er naar uit dat we niet meer zouden kunnen gaan, aangezien ik al mijn geld kwijt was, en zij geen kleren heeft, maar ondertussen is dat allemaal opgelost. Haar koffer is ondertussen aangekomen, ik krijg m'n geld terug, dus we zijn klaar voor vertrek. We hebben wat prijzen vergeleken, en uiteindelijk vonden we een goede deal, dus vertrekken we maandagavond richting Belize, om daar dan dinsdagmiddag aan te komen. Vrijdag zijn we al weer terug. En natuurlijk herkende ook de man van het reisbureau me nog, ik vind het echt gek dat iedereen hier iedereen zich maar blijft herinneren, terwijl er hier honderden toeristen komen. Toen we de man wilden betalen begon hij moeilijk te doen omdat het briefje gescheurd was, een minischeurtje van misschien een milimeter. Wij hadden echt niet meer geld op zak, dus zeiden dat hij het maar aan te nemen had, waarop hij zijn baas belde en die door de speaker liet zeggen dat hij het niet mocht aannemen. Na uren discussiëren, trokken we naar de supermarkt om iets kleins te kopen, en dan het wisselgeld aan hem te kunnen geven, en hem te bewijzen dat mensen wel degelijk briefjes met een klein scheurtje aannamen. En tuurlijk, geen probleem, briefje werd aangenomen. En zo kwamen we terug in het reisbureau met een grote zak nacho's en kaassaus, waarop de man ons een stoel toewees, en we nog langer in het bureau bleven rondhangen. Klanten die kwamen, dachten dat mijn nacho's van de man waren, en kwamen dus ook vrolijk mee eten. We hebben echt de hele middag daar in het reisbureau doorgebracht, tot we het welletjes vonden en maar terug naar huis gingen.
Ik heb op mijn gemak een filmpje gekeken met mijn grote zak nacho's, en duik nu mijn bed weer in, ik ben kapot. Ik schrijf weer wanneer ik terug ben uit Belize, waarschijnlijk zullen mijn teergeliefde moeder en zus hier dan al zijn.
En voor de allerlaatste keer: ik ben zo gelukkig! Het maakt me ergens gewoon bang, ik snap niet hoe ik zo verliefd op een stad kan zijn, ergens is dat gewoon zielig. En ik snap niet hoe ik zo gelukkig kan zijn, gewoon door hier rond te wandelen, gewoon door hier nu op een stoel te zitten typen. Ik snap het niet, en het maakt me bang. Dit kan niet blijven duren, ik kan niet zo gelukkig blijven. Maar het kan wel, want de drie maanden dat ik hier woonde, waren ook zo. Dus ik ga nu genieten van mijn geluk, en er niet aan proberen te denken dat ik dat binnenkort voor een tweede keer achter me moet laten. Ik hou van Antigua, ik hou zo zo zo veel van Antigua, ik wou dat ik de hele stad met me mee terug naar huis kon nemen. Zelfs de regen maakt me geen bal uit, het feit dat Nele en ik tig keer zijn uitgegleden in de straten die helemaal niet op regen voorzien zijn, maakt me geen bal uit. WANT IK BEN GELUKKIG.