zaterdag 30 juni 2012

Back home

Ik ben terug thuis. Zo voelt het tenminste. Mijn Antigua, mijn Guatemala. Ik had zo mijn twijfels voor vertrek, maar ik ben terug waar ik hoor.

Maandag kwam ik terug van mijn project, start de computer op, en krijg te horen dat mijn allerliefste moeder een vliegtuickticket voor mij terug naar Guatemala zou kopen. Ik was al van plan om terug te keren, omdat ik nog steeds dolgraag Belize wou zien, maar in bus. Een busrit van een uur of zestig, met een overnachting in Managua, Nicaragua, en een in San Salvador, El Salvador. Dus dan maakt een vliegreis van anderhalf uur wel een enorm groot verschil. Ik had nooit gedacht dat ik daadwerkelijk terug zou keren. Het spookte iedere dag door mijn gedachten, ik wou het ongelooflijk graag, maar tegelijk ontbrak me ergens de moed om er echt werk van te maken - een klein stemmetje in mijn hoofd bleef volhouden dat het zou tegenvallen. Stom stemmetje moest zijn mond gehouden hebben. Dus dit was als een geschenk van de hemel - mijn terugkomst werd voor me geregeld. En ik zou vertrekken, datzelfde weekend nog. Ik kon het niet geloven. Het ging zo snel, dat ik het ook helemaal niet besefte. Terug naar Antigua. Terug naar mijn vrienden.Terug naar de ark, terug naar Parque Central, terug naar de straatjes die al je schoenen verneuken, terug naar de enige stad ter wereld waarin ik uren kan rondwandelen zonder me ook maar een seconde te vervelen. Terug naar Antigua, mijn Antigua.

Die avond werd dus de laatste avond in El Cuartel. Ik had met Elke afgesproken aan de universiteit vlakbij haar huis, dus stond netjes op de bus te wachten, toen een taxi plots stopte en me een rit aanbood. Nee bedankt, ik wacht op mijn bus. Gratis? Ik had moeten weten dat er een addertje onder het gras zat - welke taxichauffeur neemt er nu een Gringa, een wandelende portemonnee dus, gratis mee. Maar de heer zei dat hij toch die richting uit moest, dat hij op weg was naar huis, zijn dag er op zat, en ik even goed mee kon rijden. Goed, ik de taxi in. En daar begon het. De kerel wou graag een van mijn armbandjes hebben. No can do, I'm very sorry. Alle armbandjes die ik droeg had ik in een ander land gekocht, ging ik dus echt niet afgeven. Eentje door Chan gemaakt, eentje uit Nicaragua, eentje uit Puerto Viejo, eentje gekregen aan Lago de Atitlán... Mijn haarelastiekje kon hij krijgen. Maar nee hoor, mijn nieuwe vriend de taxichauffeur wenste meer. Dus trokken we mijn schelpenbandje kapot, daar heb ik er nog van, en bonden die rond zijn pols. Hij helemaal gelukkig. Die taxichauffeurs, die sporen hier niet hoor. Als ze je niet opsluiten, proberen te kussen, of de hele weg lang door het achteruitkijkspiegeltje in je ogen staren zodat je als de dood bent ergens tegenop te knallen, dan vragen ze je de armbandjes van het lijf. Wel bedankt. En natuurlijk wou ook hij een afscheidskusje, ja hoor. En of hij me eens mee mocht nemen naar het strand. Tuurlijk. Of hij mijn nummer mocht, geef ik zo. Rare man, ben snel de auto uitgevlogen toen we stil stonden, en met een vrolijke adios afscheid genomen van de man met mijn armbandje rond z'n pols.

El Cuartel was druk, zoals gewoonlijk op maandag, maar gezellig. Van een of andere rare jongen kregen we een volle plasic zak vol marihuana in de handen geduwd, precies wat ik wou joh. Snel weer doorgegeven aan iemand anders, zonder dat hij het zag, want de jongen vond dat hij ons een geweldig cadeau gegeven had natuurlijk. Inderdaad, zal het zelfs meenemen naar huis, vriend. Maar na de avond bood hij ons wel aan ons thuis te brengen, dus stapten we de auto in bij hem en zijn twee vrienden. Die er niet zo heel blij mee waren zo'n omweg te moeten maken, en de hele rit lang hebben zitten mopperen. En de marihuana-uitdeler zat ook iets te veel over mijn been te aaien, dus toen we bij Elke haar huis waren, ben ik ook maar netjes uitgestapt, zodat ik niet in mijn uppie nog met die drie creeps mee hoefde. Maar dan had ik natuurlijk wel nog een taxi nodig, en vind dat maar eens op dat uur. Een bakker die net buiten kwam heeft bij ons staan wachten, omdat hij het te gevaarlijk vond voor ons om daar alleen te staan, terwijl hij daar duidelijk niet erg veel zin in had. Maar het was wel vriendelijk, en hij heeft een half uur bij ons gestaan, wachtend op een taxi. Die me naar huis bracht, voor geld, niet voor armbandjes dit keer.

Dinsdagmiddag ben ik met Elke en twee vrienden uit San José gaan poolen. Eerst gingen we iets eten in de mall, daarna heeft Elke haar tijd in Costa Rica afgesloten zoals ze begonnen is: met nog een piercing. En toen namen de twee ons mee naar een plaatsje om te poolen. Wij verwachtten een café, maar neen hoor. Eerst liepen we de universiteit over, die trouwens prachtig is. Ze hebben zelfs een watervalletje, een riviertje, prachtige bomen, en het terrein is reusachtig. Daarna kwamen we in de straat waar alle bars zich bevinden, dus wij waren er nog steeds van overtuigd dat we een café gingen opzoeken. Tot ze zomaar een openstaande deur binnen wandelden en de trap op gingen. Kwamen we in een klein zaaltje terecht, met vier biljarttafels en een tafeltennistafel. En allemaal veel te professioneel uitziende poolers. Ik kreeg er de kriebels van, dit zou afgaan worden. We wachtten even op een tafel, en ja hoor. Haalt Jonathan zo een handschoentje uit zijn zak, maar hij speelt alleen af en toe voor fun zegt hij. Lieve hemel. Die arme jongen wist niet wat hij met me moest aanvangen, ik bakte er niks van, de gemakkelijkste ballen mikte ik mis. Elke deed het iets beter gelukkig.

Na ons poolmiddagje zijn we nog eventjes in het park gaan zitten, daarna heb ik Elke geholpen chocolademousse te maken voor haar familie bij haar thuis. De volgende morgen wou ik terug naar het weeshuis gaan, mijn kindjes bezoeken, maar gezien mijn plotse vertrek uit Costa Rica, besloot ik dat de donderdagmorgen maar te doen. Dus ben ik woensdagochtend naar San José getrokken, terug naar het marktje waar ik al eens eerder geweest was, dit keer zonder te verdwalen. Een marktje vol handwerk, het enige dat ik gevonden heb in de modernste stad van Centraal-Amerika. Niets in vergelijking met de markten in landen als Guatemala of Nicaragua, maar toch. Ik ontdekte een heel leuk zaakje dit keer, van een oude man, een echt klein kraampje, waar je in eerste instantie nooit binnen zult gaan, maar waar je de leukste dingetjes ontdekt. Hij verkocht dingen als haaien- en dolfijnentanden, voor echte verzamelaars. En een heleboel dolken en vage munten. Een winkeltje zo klein en volgepropt, dat je je kont niet kunt keren zonder iets omver te lopen, maar waarin je uren kunt blijven staan rondkijken en steeds nieuwigheden ontdekt. Ik kocht er dan ook zo veel dat de heer dacht dat ik cadeautjes voor al m'n vrienden aan het inkopen was, maar nee hoor, dit hou ik lekker voor mezelf. Ik kocht nog wat andere kleine dingetjes, en ben dan terug richting San José getrokken, om met Elke een échte shopmiddag in de mall te houden. Waar we trouwens veel minder vonden dan verwacht, en wij maar hopen met bergen nieuwe kleren thuis te komen die niemand anders zou hebben. Helaas.

Die avond besloten we nog eens naar de bioscoop te gaan, en keken we Comando Especial, oftewel 21 Jump Street. Maar eerst kochten we de halve snoepwinkel leeg, zodat we met meer dan een kilo aan snoepgoed de hele film lang zaten te knauwen. De verkoper bleef maar lachen, terwijl wij meer en meer in onze zak smeten. Oeps. De hele film lang zaten we te lachen, het was hilarisch, alleen dacht onze nieuwe Amerikaanse vriend daar duidelijk anders over, want die zat de hele tijd maar stilletjes voor zich uit te staren.  Midden in de film stond hij ook plots op, zodat wij dachten dat hij het echt gewoon aftrapte, maar zo erg was het nog net niet, gewoon een toiletbezoekje.

Die avond moest ik mijn familie inlichten over het feit dat ik drie dagen later onverwachts al vertrok. Die keken ook nogal op, maar we hebben wel een goede pact gesloten. Ik zou mijn mond houden op school en geen woord zeggen, zij krijgen dan nog uitbetaald voor de rest van mijn verblijf terwijl ik er niet ben, de school kan dit keer niks in hun zak steken, en ik mocht mijn spullen gewoon bij de familie achterlaten, en hoefde dus niet weer met een gigantische koffer te slepen die toch al uit elkaar viel. En ze zouden mij naar het  vliegveld brengen die zaterdag, aangezien ik natuurlijk niet om vervoer kon vragen op school. Mooi geregeld leek me, en mijn familie was een stuk vriendelijker aangezien ik ze aan een pak extra geld hielp. En de school denkt nu dat ik nog netjes in San José ben, bij de familie woon en iedere dag braaf het weeshuis bezoek. Hopen dat ze niet plots mij willen spreken, want ze hebben al eens eerder naar m'n huis gebeld om met me te praten. Nuja, dat zien we dan wel weer.

Donderdagmorgen heb ik dan wel mijn project weer opgezocht, en alle laatste cadeautjes uitgedeeld die ik mee had voor de kinderen. Ze waren dolgelukkig met het memoryspel, met kaartjes die je eerst zelf moet kleuren, en waar je daarna mee kunt spelen. Dus namen we dat mee naar het park, en zaten in het zonnetje prentjes in te kleuren, tot ze het beu werden. Ik speelde voor een laatste keer met Armando, die het nog steeds niet beu is om te doen alsof hij niet wil spelen zodat ik achter hem aan moet rennen en hem moet oppakken. Als ik niet kom, komt hij naar mij gelopen - 'Tijd om me op te pakken! Ik wil niet spelen!' Een schatje, maar vermoeiend. Ik speelde op de wipplank met de kleine Daniëlle, Brenda en Ashley, en het was echt een mooie afsluiter van mijn tijd met die kinderen. Alleen jammer dat mijn liefste José naar school is beginnen gaan, die had ik ook graag nog eens gezien.

En toen ik naar de bushalte terug liep, stond Josue me op te wachten. Best eng. Die leerde ik kennen toen ik daar werkte, stond een keer op straat toen ik langs liep, en nadien stond hij iedere dag op diezelfde plek op de hoek van de straat. Na drie dagen had hij de moed gevonden om me te volgen en naast me te komen zitten aan de bushalte, en me helemaal uit te horen. Bleek hij in de twee weken dat ik niet gewerkt heb, ook iedere dag op straat hebben staan wachten op me. Best een eng idee, maar hijzelf valt wel mee. Dus daar kwam hij weer. Of ik alsjeblieft mijn bus niet wou laten gaan zodat we langer konden praten? Of ik dan niet de bus voor hem ook wou betalen zodat we op de bus verder konden praten? Nee joh. Dus heb ik hem mijn emailadres maar gegeven, en nu een gigantisch lange mail ontvangen over hoe blij hij is iemand als ik te hebben ontmoet, en hoe graag hij me terug wil zien. En ergens klinkt het heel lachwekkend, alles wat hij zegt, maar tegelijk zit er wel diepte in zijn woorden, en kan ik hem niet afstempelen als een rare man die toeristen staat op te wachten op straat omdat hij niks beters te doen heeft. Ik zal dus toch maar antwoorden op de mail.

Die middag zou Elke naar Dominical gaan, normaal met mij, maar aangezien ik plots een hele kamer in te pakken had, plus zeker de volgende dag al terug moest zijn en het zeven uur rijden was, was dit niet meer mogelijk. Iets anders zoeken dus, dan kon zij de volgende morgen met de andere meisjes samen naar daar vertrekken. Dus kwam ik op het idee dan naar Jacó te gaan voor een nachtje. Wat ook niet mogelijk meer bleek. Het was alsof werkelijk alles tegen zat, daarna ontdekte ik dat er vlakbij San José een 'Ojo de agua' was, dus een natuurlijke badplaats. Volgens mijn reisgids gingen alle families van San José en omstreken daarheen om te zwemmen, dus het was niet echt een toeristische plek. Maar toen we op school vroegen hoe we er konden geraken, kon niemand ons helpen. Daar werd niet opgenomen, de tijd kroop voorbij, we speelden nog met het idee een taxi te nemen, toen bleek dat het twee uur later al zou sluiten. Mooi. Daar stonden we dan, op onze laatste middag samen in Costa Rica, met helemaal niets te doen. We zijn aan de kant van de spoorweg gaan zitten in de hoop daar wat inspiratie op te doen, en vervolgens naar de mall getrokken om de twintig dollar op te maken die nog over was van mijn 'verjaardagcadeautje' van mams. Uiteindelijk zijn we heel relaxed in een Spa beland, op een massagestoel, terwijl we een manicure kregen. Eerste manicure ooit, en dat was te merken aan mijn brokkelige afgeknaagde nageltjes ook. Dus lieten we ons heerlijk verwennen - een mooie afwisseling in ons harde leven van vrijwilligerswerken in het arme Latijns-Amerika. Diezelfde middag kwam ik voor de eerste keer twee vrouwen in typische Mayaklederdracht tegen in Costa Rica, in de mall notabene. Dit zag ik als een teken - ik moest terug naar Antigua, ik had geen keus.

En toen was het tijd om afscheid te nemen. Toch heel blij dat ik hier zo veel met Elke meegemaakt heb, en dat we na zo lang beste vriendinnen geweest te zijn en elkaar vervolgens vijf jaar niet gezien hebben, nu echt weer 'reunited' zijn. We hebben hier geweldige dingen meegemaakt samen, en ben er zeker van dat dat terug in België ook weer gebeuren zal! Wie kan dat nu zeggen, dat hij zijn vroegere buurmeisje die hij al vijf naar niet gezien heeft, plots tegenkomt aan de andere kant van de wereld...

Die avond ben ik dan ook begonnen met in te pakken. Wat natuurlijk veel meer werk was dan verwacht, en ik tot zaterdag net voor vertrek mee bezig geweest ben. Uiteindelijk zit nu mijn grote koffer helemaal vol, en heb ik nu twee weekendtassen en een rugzak vol mee. Ik snap echt niet waar al die spullen vandaan komen, maar bon. Zorgen voor als ik terug naar huis moet. Ik vind het zelf al een hele prestatie dat ik slechts twee weekendtassen mee heb terwijl ik toch een maand weg blijf. Op 23 juli keer ik pas terug naar Costa Rica - de zevende, volgende zaterdag dus, komen mama en Domi hier aan, en laat ik hen mijn Guatemala en het mooie Costa Rica zien.

Op vrijdag wou ik nog even naar een paar winkels, wat eten kopen voor onderweg en dergelijke, en een taart voor mijn familie halen. Koop ik een schijtdure chocoladetaart, begint het te gieten. En toen vond ik het internetcafé natuurlijk niet, dat ik nodig had om mijn ticket uit te kunnen printen. Dus ben ik in de gietende regen helemaal verdwaald, en liep ik meer dan twee uur lang met een gigantische doorweekte taartdoos door  de straten. Heerlijk dagje dus. Uiteindelijk vond ik het internetcafé, en bleek die twee straten van mijn huis gelegen te zijn. Was ik helemaal van de stad naar huis gewandeld, om vervolgens voor de laatste minuut toch een bus te moeten nemen, wou ik nog iets van mijn taart overhouden.

De rest van de dag en zaterdag ben ik gewoon thuis gebleven. Zaterdag heeft Mariam een heerlijke lasagne gemaakt als laatste maal samen, met werkelijk alles er op en er aan. Lasagne met kip, ham, tomaat, champignons, meer kaas dan ik kon wensen, macaroni... Alles. Ik genoot.

En om vier uur 's middags vertrokken we richting vliegveld. De hele weg in de auto heb ik met Andrés zitten spelen, aan het vliegveld heb ik een tijd met een vrouw staan praten om de tijd wat te doden, daarna een film gekeken terwijl ik wachtte tot de gate opende, en voor ik het wist zat ik op het vliegveld. Even voor vertrek van thuis schoten de tranen in mijn ogen. Deed ik er wel goed aan om terug te keren? Zou het niet alleen maar tegenvallen? Wilden ze me daar echt wel nog zien? Ik was helemaal in de war, en wist niet meer goed of ik nu blij of verdrietig was, maar alle twijfels vielen weg toen het vliegveld de grond raakte, en ik hoorde afroepen dat we landden in Guatemala City. De tranen vloeiden over mijn wangen. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest ergens aan te komen, nog nooit. Dit was geen slechte beslissing, dit was een van de beste beslissingen die ik had gemaakt. Antigua is mijn thuis, Guatemala is mijn land. Nergens heb ik me nog zo thuis gevoeld, niet in Nederland, niet in België, nergens. Ik kon niet stoppen met huilen, en glimlachte de hele avond lang. Ik kon het echt niet helpen, had geen keus. Ik lachte. En lachte. Ik groette iedereen die ik tegenkwam, en voor het eerst in lange tijd werd ik weer door iedereen terug begroet. Ik was thuis.

Het mooiste was nog, dat terwijl ik lachend de deur uit liep, en alle angsten reeds vervlogen waren, ik als eerste een vrouw zag staan met een bordje met mijn naam erop - de shuttle die Karlijn voor me geboekt had. Zij belde de chauffeur op, en zodra de deur van de shuttle open ging, hoorde ik 'Maximoooon!' Maximon. Niemand heeft me Maximon genoemd in tien weken. En hier kom ik dan, terug in Guatemala, waar ik iedereen ken, waar iedereen mij kent. Hoe toevallig is dat - werd ik opgehaald door dezelfde persoon die ons in mijn tweede weekend naar Semuc Champey gebracht had, en hij was me nog steeds niet vergeten. Ik lachte. Je kunt je gewoon niet voorstellen hoe gelukkig ik hier ben, dit is waar ik thuis hoor.

Ik zag een bordje 'Antigua 12 km', en daar waren de tranen weer. Ik huilde, ik lachte, ik huilde. Ik herkende de straat waar Chan, en Karlijn deze maand nu ook, woont, en kon niet gelukkiger zijn. Helemaal niet. Karlijn zou die dinsdag vertrekken, dus kon ik nog drie daagjes bij haar wonen voor ze vertrok, wel zo handig. Ik zette snel mijn spullen binnen neer, stuurde een mailtje naar mijn familie dat ik goed aangekomen was, en in geen tijd was ik weer op de hoogte van alle roddels van Antigua. Nog steeds hetzelfde soort verhalen natuurlijk - echt gek eigenlijk hoe we in Costa Rica totaal niet veel met dit soort Latino's in contact kwamen. Maar ook hier in Antigua waren het enkel de studenten van APPE, de school waar ik naartoe ging, die zoveel met de Guatemalteken omgingen. Van studenten van andere scholen hoor je veel minder verhalen. Maar des te beter, want anders had ik nu mooi geen vrienden gehad hier in Antigua, en de vrienden die ik hier heb ontmoet, hadi k echt niet willen missen. Doordat ik zo snel terugkwam, wist niemand precies wanneer ik er precies zou zijn, dus Eliu schrok zich een ongeluk toen hij zijn huis uit kwam om te bellen - hij woont naast Karlijn - en mij daar zag staan. Hij gooide zijn gsm meteen aan de kant, sprong op me af, zwierde me rond en riep luid 'Que putas, ya regresaste vos? Que buena onda!' Awh, ik heb het groffe taaltje van Guatemala gemist, in Costa Rica zijn ze veel te beleefd met hun ge-u altijd.

Maar het was dus een perfecte terugkomst. Daarna zijn we nog langs El Muro gegaan, mijn lievelingsbar, waar de uitbaters hun ogen niet konden geloven. Maar ja, ik ben terug! En er zijn die dag een heleboel herinneringen opgehaald, dat is zeker. Daarna zijn we nog naar Sin Ventura gegaan, waar ik José, Mariano, Mickey en Antonio terugzag. José me natuurlijk meteen uithoren over hoeveel jongens ik daar heb leren kennen en of ik wel voorzichtig ben want hij is immers nog steeds mijn broertje, mijn beschermer. Aiaiai. Mariano liep al helemaal te wankelen toen we toekwamen, dus die heeft me gewoon vijf keer dezelfde vragen gesteld. Mickey en Antonio knuffelden me de hele tijd, Antonio kon me echt niet los laten, hij wist zelfs niet dat ik terug zou komen, en was dus helemaal gelukkig. Ik heb écht goede vrienden gevonden hier. Hetzelfde op de afterparty in Riki's - waar ik natuurlijk meteen gewaarschuwd werd dat ik niet weer in slaap mocht vallen op het toilet - waar ik Omar terug zag. Omar, mijn lievelingshomo. Ik kwam de wc uit gelopen, hoorde mijn naam roepen, en nog voor ik me omdraaide, had iemand me in zijn armen, werd ik door de lucht gezwierd, en belandde ik met die persoon op de grond. Ook JD heeft me uitbundig gegroet, net als de 'Chico loco', die me plots langs achter beet pakte en schreeuwde dat zijn lievelingstoerist terug was, en of ik alsjeblieft nog steeds praatte zoals vroeger, met al mijn geputa en gevloek. Ja hoor.

Het was zo leuk terugkomen, ik kan het nog steeds niet geloven. Toen Chan om drie uur klaar met werken was, is hij ons komen ophalen aan het park, en ik was echt blij hem terug te zien. Om iedereen terug te zien. Ik kan alleen echt niet geloven dat ik nu ook een tweede keer afscheid moet nemen van iedereen. Chan was vooral gewoon blij dat ik nog leefde. Die was er zeker van dat ik Costa Rica niet zou overleven, omdat er daar niemand was die voor me zorgde. Dus nu heeft hij zich weer helemaal over mij ontfermd: 'Maxi, we gaan. Maxi, we gaan nu. Maxi, kom! Maxi, pas op voor de auto's. Maxi, steek de straat niet over. Maxi, wacht. Maxi, pas op want het meisje dat je wilt vermoorden staat achter je. Maxi, pas op want dit is heet. Maxi, slaap niet in het toilet. Maxi, Maxi, Maxi.' Ik word er soms echt gek van, maar hij bedoelt het goed. En hij zegt dat dat is wat hij het leukste aan me vind - dat hij voor me moet zorgen, dus dan laat ik hem dat maar doen.

De volgende morgen zijn Karlijn en ik samen gaan ontbijten, daarna hebben we gewoon wat door Antigua geslenterd. We kwamen langs Parque Central, ik liep weer onder de ark door, we gingen naar de prachtige mercado, ik keek mijn ogen uit op alle kleuren van de stad, staarde naar de Mayavrouwen met hun prachtige kledij... Die avond kwamen we op het idee Cerro de la Cruz te gaan bezoeken in het donker, en uit te kijken over alle lichtjes van Antigua. Daarvoor ging Karlijn met haar vroegere gastfamilie uit eten, en net op het moment dat zij de deur uit liep, stond Ricardo bij ons voor de deur. Waar ik uiteindelijk ook bijna iedere dag mee omging voor ik vertrok, dus alles was perfect, ergens leek het alsof ik nooit was weg geweest. We wilden samen film kijken, maar aangezien niks lukte, zijn we dan maar binnengevallen op Eliu's bikersfeestje, en heb ik daar achteraf film gekeken met Eliu, Ricardo en Pablo. En een hele hoop herinneringen zitten ophalen. Tot het tijd was om Karlijn te gaan zoeken, en de berg naar het kruis op te klimmen. We wilden iets te drinken meenemen, maar aangezien de winkel al gesloten was, dachten we dat we het zonder drank moesten doen. Maar dan hadden we niet op Doña Cerveza gerekend, een vrouwtje die flessen bier verkoopt aan eender wie er op haar deur klopt. Dus klopten wij op de muur, het oud mensje deed open, en verkocht ons twee liters bier. Daarom hou ik van Antigua, het zit vol verrassingen.

En toen begonnen we aan de zware klim, de jongens toch ietwat bang omdat er daar al genoeg overvallen gebeuren, en je het best wel uitlokt als je dan ook nog eens midden in de nacht naar boven trekt. Ze maakten steeds ruzie over wie er voor- of achterop moest lopen, en wij huppelden maar door. Maar het was het helemaal waard. We dronken ons bier aan het kruis, keken uit over heel Antigua, herkenden onze favoriete plekjes, praatten, lachten. Tot het tijd was om terug te gaan, en een tweede bezoekje aan Dona Cerveza te brengen. Op de terugweg zijn we Eliu wel kwijtgeraakt, en waar iedereen eerst zo bang was, liepen ze nu gewoon door zonder hun vriend - die zou wel weer terecht komen. En hij kwam ook snel weer terecht, was gewoon een plasje gaan doen blijkbaar.

Daarna liepen we naar het park, waar Eliu en ik op het slimme idee kwamen de fontein in te springen. Nu we toch al bezig waren met de typische dingen van de stad, konden we dat er even goed ook nog bij nemen, dachten we. Slim plan. Dus sprongen we de fontein in, die om dood te vriezen zo koud was. Na de eerste etage had ik het wel gehad, maar ik had Eliu zo aangespoord, dat ik echt niet meer terug kon krabbelen. En terwijl ik stond te twijfelen op het randje van de tweede 'verdieping', sprong Eliu er al in, en spatte me helemaal onder. Waarna ik geen excuus meer had er niet in te gaan, dus ging ook ik maar kopje onder. Doorweekt en bevroren kropen we er arm in arm weer uit, elkaar verwarmend zo goed als het kon, maar da's natuurlijk redelijk moeilijk, als je allebei een koude brok bent. We kropen terug in onze trui, en renden naar La Sala, om ons wat op te warmen. Waar ik mijn 'primo' tegen het lijf liep die me woest aankeek omdat ik terug was zonder iets te laten weten. Oeps. Ook Hannah terug gezien, de oudere vrouw met wie ik eens salsa heb staan dansen op straat, midden in de nacht, midden in de regen. Echt een gek vrouwmens, maar hilarisch. En natuurlijk was Omar daar ook, die ik echt overal tegenkom. En zodra hij zag hoe nat ik wou, wou hij ook. Dus renden we terug naar de fontein en sprongen er nog eens in, hij in zijn boxershort. Er liepen een heleboel mensen voorbij, en we werden hard toegejuichd. De volgende dag spraken wildvreemden ons zelfs aan dat ze ons in de fontein hadden zien springen. Ik bevroor zowat, maar je kunt Antigua echt niet verlaten zonder in de fontein te springen!

Daarna zijn we nog wat in het park blijven zitten, tot Eliu en ik het echt niet meer aankonden, en we richting huis getrokken zijn, richting warme douche. Thuis aangekomen kwam Eliu op het idee Chan uit zijn bed te gaan trommelen, die helemaal niks meer wou doen, en ons alleen maar boos aankeek en een kussen over zijn hoofd trok. Maar een uur later stond hij wel op mijn bed te springen, terwijl ik net in slaap lag. Ik had hem wakker gemaakt, nu mocht ik ook niet meer slapen. Dus heb ik tot half vijf 's ochtends met hem zitten praten, en we hebben werkelijk alles aan elkaar verteld wat er de afgelopen maanden gebeurd is. Ookal was ik doodop en had het ijskoud, was het wel een fijne nacht.

Op maandag ben ik met Karlijn en Lea mee geweest om hun oude project te bezoeken, hebben we oude kleren aan projecten uitgedeeld, zijn we naar de markt gegaan, waar ik opnieuw helemaal onder de indruk was van de lage prijzen hier, ben ik helemaal niet meer gewend. Waar ik eerst een halve euro veel vond voor een armbandje hier, betaal ik nu weer veel te veel. Da's terug wennen.

Verder hebben we weer rondgewandeld, iets gegeten, en 's avonds wou ze afscheid gaan nemen van de familie van Mariano. Dus stond Chan bij mij voor de deur, om te praten. We hebben een heel lang gesprek gehad, hij wou namelijk dat ik bij hem kwam wonen zodra Karlijn weg was, maar ik wist niet of het echt een goed idee was. Ik ben er eerder na het uitgaan of na het werk al blijven slapen, om niet alleen naar huis te moeten, maar om er echt te wonen - da's toch iets anders. Maar we hebben lang gepraat, en ik mocht er echt wonen, gewoon als vrienden, zonder bijbedoelingen, dus heb ik de volgende dag Karlijn haar appartement opgeruimd, mijn boeltje gepakt, en ben ik bij hem ingetrokken. Ondertussen woon ik hier al een paar dagen en het gaat reuzegoed, veel beter dan moest ik in een hotel zitten. Ik hoef nooit afspraken te maken, heb hier altijd vrienden om mee rond te hangen, en heb het reuze naar mijn zin hier. Al is het een typisch appartement van een single jongeman - het is vuil, en stinkt. Maar ik kwam van het appartement van Karlijn, wat eigenlijk ook meer een jongenshol leek - we ruimden niks op, maakten niet schoon, overal lagen etensresten en kleren, we hadden pannenkoeken proberen bakken, en toen dat mislukte hebben we de pan maar buiten gezet om de restjes opgegeten te laten worden door mieren. We hadden geen water in huis, dus dronken sprite om medicijnen te slikken of na het tanden poetsen. Het leek helemaal nergens op, maar de overgang van haar appartement naar deze was dus allesbehalve groot.

Maandagavond was dan de laatste avond van Karlijn, dus zijn we naar café Porque No gegaan, waar ze ook haar eerste avond doorgebracht had, dus dat was best symbolisch. Ook zag ik daar Canche terug, die me meteen weer in de nek beet, en Thierry, die plots ook een veel betere vriend is dan eerst. We dronken daar wat met ons groepje, en trokken daarna naar het park om daar wat te drinken. Het was een geslaagde afsluiter, dat zeker.

De volgende dag hebben we gebruncht met empanadas, in het park gezeten, afgesproken met een non, nogmaals het project bezocht, een laatste keer onder de ark doorgewandeld, en Karlijn uitgezwaaid. Het afscheid was moeilijk - de dag er voor hadden we afscheid genomen van Chloé, die in hetzelfde huis woondde, en Karlijn was dus de laatste van het hechte groepje van vier die in dat huis woondde. De familie in tranen, Karlijn in tranen, ik in tranen. Maar heel toevallig was het Lester die haar naar het vliegveld bracht, die indertijd ook mij gebracht heeft, en dezelfde is van de striptease in Semuc, dus dat maakte het kringetje hlemaal rond. Het is raar dat Karlijn weg is, zij was hier altijd, heeft hier zo veel meegemaakt. Maar we komen zeker terug - ergens ben ik tegen terugkomen naar dezelfde plaatsen en wil ik liever meer andere plekken van de wereld ontdekken, maar nu ik zeker weet hoe gelukkig deze stad me maakt, maakt dat me helemaal niets meer uit. Het is mijn Antigua, en ik kom terug zo vaak als ik kan.

Die middag heb ik een lang dutje gedaan, heb mijn spullen naar Chans appartement gebracht, en 's avonds was het dan tijd om naar Monoloco te gaan. Het was gezellig, ik ken geen enkele toerist meer hier, wat er op neer komt dat ik een groot stuk van de avond meisjes zit te keuren met Mickey, José en Mariano. Maar ik ben wel blij dat zij de hele tijd bij me waren, want Magali is terug. Een week voor mijn terugkomst is zij ook terug gekeerd. Magali is het vriendinnetje van Diego, het meisje dat me wekenlang heeft gestalkt op facebook, me met plezier de nek om zou draaien, en nu in mijn oude gastfamilie woont. Heel fijn dus. Ze keek me echt aan alsof ze me wou vermoorden, toen een onwetende vriend van Diego naar me toe kwam en zij dat ze het misten om met me rond te hangen, dacht ik echt dat ze mijn oogbollen uit hun kassen zou krabben. Tegen Diego heb ik dan ook maar niks gezegd, ik wacht wel netjes met afspreken met hem tot zij weer opgerot is. Ai, de drama's van Antigua. Naar Sin Ventura ben ik dus ook maar niet meer gegaan, ik ben gewoon met Chan terug naar huis gekeerd om een film te kijken.

Woensdagmorgen moest hij 'eventjes' naar de bank, en heb ik bijna een uur buiten op hem staan wachten. Daarna heeft hij me meegenomen naar een klein bakkertje, waar ze werkelijk alles verkopen. Ondertussen hebben we daar al iedere dag ons eten gehaald, en het is heerlijk. Daarna moest hij werken, maar in zijn pauze spraken we weer af, en nam hij me mee om een avocado-ijsje te proeven. Ik lust absoluut geen avocado, maar het ijs was lekker, zeker met de chocoladekorst er om heen. Goede combinatie! We namen onze ijsjes mee naar huis, en zijn de berg achter de appartementen op geklommen, om uit te kijken over Antigua, genietend van onze groene ijsjes.

's Avonds wilden we een rustig film- en wijnavondje houden, dus ben ik een fles wijn gaan halen - het enige dat vervolgens in de koelkast zat, de dag er voor had hij nog aardbeien, maar ik kan er van getuigen dat die volledig rot waren en verschrikkelijk smaakten, dus hebben we die maar weg gegooid - en ben met een boek naar Mc Donalds getrokken om daar op mijn gemakje iets te eten. Daarna keken we een film, maar voor we het beseften lagen we allebei al diep te slapen. Net als de dag er voor, toen viel ik ook in slaap terwijl we tv keken, en heeft hij me helemaal opgetild en omgedraaid, zodat hij het bed in kon. En vervolgens heeft hij de hele nacht wakker gelegen omdat ik telkens schokte in mijn slaap, waardoor het hele bed bewoog. Ik geloof dat hij al spijt heeft van zijn uitnodiging.

Verder kom ik de hele tijd bekenden en onbekenden tegen op straat. Meer mensen kennen me dan ik dacht, ik hoor mijn naam langs alle kanten roepen als ik door de stad wandel, soms herken ik iemand, soms heb ik werkelijk geen flauw idee meer van wie het is. Dany ken ik, die groette ik dan ook, maar nu hoor ik zijn vriend ook steeds mijn naam roepen als ik langs hun winkel kom, en voor zover ik weet heb ik die nooit eerder gezien. En dat gebeurt steeds vaker.

Donderdagavond kwam Nele aan, die ik hier in februari ontmoet heb, die eind februari naar België terug gekeerd is, en nu alweer terug hier is om haar vriendje te bezoeken. Zij belde me donderdagavond op, erg gehaast, dat haar koffer niet aangekomen was, of ik snel geld op haar telefoon kon zetten. Dus ik naar de winkel, geef ze haar nummer en vraag om er vijf euro op te zetten. De man neemt mijn telefoon aan om het nummer over te nemen, geeft me mijn gsm terug, en... al mijn berichten weg. Alles. Ontvangen berichten, verzonden berichten, opgeslagen berichten. En als je weet hoeveel waarde ik aan mijn smsjes hecht, weet je hoe ik me op dat moment voelde. Er stonden nog tientallen berichtjes in van voor mijn vertrek naar Costa Rica, allemaal afscheidssmsjes. En bovendien ben ik het soort persoon die zijn visacode in zijn gsm opslaat om die niet te vergeten, dus dit was inderdaad wel een minder fijne verrassing. En de man van de winkel maar volhouden dat hij niks gedaan had, en ik het zelf gewist moest hebben. Ja hoor, precies of ik kan niet met een gsm werken. Maar bon, ik dacht er niet langer over na, ik ben in Antigua, ik ben gelukkig, niks aan de hand. Dus trok ik terug naar huis, om ook maar eens uit te zoeken waarom ik eigenlijk al twee weken geen geld kom afhalen met mijn kaart. Omdat iemand mijn rekening geplunderd heeft. Ik vond het al raar, dat we geld konden blijven overmaken naar mijn zichtrekening, en het zo snel op bleef gaan. Blijkt mijn code gekopieerd te zijn toen ik blijkbaar mijn kaart eens gebruikte in een onbeveiligde bank, en nu is al mijn geld dus naar iemand in de Dominicaanse Republiek gegaan. Ik wist dat dit mij nog zou overkomen, het gebeurt bijna iedereen - wat maakt mij een uitzondering? - maar toch kwam het als een klap aan. Al mijn zuurverdiende centen gestolen. En meteen kreeg ik te horen dat de verzekering dit enkel terug betaalt als je met visa afhaalt. Gelukkig bleek dit niet zo te zijn, en krijg ik mijn geld netjes weer terug. Mooi zo.

Daarna ben ik Nele wat kleren gaan brengen, zodat zij hier ook wat kan overleven. Ik ben samen met haar haar oude familie gaan bezoeken, die me niet meer herkenden, maar wel nog even vriendelijk zijn als de vorige keer dat ik daar kwam, in februari. We zijn toen zelfs uit gegaan met haar gastvader. We bleven daar wat praten, daarna trokken we naar de winkel om een zak chips te kopen, daar ik nog niks gegeten had die dag. Mijn eetritme lijkt wel helemaal nergens meer op nu, aangezien ik mijn eten niet meer netjes voorgeschoteld krijg, sla ik de meeste maaltijden gewoon over uit luiheid. Chan moet me iedere morgen met geweld het bed uit trekken om me mee te krijgen voor ontbijt. Dus at ik mijn zak chips, en liepen we richting El Muro. Ik had woensdagmiddag een bericht gestuurd naar Magali, dat ik heel graag mijn oude gastfamilie zou bezoeken, en of zij me alsjeblieft zou kunnen laten weten wanneer dat in orde zou zijn voor haar, zodat er geen problemen waren. Tikt ze me daar plots op de schouder, een heel groot, intimiderend figuur. Ik moest echt naar boven staren, wat me al in een mindere positie bracht. Maar goed, ik laat me niet doen. Ik liet haar woorden over me heen gaan, ik was een leugenaar, niets van wat ik haar gezegd heb is waar, ik mag de familie zoeken wanneer ik maar wil, het maakt haar niks uit, dan weet ze gewoon dat er een leugenaar in haar huis zit. En of ik gelukkig ben omdat ik al die leugens verteld heb. Geloof wat je wilt geloven meisje, mij maakt het geen reet uit. Canche en Thierry stonden achter me, en - en dat had ik nog het minst verwacht - Thierry gaf me daarna een hele preek. Dat zij misschien zo groot was, maar mijn karakter daar nog ver boven uit torende. Dat ik een goed persoon was, dat ik niet voor problemen zorgde, dat zij zich aanstelt door mij zo als een vijand te zien. En dat zij hier alleen maar achter d'r vriendje aanloopt en totaal geen moeite doet iemand te leren kennen, zodat ze hier helemaal geen vrienden heeft, en dat ik met de halve bar beste vrienden ben, dus dat zij me echt niks kan maken. Waw, dank je Thierry.

Na El Muro zijn we nog iets gaan drinken in het huis van Eliu, en daarna weer terug gekeerd om een afterparty te zoeken. Die we werkelijk nergens vonden. Slapen dan maar.

Op vrijdag ben ik dan maar meteen naar mijn familie gegaan. Ik stuurde ze 's ochtends een berichtje dat ik 's middags langs zou komen, of ze er zouden zijn. En ze waren er. Ik werd halfdood geknuffeld, en ze hadden zelfs een kamer voor me, voor het geval ik zou willen blijven slapen daar. Nee bedankt, dan vermoordt die Magali me sowieso in mijn slaap. We hebben eventjes zitten praten, ze zitten nog steed zo met me in als vroeger. En al lachend vroeg Luis 'En, geen camera's of gsm's meer kwijtgespeeld?' 'Eentje maar' 'Een camera of een gsm?' 'Eentje van beide', moest ik beschaamd toegeven. Ze lagen in een deuk, en Luis wou meteen weer op nieuwe camerazoektocht met me, zoals een paar maand geleden. Maar ik heb nu mijn wegwerpcamera, mijn volgende camera koop ik gewoon netjes weer in België. Ook wou hij wel mee een hotel gaan zoeken voor wanneer mijn zus en moeder komen, want dat moet ik ook nog reserveren. Dus nam hij me mee naar wat gezellige hotelletjes in de buurt van mijn oude huis, en daar heb ik best wat aan gehad. Ben echt blij dat ik mijn familie weer gezien heb, schatten van mensen zijn het. Ga volgende week zeker nog eens op bezoek

Daarna ben ik naar Nele gegaan om haar nog wat spullen te nemen, daarna met Chan gaan lunchen. En ik ben mee geweest om zijn grootmoeder te bezoeken, een heel lief oud mensje. Daarna snel mijn gewassen kleren opgehaald, naar huis gerend, mij omgekleed, en naar het feest op school gegaan. APPE bestaat namelijk 20 jaar, dus er werd een groot feest gehouden - eten en drank voor iedereen. Alle leerkrachten straalbezopen, veel leerlingen waren er niet daar die meestal reizen in het weekend. En aangezien er zo goed als enkel salsa gedanst werd, werd de dansvloer ook grotendeels enkel door leerkrachten in beslag genomen. Tot we 'Ai eu se te pego' aanvroegen, toen gingen we los. Toen daarna ook nog 'Gasolina' gedraaid werd, stonden we zo te springen, dat Nele heel haar Cuba Libre over mij uitgoot. En haar tweede ook. We dansten met de leerkrachten, praten met de leerkrachten. Eentje gaf ons een hele preek over hoe voorzichtig we moeten zijn met de Latino's hier, dat een ex-studente van hem al zwanger is terug gekeerd, hoe iedereen hier liegt en draait, en wij er in zullen vallen. Goed punt. Achter de 'bar' stond een jongen uit Korea, die de hele tijd foto's van ons wou nemen. Dat lieten we dus ook maar gebeuren. Het was een heerlijk feest, toen iedereen achteraf naar huis ging, besloten wij Ricardo op te gaan zoeken, die met zijn band aan het optreden was. Van buiten leek de plaats een heel net restaurant, dus een beetje zenuwachtig bleven we voor de deur zitten. Tot een stel jongens langs liep en ons gewoon vast pakten en probeerden te kussen, toen leek het ons beter toch maar binnen te gaan. Bleek er een enorme feestzaal verborgen te zijn achterin! En het was een zalig feest, heel anders dan de 'typische' avondjes uit, en ook met veel meer locale bevolking. En ik kwam er Irvin tegen, die ik ook al niet meer gehoord of gezien had na zijn speech over Chan, die geen echte Latino is, en hij, die wél een echte Latino is. Was echt leuk om hem terug te zien. Dus dansten we op de muziek van Ricardo, daarna gingen Nele en Ricardo naar huis, en trok ik met Omar naar de afterparty, waar ik vervolgens een liefdesverklaring van drie kwartier lang van Antonio heb moeten aanhoren. Daarna hebben we op Chan gewacht, en zijn we gaan eten bij Quetzalito, waar ik in geen eeuwen nog geweest was. De laatste keer zal in februari geweest zijn. Quetzalito is de man die de hele nacht door eten verkoopt vanuit zijn busje. Dus trokken we naar daar, maar natuurlijk ben ik er in geslaagd mijn bord eten over én mezelf, én  Chan heen te kiepen. Dus zat ik vol bier, Cuba Libre en etensresten - dat wordt nog een keer naar de wasserette gaan.

We aten ons heerlijke eten op, en keerden rond een uur of vier terug naar huis. Onderweg stal Chan nog een verkeersbord om in zijn kamer te hangen, gewoon omdat er Antigua op staat en hij zo van zijn stad houdt. Raar volk hier.

En vandaag ben ik met Nele informatie gaan vragen over Belize. Eventjes zag het er naar uit dat we niet meer zouden kunnen gaan, aangezien ik al mijn geld kwijt was, en zij geen kleren heeft, maar ondertussen is dat allemaal opgelost. Haar koffer is ondertussen aangekomen, ik krijg m'n geld terug, dus we zijn klaar voor vertrek. We hebben wat prijzen vergeleken, en uiteindelijk vonden we een goede deal, dus vertrekken we maandagavond richting Belize, om daar dan dinsdagmiddag aan te komen. Vrijdag zijn we al weer terug. En natuurlijk herkende ook de man van het reisbureau me nog, ik vind het echt gek dat iedereen hier iedereen zich maar blijft herinneren, terwijl er hier honderden toeristen komen. Toen we de man wilden betalen begon hij moeilijk te doen omdat het briefje gescheurd was, een minischeurtje van misschien een milimeter. Wij hadden echt niet meer geld op zak, dus zeiden dat hij het maar aan te nemen had, waarop hij zijn baas belde en die door de speaker liet zeggen dat hij het niet mocht aannemen. Na uren discussiëren, trokken we naar de supermarkt om iets kleins te kopen, en dan het wisselgeld aan hem te kunnen geven, en hem te bewijzen dat mensen wel degelijk briefjes met een klein scheurtje aannamen. En tuurlijk, geen probleem, briefje werd aangenomen. En zo kwamen we terug in het reisbureau met een grote zak nacho's en kaassaus, waarop de man ons een stoel toewees, en we nog langer in het bureau bleven rondhangen. Klanten die kwamen, dachten dat mijn nacho's van de man waren, en kwamen dus ook vrolijk mee eten. We hebben echt de hele middag daar in het reisbureau doorgebracht, tot we het welletjes vonden en maar terug naar huis gingen.

Ik heb op mijn gemak een filmpje gekeken met mijn grote zak nacho's, en duik nu mijn bed weer in, ik ben kapot. Ik schrijf weer wanneer ik terug ben uit Belize, waarschijnlijk zullen mijn teergeliefde moeder en zus hier dan al zijn.

En voor de allerlaatste keer: ik ben zo gelukkig! Het maakt me ergens gewoon bang, ik snap niet hoe ik zo verliefd op een stad kan zijn, ergens is dat gewoon zielig. En ik snap niet hoe ik zo gelukkig kan zijn, gewoon door hier rond te wandelen, gewoon door hier nu op een stoel te zitten typen. Ik snap het niet, en het maakt me bang. Dit kan niet blijven duren, ik kan niet zo gelukkig blijven. Maar het kan wel, want de drie maanden dat ik hier woonde, waren ook zo. Dus ik ga nu genieten van mijn geluk, en er niet aan proberen te denken dat ik dat binnenkort voor een tweede keer achter me moet laten. Ik hou van Antigua, ik hou zo zo zo veel van Antigua, ik wou dat ik de hele stad met me mee terug naar huis kon nemen. Zelfs de regen maakt me geen bal uit, het feit dat Nele en ik tig keer zijn uitgegleden in de straten die helemaal niet op regen voorzien zijn, maakt me geen bal uit. WANT IK BEN GELUKKIG.



maandag 18 juni 2012

Hey, there´s a monkey sitting on your head



                                              

Dat moet volgens mij zowat het eerste geweest wat mijn mond uit kwam toen ik mijn gloednieuwe project binnen wandelde. We arriveerden net tijdens de lunch, en het eerste wat ons in het oog sprong, was een meisje dat doodleuk aan tafel zat met een klein aapje boven op haar hoofd. Waw. Ik was er helemaal van onder de indruk, het meisje keek me aan alsof ik gek was dat ik zoiets nog nooit eerder gezien had. Whatever, dit zou een goede week worden. En dat werd het ook - ondanks dat het natuurlijk ook weer op een verkeerde voet begonnen was.

Die maandagmorgen moest ik rond vijf uur - half zes de deur uit, dus kwam ik zondagavond weer op hetzelfde fantastische idee als altijd om mezelf wakker te houden. Wat tot dusver al iedere keer mislukt is, dus ik had moeten weten dat ik in slaap zou vallen. Gelukkig is ook mijn gastmoeder hier nu al op de hoogte van mijn gave om me iedere dag opnieuw te overslapen, dus stond die om kwart voor vijf naast mijn bed te roepen dat ik er uit moest komen. Tegenwoordig neemt ze de moeite al niet meer om op de deur te kloppen, maar schreeuwt ze in mijn oor en schudt me door elkaar - wat ik ook wel nodig heb. Dus ik het bed uit, en naar de bushalte gerend. Waar de eerste bus natuurlijk gewoon voorbij reed omdat er zo veel mensen op zaten - moest ik me niet in Centraal-Amerika begeven zou ik daar gestressd door raken, maar hier nemen we het leven rustig aan. Dus wachtte ik op de volgende bus, waar ik vervolgens natuurlijk in in slaap viel, gelukkig maakte m´n buurman me wakker aan de eindhalte. Taxi in, en vijf minuten voor vertrek kwam ik aan de bus richting Limón aan - snel een ticketje gescoord, en klaar voor vertrek. Daar leerde ik ook al meteen een Frans meisje kennen die op weg was naar hetzelfde project, dus dat was ook al een hele hulp, aangezien zij alles precies wel al helemaal geregeld had, en veel meer op de hoogte was van alles. Helaas kon ik niet naast d´r zitten in de bus - maar werd ik naast een reusachtig dik mens gepropt. Op de invalideplek dan wel, dus ik dacht wat extra plaats te hebben... Nee dus, dat mens haar achterwerk kwam netjes onder de stoelleuning heen om me flink in de zij te duwen. Heerlijk ritje - gelukkig slaap ik overal doorheen.

En zo kwamen we aan in Limón, van waar we de bus richting Moín moesten nemen, maar wel eerst anderhalf uur moesten wachten. En dat wil je niet doen in een stad als Limón. Ik wist nog bijna nergens van, maar Adélie was goed geïnformeerd, en vertelde me dat Limón en Moín werkelijk de gevaarlijkste steden van Costa Rica zijn. Dat begon dus al goed, en de school waarschuwt je ook helemaal nergens voor. Bleek er in de steden een grote gang te zijn, waarvan alle leden tattoo´s in hun gezicht hebben. Waar je absoluut niet naar mag kijken, of dat was het laatste wat je ooit gezien hebt. Ze plaatsen zelfs tranen onder hun ogen - een traan voor iedere keer dat ze iemand vermoorden. Brr. Het is dan ook in Moín dat een paar maanden geleden de vrijwilligers overvallen zijn, geweren op hun gericht kregen, werden vastgebonden, bestolen werden van de schildpaddeneitjes en uren op het strand op hulp lagen te wachten. En dat was dan het project waar ik heen ging, heerlijk.

Maar je merkte al snel dat iedereen op de hoogte was van de gevaren van de stad - een mannetje kwam ons de hele tijd helpen in verband met de busuren zodat we niet te lang alleen zouden moeten staan, en toen we buiten razendsnel omgeven werden door allerlei mannen, doemde ook de politie fijn naast ons op. Dus dat zat wel snor.

Ook in het project werd ons meteen verboden alleen het terrein te verlaten, alleen over straat te lopen, en zeker niet alleen naar het strand aan de andere kant van de straat te gaan. Heb ik dus ook maar fijn niet gedaan. Maar behalve dat, was de eerste indruk fantastisch. Overweldigend, maar heerlijk. Er liepen twee schattige babyaapjes rond (of beter gezegd: brachten hun dag op iemands hoofd door), die zelfs ieniemienie luiertjes droegen. Ik had nog nooit zoiets gezien. Na de lunch kregen we dan ook een rondleiding langs de dieren, die Xavier ons gaf - een Belg, die nu al vijf maanden in dat project doorbrengt. Hij was er zo´n twee maand geweest eind vorig jaar, was dan naar Canada gevlogen, had daar in geen tijd zijn geld er door gejaagd, en is na een maand weer terug gekeerd naar Moín. Dus nu speelt hij de ´baas´ over het project, houdt zich bezig met de rottigste klusjes, in ruil voor kost en inwoning. En geeft onwetende nieuwkomertjes rondleidingen dus. Het project zag er ietwat anders uit dan ik verwacht had, maar dat maakte het zeker niet minder interessant. En ieder dier had z´n eigen verleden - zo had je het oudste babyaapje, Yanik, wiens ouders vermoord waren door een hond. De jongste, Kathrin, hebben Vanessa en haar ouders, die het centrum opgebouwd hebben, gekocht van een paar kinderen die haar op de markt probeerden te verkopen, en toeristen foto´s er mee lieten nemen in ruil voor geld. Dan waren er nog drie slingerapen, waarbij we als meisjes nooit de kooi in mochten. Eentje er van werd namelijk jarenlang door een vrouw mishandeld, dus die bijt nu iedere vrouw die in de buurt komt. Zelfs mannen, om eerlijk te zijn, alleen Gauthier leek er een speciale band mee te hebben - hij was de enige die ze te eten kon geven. Toen hij dan ook weg ging, moet de arme Xavier met reusachtig dikke handschoenen de woede van de apen trotseren. Eentje van de drie bewoog helemaal nooit, zat gewoon op een tak. Die heeft in het verleden bij een drugsdealer gewoond, en heeft, zoals Xavier het zo mooi uitdrukte, ´heel veel cocaïne, andere drugs en alcohol geprobeerd´. Arm beestje, nu is het zo depressief als iets.

Dan had je nog Simone en Wim, waarvan ik de geschiedenis vergeten ben. De papegaaien konden allemaal niet vliegen, maar praatten dan wel weer genoeg om dat goed te maken. Telkens wanneer ik door het park liep hoorde ik ´Venga, venga´ roepen, en ik steeds maar rond me kijken om te zoeken wie me nodig had... Slimme beesten. Verder hebben we nog Bambi, welk dier dat is spreekt voor zich lijkt me. Niemand weet wat er met hem gebeurd is, maar het arme dier heeft een reusachtig litteken over de hele lengte van d´r pootje. Er zijn uilen met evenwichtsproblemen, en dan vooral ook nog een héleboel luiaards. Zelfs in het huis van Vanessa en haar ouders zijn luiaards ondergebracht, alsook een hele kleine lelijke babytoekan, een klein veerloos roze monster met een gigantische snavel. In de vlindertuin worden zeldzame vlinders gehouden, alsook twee schildpadden en een eend, Kwek Kwek, die zijn vleugel verloren heeft, en dan heb je nog Itchy en Neela, waarvan ik geen idee heb wat het zijn. En Carlyn - hetzelfde probleem. Maar Carlyn is momenteel ook spoorloos - Saskia, die eigenlijk helemaal niet met de dieren hoort te werken maar met de schildpadden ´s nachts, nam haar een keertje mee naar de vlindertuin, en toen ze haar terug probeerde te vangen, beet het haar telkens. Dus kwam ze naar ons om hulp in te schakelen, en toen we terug bij de vlindertuin kwamen, was er geen Carlyn meer te bespeuren. Er zat een gat in de omheining, dus we hopen stellig dat ze daar door gevlucht, en niet door de twee uilen opgegeten is. Arme Saskia mocht dit uitleggen aan Vanessa, die gelukkig niet erg boos was. Saskia is voor de rest van de middag ook verdwenen uit schaamte, en Carlyn hebben we nooit meer terug gezien. Naast haar naam op het takenbord stond nu mooi ´WANTED´ geschreven.

´s Nachts werd het park dan ook nog eens geplaagd door luide kikkers, krekels en een heleboel krabben. De eerste nacht betrapten we twee seksende kikkers, ook nog niet vaak gezien. En verder een berg wasberen natuurlijk. Die alles pikten - usb-sticks, eten, camera´s... Er zouden hopen wasberen in het park rondlopen, en hoewel ik iedere nacht op de uitkijk heb gestaan, heb ik er geen een gezien. Arme ik.

Die eerste maandag heeft het de hele dag geregend als een gek, dus even waren we bang dat dit de hele week zo zou blijven. Da´s best balen, als je zo´n groot zwembad voor je ziet, maar het zo hard regent, dat je het gewoon niet op kunt brengen door die nattigheid naar de andere nattigheid te wandelen. Dus waren we gedoemd in de eetzaal te blijven, of nog maar een dutje te doen in de kamer. Die ook ontzettend mooi ingericht was, met een grote geboetseerde boom, met een wasbeer er op. En we kregen klamboes en lakens - had ik dus voor niks een deken van mijn gastfamilie meegepikt. Ook de badkamers zagen er prachtig uit, met schildpadden en vogels als knoppen van de kraan, en een heus watervalletje in plaats van een kraan. En ook de deurklink van de vlindertuin was een grote vlinder, dus er was duidelijk wel werk in het park gestoken.

´s Avonds hielden we het niet maar uit van de verveling, dus hebben we toch de storm maar getrotseerd, en zijn naar de ´bar´ gegaan. We zaten echt in de middle of nowhere - geen winkels, geen mensen, zo goed als geen huizen in de buurt. Maar we hadden een buurman, en die had een lange tafel in z´n tuintje staan, en verkocht ons met alle plezier een paar drankjes ´s avonds.Dus trokken we met de hele buts naar daar - en aangezien we met veel meer vrijwilligers waren dan ik verwacht had, trokken we er nog een lange tafel bij. Er zaten een heleboel Belgen die ik nog van San José kende in het project, een stel Amerikanen die het schildpaddenproject op zich genomen hadden, een paar Duitse meisjes, een aantal Fransen... Er was zelfs een vrouw die haar dochter van vijftien meegenomen had. Iedereen stikjaloers dat ze zo jong deze kans kreeg, en dat kind maar mopperen. Ze heeft iedereen echt hoorndol gemaakt, ze bleef maar klagen. Geen warm water, ´s nachts werken, geen vrienden, geen lekker eten... Iedereen deed z´n best met haar te praten, maar zij sloot zichzelf de hele dag op in d´r kamer, en katte haar moeder af dat het geen naam had. Die zich ook volledig liet doen door het kind, en nu zelfs een pak geld gaat betalen om haar terug naar huis te sturen. Waw. Maar over het algemeen had ik geluk met de vrijwilligers rond me - alleen stonden we op het einde van de week allemaal in een rij om Adélie met veel plezier de nek om te draaien. Op de een of andere manier had die zichzelf vanaf het moment waarop ze het centrum binnen wandelde, tot moeder uitgeroepen. Dus moesten wij de hele week dingen aanhoren als: ´Don´t throw your food away. Don´t smile. Don´t be mad, you have the chance to be here in Costa Rica. Cut the food in little pieces. You´re doing it wrong. Don´t eat, get the monkeys first. Don´t go in the sun with the monkeys. Put on some sunblock. Don´t stand by the street, there´s a car. Don´t, don´t, don´t.´ We werden er allemaal gek van, liepen op onze tenen om haar heen, en zij snapte er helemaal niks van wanneer Pauline en ik iedere keer weer ´Fuck mom!´ riepen en in een deuk lagen. Blij dat ik een bus later genomen had naar de stad, en niet ook nog eens een hele busrit met haar moest doorbrengen als afsluitertje van de week.

Het eten was trouwens ook voortreffelijk - ik verwachtte rijst en bonen bij iedere maaltijd, wat het ook wel was, maar steeds met iets extra´s er bij, dus we hadden niet te klagen. We kregen rijst met een heerlijk sausje, we kregen spaghetti, pannenkoeken als ontbijt, zelfs een avond nacho´s met alles er op en er aan: kaas, gehakt, bonen, tomaten, uit... Heerlijk! Alleen de toast bij het ontbijt was altijd iets te lang geleden getoast...

Om zeven uur ´s avonds, na het eten, werden de taken verdeeld. Vanessa en haar ouders voerden echt niet veel uit in het park - wij beslisten welke taken we op ons namen, wij verzorgden het hele park, zij werden zelfs zo goed als nooit gezien. Wat natuurlijk voor een hele hoop onenigheden zorgde. Dit systeem was vorig jaar blijkbaar ook helemaal anders, maar hoewel het misschien niet helemaal eerlijk verloopt, kan ik er werkelijk niet over klagen. Want zo kreeg ik wel het gevoel dat ik echt deel van het project uitmaakte, dat ik er werkelijk toe deed. En natuurlijk stond ik te springen om als eerste taak op een babyaapje te passen, dus kreeg ik Kathrin toegewezen. Alleen had ik er niet bij nagedacht dat dat natuurlijk ook inhield dat je luiers van apen moet verversen, en da´s toch het leukste nog niet. Zeker niet aangezien die beesten werkelijk vol apenstreken zitten, en telkens beginnen te plassen en kakken wanneer je ze net van hun luier bevrijd hebt. Maar dat neem je er dan maar bij, het was het helemaal waard om ondergepist te worden. Hun kleine smakkende mondjes wanneer je ze hun melkje gaf, het zachte gebijt in je vinger als ze honger kregen, hun verlangende blik naar de worteltjes en sperziebonen... Als ze je lief vonden gaven ze kusjes, een soort likjes in je oog. En ergens was het verschonen ook wel een avontuur - hoe gek is het niet om een gaatje in een luier te moeten knippen voor de staart van het beest? Ik kan niet klagen, zelfs als ze helemaal onder de kak zaten na een nachtje in hun kooi, en je ze moest wassen terwijl ze er alles aan deden je te krabben, te bijten, en krijsten als een varken dat gemarteld wordt, vond ik het nog steeds leuk. Wie kan zeggen dat hij aapjes gewassen heeft met babyshampoo?

Kathrin was trouwens een schatje. Ze zat de hele dag op m´n hoofd - da´s ook hoe je de aapjes doorgeeft, als je ze beu bent, houd je je hoofd tegen dat van iemand anders, en hup, daar gaat het beestje, ze hadden hun eigen apentransport - en was ongelooflijk rustig. We hebben samen in de hangmat gelegen, ik kon m´n boek lezen terwijl zij rustte en met m´n haar speelde, we hebben het park door gewandeld, ik heb ze gevoerd en melk gegeven... Alleen als ik in slaap dreigde te vallen werd het kleine meisje lastig en begon ze over mijn hoofd heen en weer te wandelen, ze had toch wel wat aandacht nodig. En zodra ze begon te stinken, knipte ik een gaatje in een nieuwe luier, en verschoonde het diertje - je wilt echt geen aap met een zware pamper op je hoofd hebben zitten, zeker niet als het gaatje dan uit begint te rekken, en je langzaam iets warms naar beneden voelt komen... Om zes uur aten we, en stopten we de aapjes even in een klein kooitje, van waaruit ze uiteraard de hele buurt bij elkaar krijsten - het waren niet voor niks brulapen. En het mooiste moment is dan natuurlijk wanneer je ze er weer uit mag laten, je hun scherpe nagels en tandjes moet ontwijken wanneer je het deurtje wilt opendoen, en dan door twee aapjes besprongen wordt, die zichzelf ondanks de pampers helemaal ondergekakt hebben door de stress van de kleine kamer.

Vlak voor ze om zeven uur naar bed moesten, verschoonden we ze een laatste keer in het huis van Vanessa, waar de beestjes sliepen. Ik had het idee dat Vanessa´s moeder de vrijwilligers niet zo spectaculair vond - ze  bleef maar Engels tegen me praten, hoewel ik in het Spaans bleef antwoorden, riep op iedereen, had commentaar op alles, en lachte nooit. Maar ook dat verbeterde uiteindelijk - toen ik op een morgen de babyaapjes uit het huis kwam halen, vroeg ze me heel enthousiast of ik de groep apen buiten gezien had. Welke apen - het stikt hier van die beesten. Dus nam ze me mee naar buiten, en bleken er werkelijk een heleboel apen naar het park gekomen te zijn. Ze legde me helemaal uit welke aap het alfamannetje was - wat meteen verduidelijkt werd door een hele hoop gebruld - en zijn vrouwtjes. Er slingerden een aantal white faced monkeys en een grote groep brulapen aan de bomen - de twee alfamannetjes luid naar elkaar brullend. Niet dat aap twee iets tegen een brulaap kon beginnen natuurlijk, maar toch. Simone en Wim zijn allebei white faced cappuchins, dus die zag je verbaasd en helemaal onder de indruk hun kooi uit staren, en de apen nadoen. Toen we Simone later uit haar kooi lieten, kwam een van de groep apen steeds dichter en dichter, om kennis te maken. Echt grappig om het verschil tussen de ´wilde´ apen en de apen van het centrum te zien.  Hetzelfde met Kathrin en Yanik, die immers ook brulaapjes zijn. Kathrin was nog maar vier weken in het centrum, dus herinnerde zich duidelijk nog perfect het gebrul van haar ouders, en keek dan ook met ogen als schoteltjes naar het tafereel voor ons. Yanik daarentegen, drukte zich nog wat dichter tegen Vanessa´s moeder aan, en hoe vaak zij zijn hoofdje ook omdraaide, hij moest niets van die andere grote apen weten. Even leek het op een gevecht uit te draaien toen de twee alfa´s gevaarlijk dicht bij mekaar in de buurt kwamen, maar gelukkig kwam het er niet van. Wel was het een heerlijke ervaring ook deze apen zo dicht langs je te zien schieten, sommige moeders zelfs met een baby´tje op de rug, net zoals Kathrin op mijn nek zat. Jammer dat ze deze onbekende babyaapjes hoogstwaarschijnlijk nooit in de groep zullen kunnen opnemen, Kathrin heeft de hele dag met gespitste oortjes naar het gebrul geluisterd...

Ik vraag me echt af hoe vaak ze dieren vrijlaten. Volgens Xavier kunnen Simone en Wim het aan binnenkort weer vrij te mogen leven, maar hoe lang Vanessa ze nog zal houden is niemand duidelijk. Volgens mij laat ze niet zo veel dieren vrij - sommige beesten zitten d´r echt al jaren. En als je ziet hoe verliefd ze op een groot aantal dieren is, zie ik ze die echt de wildernis niet in sturen. Volgens mij kunnen de meesten dat ook helemaal niet aan - ze krijgen hun eten allemaal netjes voorgeschoteld zonder er moeite voor te moeten doen, zijn mensen in de nabije omgeving gewend, worden vertroeteld, en dragen zelfs pampers... Dat kom je in de woeste jungle ook niet direct tegen. Ik heb maar van één vrijlating gehoord - die van een luiaard, en die is ook niet helemaal goed afgelopen. Op dat moment was hun hond namelijk na drie weken spoorloos te zijn terug komen opdagen, helemaal uitgehongerd. En de lieve dierenvrienden - Vanessa´s vader noemden we op het laatst echt een beul, waar de honden normaal heerlijk vrij rond renden, sloot hij ze telkens in een klein hok op, en ook was hij de enige die zich zo vaak kwaad op ons maakte - besloten hem te straffen door hem geen eten te geven. Heel verstandig om dan op dat moment een luiaard in een boom te zetten en de wijde wereld in te sturen. De arme hond hebben ze vervolgens in de auto gezet, ze zijn drie uur ver gereden, en hebben hem ook in het bos gedumpt. Arm ding.

Woensdags heb ik voor het eerst geholpen het eten voor de dieren klaar te maken. Natuurlijk werd ik meteen aangevallen door Simone toen ik het eten in haar kooi zette, hechtte ze zich vast in m´n haar en weigerde er terug uit te komen. Ze trok met al haar kracht aan de kralen die in mijn haar zaten, en ook haar tanden lieten mijn haar niet meer los. Fijn beest - en dan was het Wim die zogezegd beet. Met Simone hebben we echt de meeste problemen gehad. Toen ik haar en Wim twee dagen samen met Pauline meenam naar de vlindertuin, was ze ook al niet te houden, sprong ze op en af je, pikte m´n camera, probeerde de camera op te eten, stal de melkflesjes van Yanik en Kathrin en vluchtte er bomen mee in, ze beet ons wanneer we haar van ons af trokken, en kon zelfs de deur naar buiten openen, waardoor we nog een hele zoekactie in gang hebben mogen zetten - oftewel Xavier ingeschakeld hebben. Echt, dat beest is een klein duiveltje. En de zogezegd bijtende Wim gedroeg zich als een engeltje. Behalve toen die op m´n laatste dag flink in mijn schouder beet dan, maar dat nemen we er maar bij.

Ook toen ik het eten voor Kwek Kwek neerzette, waarbij ik het brugje af moest klauteren zodat de eend er bij kon, ben ik lekker uitgegleden in de modder en flink op m´n bek gegaan. Maar zo heb ik dan wel weer ontdekt dat er daar twee schildpadden rond wandelen die Kwek Kweks eten opeten, dus zijn we maar begonnen extra eten voor die beestjes neer te zetten. Ook wou ik zonder er bij na te denken de slingerapen hun eten gaan brengen - gelukkig stond Xavier naast me om me te waarschuwen dat dat niet zo´n slim idee was als ik niet door twee apen aangevallen wou worden. Oeps. Maar behalve deze misverstandjes was het best leuk om groenten en fruit te snijden voor de dieren, en een rondje door het park te maken om iedereen van zijn ontbijt of lunch te voorzien, dus heb ik deze taak ook iedere dag met evenveel enthousiasme op me genomen. Dat, babysitten, en de vlindertuin met Wim en Simone - dat waren m´n vaste taken. Liever dat dan de hondendrollen uit de ´eetzaal´ opvegen.

Woensdag was meteen ook de eerste dag dat het niet regende, dus na het ondertussen gebruikelijke dutje in de hangmat, heb ik een flinke duik het water in genomen. Heerlijk. En de rest van de week bleef de regen ook grotendeels weg, dus heb ik een flink groot deel van mijn werktijd in of aan het zwembad doorgebracht, en heb best een aardig kleurtje gekregen. Ook flink verbrand natuurlijk - maar ik heb tenminste in de zon kunnen liggen tijdens het werk! Samen met mijn baby´tjes natuurlijk. Vooral Yanik was gek van de zon, en krulde zich heerlijk op mijn handdoek op. Als hij het te warm had school hij achter mijn rug, in het kleine stukje schaduw, tot hij er weer helemaal tegen kon. En Kathrin, die trok zich zoals altijd nergens iets van aan, en deed een dutje op m´n hoofd. Life couldn´t get any better.

Ook het strand hebben we natuurlijk bezocht. We hadden echt een stukje mooi afgelegen strand voor onze deur, waar zo goed als niemand kwam. En als er al iemand kwam, werd die wel afgeschrikt door de honden die ons overal en altijd volgden. We hebben die woensdag een middagje op het strand doorgebracht, al zwemmend, pratend, spelend met de honden, omver gelopen wordend door de honden, lezend, bier van de buurman drinkend. Die Pita heet - en ik hem vijf hele dagen lang maar Peter noemen...

Tot rond een uur of drie de regen natuurlijk weer bij bakken uit de lucht begon te vallen - tijd om terug te keren, tijd voor het dagelijkse niksen. Al dan niet met een aap rond je nek. Het is echt verbazingwekkend hoe snel je het gewend raakt dat er ergens een aap op je zit of aan je hangt. Op de duur vergeet je zelfs dat je met een aapje op je hoofd rond wandelt, en ik schrik er helemaal niet meer van als er plots een beest op me springt of een aap zijn weg langs mijn been naar boven werkt. En ook waren er natuurlijk de nodige vliegende kevers die van keer tot keer je lichaam als landingsplek gebruiken, bah.

En ook de krabben kwamen weer naar buiten bij dit denderende weer. We vonden een hele grote blauwe krab, maar echt reusachtig, die Gauthier meteen opraapte en bij Cyril de hangmat in gooide. Cyril en de krab allebei even bang, maar in plaats van zijn aanvaller Guathier terug aan te vallen, begon Cyril de krab te schoppen! Arm beestje. En hij heeft hem blijkbaar toch niet zo heel goed afgeschrikt, aangezien we hem de volgende dag weer in de meisjesbadkamer tegenkwamen, bovenop de deur. Vraag me niet hoe een krab bovenop een deur terechtkomt. En hij kwam er ook weer netjes af, want nog een dag later zat hij weer vrolijk in de buurt van het zwembad. En dat was de laatste keer dat we hem zagen. En aangezien we de dag daarop met de taxi een krab over reden hebben, heb ik sterke vermoedens dat we onze grote blauwe vriend zelf vermoord hebben.

Die avond was het de laatste avond van onze Waalse vrienden, dus hielden die een crèpe-avond, wat door Michelle verstaan werd als crab-avond, die dacht dat we onze blauwe krab in de pan gingen gooien. Geen zorgen. De crèpes maken duurde eeuwen, maar het was het waard. We aten ze met banaan, met dulce de leche, met gesmolten chocolade, en met .... NUTELLA! Nog nooit smaakte Nutella zo goed, in geen vijf en een halve maand had ik nog een hapje Nutella binnen gekregen, het smaakte hemels. We aten ieder twee crèpes, toen de Amerikanen hun kamer uit kwamen, en er door onze snoeppartij helemaal niks voor hen meer over was... Niet dat de Walen daar erg mee in zaten, want die moeten echt niks van Gringo´s hebben. Wat de sfeer af en toe wel een beetje om zeep hielp - wanneer ik met de Amerikanen praatte, was ik lucht voor ze, maar wanneer de Amerikaanse groep een weekendje weg was, hoorde ik er weer helemaal bij. Rare Fransen.

Uiteraard trokken we vervolgens naar Pita. Om negen uur, dus we hadden maar een uurtje. Wat natuurlijk niet lukte. Rond een uur of elf spotten we lichtjes op het strand, dus werd Miguel bang dat er mensen op zoek waren naar schildpaddeneitjes, en wou hij een kijkje gaan nemen. Heel goed idee om dat te gaan doen op een plek waar een paar maanden eerder zijn vrienden beroofd waren. Maar bon, Miguel bleef heel lang weg, en we zagen hem ook nergens meer, dus begonnen we ons zorgen te maken. Tot Carlyn, die ook terug naar het centrum was, ons plots opbelde. Bleek de vader van Vanessa hen opgewacht te hebben. En het engste was nog dat de elektriciteit in de hele stad uitgevallen was, dus had hij daar in het pikdonker aan de ingang gestaan, en zijn zaklamp plots aangeknipt, in hun gezicht. Gelukkig vertrokken beiden de volgende dag, of ze zaten in diepe problemen. Die vader is echt de enige die er werkelijk om geeft, voor de rest maakt het zolang we onze taken vervullen niet zo veel uit wat we doen, hij steelt daadwerkelijk alle blikjes bier die hij vindt. Dus werden wij opgebeld dat we snel terug moesten keren. Ja amehoela, die vent stond daar nog steeds. Dus zat er niks anders meer op dan nog langer weg te blijven, tot meneer gaan slapen was. Ondertussen kwamen Carlyn en Miguel zelfs terug naar ons, zo sterk was zijn gezag dus ook weer niet.

De volgende morgen vroeg stapten de Walen de bus op, en waren we dus alweer een stapje dichter bij de volledige uitroeiing, of toch zware uitkamming, van het Frans in Moín.

Ook heb ik die dag mijn naam in mozaïek op de brug richting de vlindertuin mogen schrijven. Het is de bedoeling de hele brug vol te krijgen met namen en nationaliteiten van de vrijwilligers die er komen, en ik moet zeggen dat ze al aardig op weg zijn. Het ziet er ook echt prachtig uit - kleurrijk, met tekeningen... Er is werk van gemaakt! Van Vanessa´s moeder moest ik verplicht iedere tekening bestuderen om dan ook iets heel moois te kunnen maken, die hecht echt veel te veel waarde aan die namen. Dus heb ik mijn handafdruk gezet, mijn naam geschreven, inclusief een net zonnetje als puntje op de i, Holland als nationaliteit gezet om toch op te vallen tussen al die Belgen, een grote blauwe krab getekend als lievelingsdier - eens iets anders dan al die apen! - en het afgemaakt met een heel Costa Ricense ´Que Chiva!´ En ze waren tevreden.

En daarna kregen we het briljante idee een kokosnoot te zoeken - dus trok ik met Adélie en Esther naar het strand. En een van de honden natuurlijk, die blijven immers nooit achter. Aangezien we geen goede kokosnoot vonden op de grond, hebben we met stokken en takken geprobeerd kokosnoten de bomen uit te slaan, wat uiteindelijk echt beter lukte dan verwachtte. De kokosnoot openen daarentegen, dat was een iets groter probleem. We schopten en gooiden en sloegen de noot tegen stenen en bomen, maar tevergeeds. Nadat we er met drie tegelijk aan trokken en ons hele schoppen-, slaan- en trekken-proces uitgevoerd hadden, leek er toch een beetje beweging in te komen, en uiteindelijk kregen we twee kokosnoten open. De eerste rot helaas - we hebben er allemaal van gedronken, en het smaakte vreselijk. De tweede gelukkig een heel stuk beter, dus dronken en aten we onze eigen ´geplukte´ kokosnoot!

Op zaterdag werd er aan Adélie en mij gevraagd of we langer op de babyaapjes konden passen, aangezien ze te gestresst zijn nadat ze een hele middag met Clara en Elisa doorgebracht hebben. Geen probleem, alleen heb ik blijkbaar iets te veel tijd bij die aapjes doorgebracht, en kreeg Yanik het gevoel dat ik zijn moeder was. En beet me toen ik in mijn bikini aan´t water zat keihard in mijn tepel. Ik word wel altijd op fijne plekken gebeten.  Maar goed, we pasten langer op de beestjes - wij dan maar de bus van drie uur nemen in plaats van die om twaalf uur, om eindelijk eens flink ongezond eten te kunnen gaan inkopen in Limón. Clara en Elisa waren die ochtend gegaan, en zijn netjes de hele dag weg gebleven. Da´s gemakkelijk werken zo natuurlijk. Wij dan maar de bus van drie uur nemen, en daarvoor heb ik snel nog het middageten voor de beesten met Xavier klaargemaakt, met Kathrin op m´n hoofd. Je kunt werkelijk alles doen met dat beestje in je haar, ze houdt zich rustig en blijft gewoon kijken naar waar je mee bezig bent, alles vindt ze interessant. Heerlijk.

En zo stonden we om drie uur op de bus te wachten, toen Xavier ons plots kwam vragen wat we aan het doen waren - op zaterdag was er immers pas een bus om vier uur? Wauw, bedankt om ons die info op tijd door te spelen. Bus van vier uur dan maar, snel eindelijk weer eens het internet checken, de supermarkt leeg plunderen (ik heb werkelijk de hele winkel leeg gekocht, ik bleef maar chocola en chips het mandje in gooien, tot zover mijn nette maaltijden op vaste uren), en af te sluiten met een gigantisch, ongelooflijk lekker ijsje. Om daardoor natuurlijk onze bus te missen, en een taxi te moeten betalen. De prijs viel uiteindelijk reuze mee, maar omdat de weg zó slecht was en we zó afgelegen woonden en bovendien over een krab gereden hadden, hebben we hem toch maar een fikse fooi gegeven. En door het ´Suavementeeee´ in de taxi, waren we bij aankomst al helemaal in de partymood, dus besloten we nog een Pita-avondje in te lassen. Maar eerst eten. We kwamen net op tijd voor het avondmaal - wat voor een keer geen bonen bevatte. En dan heb je net zo´n groot ijsje naar binnen gewerkt, we kregen geen hap meer door de keel, en flink op ons donder omdat we zo veel weg gooiden. Jammer dat Tom net een weekend weg was, die zou zo alle restjes naar binnen gespeeld hebben.

En toen - Pita. Zoals de beste avonden altijd beginnen, begon het met ´Gewoon een pintje en dan op tijd naar bed´. Alsof dat gebeurt. Een pintje werd drie flesjes Guarro, een of ander tequilasoortachtig iets, en in geen tijd stond de radio op vol volume, en was iedereen rond de tafel aan het dansen. De gekste drankspelletjes werden uitgedacht, er werd de tafel op geklommen, en Pita deelde salsalessen uit. De schommel werd zo goed als gemolesteerd doordat iedereen er maar af bleef springen, en iedereen werd helemaal gek. Sta ik gewoon te dansen, kijk ik achter me en zijn Adélie en Elisa plots aan het kussen. ´Da´s normaal, als ik drink kus ik altijd met mijn vriendinnen´, zei Adélie, ´wil jij ook?´. Nee bedankt joh! Draai ik me weer om, zijn Elisa en Clara ook bezig! En er zelfs foto´s van aan het nemen, de arme Mark, die net aangekomen was, wist ook niet wat hem overkwam en keek zijn ogen uit. Lang voorbij tien uur keerden we terug naar het park, om te gaan zwemmen. Het is me nog steeds een raadsel waarom niemand zijn bed uit gekomen is om ons tot bedaren te brengen, want we moeten ongelooflijk veel lawaai gemaakt hebben. Daar begonnen Clara en Alladin - zo noem ik hem maar aangezien ik keer op keer zijn naam vergeet, en hij met zijn eeuwige papegaai op zijn schouder me echt aan Alladin doet denken - dan weer met elkaar te foefelen. Terwijl Elisa maar bleef zeggen dat ze me die dag in bikini gezien had en ze gek was van mijn lichaam. Hemeltjelief, iedereen wordt gek na wat drank. Zo ook Pauline, die me netjes optilde en het zwembad in gooide, terwijl ik - natuurlijk, het zal eens niet - mijn camera in mijn handen had. Die er dus de brui aan heeft gegeven. Ik heb hem dagen in de zon laten drogen, maar tevergeefs, dus dat wordt dan de derde camera van deze reis kopen. Het geheugenkaartje werkt gelukkig wel nog, dus ik ben tenminste mijn foto´s niet kwijt!

Maar ook aan het zwemmen kwam een eind, en iedereen vertrok richting bed. Richting inderdaad, want zo veel zijn er het bed niet ingeraakt. Alladin kroop er bij Clara bij, die echter na vijf minuten het bed uit moest rennen om over te geven, haar nieuwe lover haar op de hielen om haar haar vast te houden. Elisa werd in de kamer nog eens door Xavier gemasseerd, terwijl de nerdy Mark er naast lag te zwijgen. En ook Adélie moest overgeven, maar die had het helaas niet op tijd door. Gelukkig had ik haar een plastic zakje toegestoken voor ze haar bed in kroop, en was het niet willekeurig in de kamer, maar toch stonk het flink. Dus ook zij naar de badkamer, en daarna besloot ze heen en weer te wandelen. Zeker een half uur heeft ze lopen ijsberen, terwijl ik dan maar in de hangmat naar haar ben gaan zitten kijken. Zogenaamd om te zien of alles wel in orde was met haar, maar het was eerder omdat ik niet echt in de naar kots ruikende kamer kon slapen. En ook Xavier voegde zich bij me, terwijl Adélie ons de hele tijd probeerde naar bed te sturen, en Clara nog steeds elke tien minuten terug naar buiten kwam gerend voor een zoveelste overgeefbeurt, telkens gevolgd door de gentleman van een Alladin. Toen Adélie uiteindelijk toch in slaap viel, hebben wij geprobeerd in de hangmat te slapen, wat voor geen meter lukte met twee, en zijn we dan maar naar een vrijstaande kamer getrokken, om van de geur verlost te raken. Vlak daarvoor heb ik wel nog eventjes ´Sos una mierda´ op het takenbord geschreven, en het grappigste was wel, dat de volgende ochtend iedereen zich af vroeg of zij dat geschreven hadden. Ik hield netjes mijn mondje dicht.

De volgende morgen stond iedereen op met een kater van hier tot Tokio, er werd niet gegroet, iedereen liep doods voor zich uit te staren, en liep gewoon langs elkaar heen. Een typische morning after dus. Hilarisch wel. De enige die de groep een beetje op kon fleuren was de keukenhulp, de meest homoseksuele persoon die ik ooit gezien heb. En die dag in dag uit met volle borst Miley Cyrus, Katy Perry, Bruno Mars en liedjes als ´I believe I can fly´, staat mee te blèren. Dan verkies ik toch de Spaanse opera van de man die de kooien schoonmaakt, maar goed, het maakt je dag wel een heel stuk mooier natuurlijk.

Mijn laatste dag - dus natuurlijk sloot ik mijn week af met nog een babysitsessie. En natuurlijk hebben de lieve beestjes drie keer over me heen gepiest - iedere keer als ik hen de luier af deed, begonnen ze te plassen. Die avond, toen ik me net helemaal gedoucht had en schone kleren aanhad, sprong een Yanik zonder luier dan ook nog eens op mijn schoot. Ik zag er geen gevaar in, tot ik mijn benen plots wel heel warm voelde worden... Had het lieve beestje mij helemaal onder gekakt. Ik schrok en gilde - moest ik ook nog eens een preek van Magalie aanhoren, die daar trouwens niet eens echt werkt, en al helemaal niets over mij te zeggen heeft omdat zij zich enkel met de schildpadden bezig houdt, over dat ik de aapjes te veel stress bezorg omdat ik zo veel spring en roep. Ja hoor, daarom dat ik ze altijd extra lang bij me moet houden, omdat ik het zo slecht doe. Maar whatever, het was m´n laatste dag, en die verpest niets of niemand. Geen Magalie, geen apenkak.

Ook bracht ik Wim en Simone voor een laatste keer naar de vlindertuin, en had nog steeds hulp van Xavier nodig om ze weer te vangen. En ik heb voor het eerst een luiaard in mijn armen gehouden! Die beesten zijn zwaar joh! En een scherpe nagels dat ze hebben, daar moet je ook echt mee opletten, als die zich aan je vasthechten... Au!

Ook kwam er die zondag een hele lading kuikentjes binnen. Wij allemaal opgetogen: nieuwe diertjes! Maar na een heleboel oe´s en aa´s kregen we het echte nieuws te horen: het uilenvoedsel was gearriveerd. Saddistische ik was de enige die de kuikens vermoord wou zien worden, dus ben ik samen met Xavier de uilen gaan voederen. Eentje er van draagt trouwens zijn naam - alle beesten hier hebben namen van ex-vrijwilligers. Ik vraag me af welk dier straks mijn naam draagt!

Het vermorzelen van de kuikentjes zag er afschuwelijk uit, en je moest de kuikens razendsnel naar binnen gooien of je hand werd mee opgegeten. In geen tijd hadden de uilen, die notabene niet eens konden vliegen, de kuikens te pakken, en beten ze zonder kop of stoot door midden. Het was verbazingwekkend en gruwelijk om te zien hoe lang hun kleine bange hartjes het bleven volhouden. Het halve kuikentje kon al naar binnen gewerkt zijn, en nog zag je het hartje kloppen. En dan zag je die uilen met nog een pootje uit hun bek hangen naar je staren... Brr.

Na het eten gingen we omdat het mijn laatste avond was toch nog een keer naar Pita voor een biertje, maar dit keer is het ook daadwerkelijk bij eentje gebleven. Wel leek hij niet zo heel blij ons terug te zien na wat we de avond er voor hadden aangericht... Maar Pita draaide al snel bij, en nu waren het de honden die helemaal los gingen. Blijkbaar hadden die de avond er voor goed opgelet, want nu volgde Belinda netjes ons voorbeeld, en sprong meteen de tafel op. En ze begonnen de levensgrote plastic krokodil van de buurman op te eten, in geen tijd liep een van de honden met zijn poot in de bek rond. Nu maar hopen dat ze dit niet ook proberen als ze op een dag een echte krokodil tegenkomen.

Terug in het project, wou ik nog een aantal minuutjes lezen voor ik ging slapen. Dus ging ik in de hangmat liggen, en toen ik iets later mijn bed op wou zoeken... zat de deur op slot. Hartelijk bedankt, vrienden. Dus heb ik een nachtje buiten in de hangmat geslapen, onder een heel fel licht. Gelukkig moeten muggen niets van me weten. Maar honden helaas wel, en ik ben die nacht zo´n vijf keer door een van de honden aangevallen en gewekt. Heerlijk nachtje, ik voelde me volkomen uitgerust daarna. Daarom besloot ik dan ook maar de bus van twaalf uur te nemen in plaats van die van negen uur ´s ochtends, en heb ik nog een laatste ochtendje volleyballend in het zwembad doorgebracht. En dan was het tijd om afscheid te nemen. Ik ben uit beleefdheid toch maar afscheid gaan nemen van Vanessa´s moeder, die voor het eerst Spaans met me sprak, me knuffelde en een dikke kus gaf. Raar mens. Vanessa was net terug van San José, waar ze heen moest voor haar scheiding, dus ook van haar kon ik nog snel afscheid nemen. Over haar scheiding ben ik trouwens ook veel te weten gekomen door de komst van Mark, die hier vorig jaar ook zes weken doorgebracht heeft. Bleken én Vanessa, én haar man voortdurend seks te hebben met vrijwilligers. Vorig jaar heeft Vanessa zelfs een groot orgie in haar huis gehouden - vijf meisjes, twee jongens, allemaal vrijwilligers. Ik vraag me echt af hoe je het in je hoofd haalt elkaar te gaan zitten bedriegen terwijl iedereen op eenzelfde terrein woont, hoe houd je dat in hemelsnaam verborgen? Duidelijk niet dus. Raar project, overal kom je hier dezelfde verhalen tegen. Ook lag er de hele week een gebruikte condoom onder een hangmat, en iedereen maar flink ontkennen.

Ik nam afscheid van de andere vrijwilligers, van snorremans, de zongebruinde latino met zijn prachtige felblauwe ogen waar iedereen gek op was, van het mannetje dat me maar bleef wijzen waar zijn kamer zich bevond zodat ik eens op bezoek kon komen, en die me dan ook heftig probeerde te overtuigen van te blijven. Ik nam afscheid van het schattige homootje, van Alladin, van het keukenpersoneel, van iedereen. Maar vooral van Simone, Wim, en van mijn lieve kleine Kathrin en Yanik. Die mij een laatste likje in mijn oog gaven - hun manier van kusjes geven. Ze grijpen met hun handje je neus of wang vast, en likken je dan in je oog. Gekke beestjes - ik kon ze nooit een kusje geven zonder een likje terug te krijgen. En als allerlaatste nam ik afscheid van van Belinda, die met me mee huppelde naar de bushalte, en netjes bij me bleef wachten tot ik opgestapt was, waar ik wel blij mee was in een buurt als dat.

Helaas kwam ze niet met me mee tot in Limón, waar ik wel in mijn eentje op de bus richting San José moest wachten, en net als toen we richting project gingen een weer eerder, een hele groep mannen op me afgevlogen kwam. Altijd fijn. En mijn bus stond er nota bene toen ik aankwam, alleen hadden de ticketverkopers besloten een lunchpauze in te lassen, dus kon ik op geen enkele manier nog aan een ticket geraken, en zag de bus zo aan mijn neus voor bij gaan. Dank je.

En dat was dan het einde van een van de mooiste weken die ik hier beleefd heb, ik kan nog altijd niet geloven dat ik dit aan mijn neus voorbij had willen laten gaan!