maandag 27 februari 2012

OH OH GUATE

Ik ben naar Guatemala City geweest! En ik heb het overleefd! En niets is gestolen en ik ben nergens aangeraakt en er is niet op mij geschoten! WOEHOEW! Dit eventjes terzijde, nu zal ik weer beginnen waar ik vorige week geëindigd ben.

Mijn camera was dus gestolen. Mijn lieve gastvader stelde voor mee te gaan om een nieuwe te gaan kopen - hij zou waarschijnlijk wel een beter prijsje kunnen regelen. Dus met de man op sleeptouw de stad in getrokken, in iedere winkel de prijs van de camera`s gaan vragen, en in iedere winkel schreef hij gewoon de prijs op. En het aantal megapixels. Geen naam van de winkel, geen merk van de camera, niks. Dus daar stond ik dan op het einde van de zoektocht met een papiertje met een tiental aantallen op gekrabbeld. Goed bedoeld, maar niet zo´n grote hulp helaas. Daarna heeft hij mij wel op een ijsje getrakteerd, dus de uitstap bleek toch nog ietwat geslaagd. En ondertussen ben ik zelf een camera gaan kopen, dus alles is weer perfect in orde nu, met mijn zotte onderhandel-skills heb ik er zelfs een geheugenkaartje bij weten te regelen.

Iets later nodigde zijn kleinzoon mij uit om met hem en zijn vrienden een uitstapje te doen. Ik had moeten weten dat hij mij weer naar de rimboe zou ontvoeren - want waar ik nu weer terecht ben gekomen, nogmaals allesbehalve een aanrader. Na een lange enge autorit - vijf minuutjes buiten Antigua zei hij, heel wat meer dus! - kwamen we bij een of ander vaag basketbalpleintje. Geen huizen in de buurt, geen mensen in de buurt. Enkel een groepje guur uitziende bier drinkende venten. Fijne buurt! ´Are you afraid that you´re gonna get raped?´ vroeg Diego. Nee hoor, hoe kom je daar nu bij! Dus liepen we het pleintje op, waar een twintigtal jongens rondhingen. In de hoek zaten zijn vrienden, die vol verbijstering naar mij staarden. Volgens mij was daar nog nooit een toerist geweest, want niemand kon zijn ogen van mij afhouden. Zitten we daar op ons gemak, trekt Diego me weer plots weg, net als toen op mijn eerste afterparty, en sist weer dat het tijd is om te vertrekken. ´Jij verstaat het niet, maar iedereen hier praat over jou, en ik besef me net dat het hier helemaal niet veilig is en de kans er inderdaad wel in zit dat je verkracht zult worden, en wij zijn ferm in de minderheid dus maken totaal geen kans´. Neem me dan niet mee hier naar toe, sul! Dus trokken we naar een ander plekje, een pleintje aan een grote kerk waar net een of andere grote happening plaats vond, en het dus vol stond met mensen. Beginnen die toffe jongens toch wel niet met stokken met vuur te goochelen! Speciale hobby hebben broertjelief en zijn vrienden, maar ze konden het wel goed en ´t was leuk om te zien. Duidelijk, want de hele massa staarde prompt naar ons in plaats van naar de kerk, kinderen kwamen hun vingers door het vuur steken, wij waren plots het middelpunt van de belangstelling. En weer werd er volop over mij gefluisterd en naar mij gewezen, ik heb hier echt alle achterbuurten ondertussen wel al gezien, voortaan blijf ik veilig tussen de toeristen. Behalve zaterdag dus, toen ik het gevaarlijke Guatemala City ben gaan verkennen! Maar goed, ook dit avontuur heb ik overleefd, of ik even wou proberen met vuur goochelen, vroegen ze, gelukkig heb ik dat maar niet gedaan, want aan hun benen en armen te zien, waren ook zij niet altijd even goed.

Dit was donderdag - dus daarna was het zoals elke week El Muro - night. Ook daar zijn weer de nodige avontuurtjes beleefd door iedereen, en tegen een afterparty zei natuurlijk ook niemand nee. De beste ontdekking van deze avond was wel het eettentje. Net voor de mercado staat een wit busje, dat als enige ´restaurant´ in heel Antiga mag open blijven tot na 1 uur. Heel de nacht dus. Tot 6 uur ´s ochtends kun je hier eten krijgen: tortilla´s, hamburgers, kip, groenten... Wat je maar wilt. Hemel op aarde dus, voor iemand als ik die iedere nacht haast sterft van de honger. Dus na de afterparty naar daar getrokken om een hamburger te eten, en midden in de nacht zoals steeds veilig afgezet door broermans. Die mij trouwens nog eventjes tot half zeven heeft mogen entertainen, want om acht uur moest ik klaar staan om naar Monterrico beach te vertrekken.

Dat vertrek ging ook weer helemaal de mist in. Ik stond netjes buiten om vijf voor acht, maar de bus bleek al om half acht bij Karlijn te zijn, in plaats van de afgesproken acht uur. Dus zij was voor geen meter klaar, vergat in alle haast haar gsm, en kon mij dus niet bereiken om te vragen hoe mijn straat heet. Dus de chauffeur omdraaien, de hele bus woest op ons beiden, en de hele weg werden we bij ieder lachje of woord kwaad aangekeken. Houd dat maar eens drie uur vol!

In Monterrico aangekomen, troffen we de rest van de groep, die via een andere organisatie geboekt hadden. Echt de hele school was mee, met achtentwintig man lagen we daar op het strand. En natuurlijk - hoe kon het ook anders - waren ook de Guatemalteekse jongens ons achterna gereisd. Wat moesten ze anders - wat valt er in de bars te beleven als alle toeristen er op uit getrokken zijn? Niks toch? Dus zaten die daar ook vrolijk, in een poging ons hier, op het strand, onder de zon, misschien wel te kunnen versieren. Geen kans toe, want de eerste avond bleven we lekker op het strand hangen, en speelden rare spelletjes met rare vragen over welk keukenobject jij het liefst zou willen zijn. Linda kwam naar ons met de woorden ´Ik heb een zakje weed gekocht en het is nogal raar´, dus dat wilden we natuurlijk wel eens bekijken. Lopen we naar haar toe, haalt ze zo´n gigantische zak weed boven, dat kun je je niet voorstellen. ´Ik vroeg gewoon voor twintig euro´, zei ze kleintjes. En daar zat ze dan met haar grote zak. Of we wilden helpen? Nou, succes er mee, ik ben lekker op tijd mijn bedje ingedoken.

De tweede morgen hadden we ons namelijk ingeschreven voor de boottocht. Nu ja, ´morgen´, om vijf uur ´s morgens moesten we het bootje op. Wij waren helemaal in de veronderstelling dat we schildpadden gingen bekijken, maar dat was dus totaal de bedoeling niet. We zagen wat vage planten en wat vissers, een vogel waarvan ik de naam niet meer weet, en een zonsopgang. Zonsop- en -ondergangen zie ik hier alleszins genoeg! Maar dat blijft wel mooi. En we voeren door allerlei lange hangende planten, wat toch ook wel de moeite was, het was pikdonker en je voelde enkel lange slierten je gezicht in zwiepen, best een eng idee. Maar goed, om 7 uur waren we weer terug, zonder enige turtle gezien te hebben. Was uiteindelijk toch liever in bed blijven liggen.



Maar goed, nu konden we wel lekker vroeg het strand op, dus besloten een ijsje te kopen als ontbijt en in de zon te gaan liggen. En een duik in de zee te nemen, wat allesbehalve een goed idee bleek. De zee is gestoord. Echt gek. Echt ongelooflijk. Ik heb nog nooit en nergens zo´n zee meegemaakt. Mensen sterven er in, de golven sleuren je alle kanten op, je komt er uit met zand langs alle kanten, je voeten eerst boven water, je hoofd als laatste. Volledig je oriëntatie kwijt, geen idee of je nog leeft of niet. Eerst leek het allemaal wel grappig, maar na een paar keer bidden of je alsjeblieft nog boven mag komen, is de pret er wel een beetje af. Gelukkig hadden we wel een meisje mee die de verantwoordelijkheid op haar nam om iedereen te tellen en te kijken of we telkens wel allemaal weer boven kwamen. Hierna ben ik toch maar voor frisse duikjes in het zwembad gegaan, en heb ik de zee gelaten voor wat het was.



Na een shoptochtje, waarbij we volgens mij enkel achtergebleven kleren van toeristen gekocht hebben, aan de prijzen en kledij te zien, en een laatste paar uurtjes aan het zwembad, en een lunch die net als het ontbijt uit een ijsje bestond, was het tijd voor de beachparties. Nieuwe camera op zak, gsm, geld, en wegwezen. Eerst iets gaan drinken in een cafeetje, waar we de eerste drie van ons groepje kwijtspeelden. Achteraf bleek een er van met de barman de koffer in te zijn gedoken, dezelfde die de week er voor tegen de auto bezig was waarin ik huiswerk zat te maken. In de volgende bar raakten we de volgende kwijt, helaas wel diegene die het tasje met al onze spullen droeg, vandaar geen enkele foto van de feestjes daar. Die trouwens echt wel leuk waren. Een jongetje van zestien heeft de hele avond met mij gedanst, mij alle vormen van Latin dancing aangeleerd, en iedere jongen die mij aanraakte of ten dans vroeg een flinke mep verkocht. Maar verder was het wel een schattig knulletje, en dansen kon hij als de beste. Breakdance, hiphop, moderne dans, salsa... Niets was hem te veel. Iets later zijn we toch maar onze gsm´s gaan ophalen bij het meisje dat gelukkig nog net niet naar de jongeman zijn slaapkamer vertrokken was. De jongeman waarvan ze trouwens wist dat hij twee vriendinnetjes in België had, de ene komt hem deze week hier opzoeken, de ander gaat hij dit jaar opzoeken om met haar te trouwen, en voor haar vader te gaan werken. Iedereen heeft een verhaal hier, dat houd je niet voor mogelijk.

Maar goed, we kregen onze gsm´s terug, en het feestje ging verder. Op een bepaald moment zie ik een zwembad achter de danszaal, dus ging eventjes een kijkje nemen. Geen goed plan dus. In no time had een of andere Guatemalteek mij al de lucht in getild en het water in gesmeten. Daar zie je je geld dan vrolijk rond je drijven, en denk je vol spijt aan je gsm die je net was gaan ophalen. Die werkt natuurlijk niet meer, na een nieuwe camera dus ook een nieuwe gsm mogen gaan kopen. ´Typisch dat jou zoiets moet overkomen´, zei een meisje, waarna zij mij er vrolijk nog een keer in duwt. Ik heb hier echt net zo´n leuke vrienden als in België.

Na de feestjes zijn we nog wat op het strand en in de hangmat gaan hangen, waarna weer een meisje met een Guatemalteek verdween. Een van de Guatemalteken die ons vanuit Antigua gevolgd was, dus de reis was voor hem wel de moeite blijkbaar. Zijn vrienden hadden ook al beet, dus ze weten goed hoe ze het moeten aanpakken hier!

De dag er na nog eens de winkels ingedoken, evenals het zwembad. Op de terugweg zaten we gelukkig met andere mensen in de bus, dus geen kwade blikken meer. Ook de chauffeur was een ander. Helaas hadden we wel minder geluk met het busje zelf - die startte namelijk niet. Bij iedere stop, waarna we natuurlijk weer moesten vertrekken, moest iemand de bus vooruit duwen tot de motor begon te werken. Echt een leuk ritje dus, je maakt hier altijd wel wat mee!

Op maandag ben ik dan maar snel een nieuwe gsm gaan kopen, gelukkig werkte de simkaart nog zodat ik wel bereikbaar bleef voor alle hotties aan wie ik net dat weekend mijn nummer had uitgedeeld. Mopje, maar toch best handig. Dezelfde dag heb ik ook maar een salsales genomen, die zestienjarige jongen heeft me kunnen overtuigen. Zo wou ik ook dansen. Nou, ik heb er nu twee gehad, en morgen mijn derde les, en ik denk dat ik het daar bij laat. Het lijkt allemaal heel leuk en aardig, en als ik alleen dans lukt het perfect, maar zodra ik ´geleid´ moet worden, ga ik helemaal de mist in. Zaterdag heb ik dan ook maar met mijn voeten van de grond gedanst, ik was zo slecht dat Orlando me maar gewoon beetnam en wat de rondte in zwierde als was ik een klein kind. Een heel stuk beter.

Op dinsdag heb ik een studiemiddagje ingelast, wat echt noodzakelijk was met mijn kennis van het Spaans. Samen met Nadieh op het dakterras in de zon gaan zitten, cocktailtje en nacho´s besteld, en studeren maar. Er niet aan denkend dat je hier nergens kunt zitten zonder dat er iemand tegen je aan begint te leuteren. Dit keer was het een Zuid-Afrikaan, trots dat hij met ons in het Nederlands kon praten, en dus allesbehalve van plan zijn mond een paar minuten te houden. Dus gaven we hem onze nacho´s maar - als je eet gaat praten namelijk een stuk moeilijker. Maar ook dit weerhield hem er niet van grapjes te blijven maken, en van studeren kwam dus ondanks onze goede intenties weer niet veel in huis.


Die dinsdag was het ook carnaval hier. Dat scheen een soort grote happening te zijn hier, dus dat moesten we ook wel eens gaan bekijken. Na onze lange middag vol studeren, zijn we naar Parque Central gegaan, maar het bleek veel kleinschaliger gevierd te worden dan we dachten. Ik heb geen kostuums gezien, en de grote confettioorlog bleek er of al op te zitten, of geen plaats te hebben gevonden. Er liepen enkel nog een paar kleine kinderen met pica pica´s rond, eieren gevuld met confetti, die die naar ons hoofd probeerden te gooien. En enkele meisjes met een zilveren smurrie waar die je dan weer mee in probeerden te smeren, en de nodige hoeveelheid bloem was natuurlijk ook aanwezig. Het was veel minder speciaal dan ik verwacht had, maar dat is waarschijnlijk ook omdat carnaval meer het weekend er voor gevierd werd, en toen zat ik in Semuc Champey. Maar het was leuk om met de kinderen te spelen, die er natuurlijk geen genoeg van kregen er net de hoogblonde modepopjes uit te pikken, die daarna hoog krijsend naar hun haar grepen en de kinderen woest aankeken. Heerlijk.


Die woensdag daarop werd ik plotseling toegevoegd door het vriendinnetje van Diego. Honderden vragen werden op me afgevuurd, en de conclusie was dat ik niet meer met hem mag omgaan, want blijkbaar zijn er nog vrienden van haar hier en zoeken die er iets achter als ze ons samen zien. Hoe had ik ook kunnen denken dat ik van de drama bespaard zou blijven, we leven hier écht in een Gossip Girl serie. Da´s niet normaal, iedereen zit op de een of andere manier in een raar verhaal verwikkeld. Je hebt José, die een vriendinnetje heeft in Duitsland, maar hier iedere dag een ander heeft, en als uitleg maar zegt dat hij hier in zijn eigen land is, dus als een koning moet leven, dat meisjes zoals vliegtuigen komen en gaan (dit zegt hij inclusief gore handbeweging naar voor en achter) en dat het aan hem is ze een leuke tijd te geven. Ik heb een hekel aan hem. Echt een hekel - hij is grof, onvriendelijk, luidruchtig, onbeleefd, heeft ongelooflijk veel aandacht nodig, is allesbehalve aantrekkelijk, en toch valt iedere stomme toerist als een blok voor hem. ´Hé puta, kom op mijn schoot zitten´ en ja hoor, iedereen gaat er op in. Waaronder een vriendin, die er nu van overtuigd is dat hij iets serieus met haar wilt opbouwen, terwijl hij er alles aan doet haar weg te duwen en haar zo ver mogelijk uit haar buurt wilt. Meisjes zijn er niet om te hergebruiken. Wel sneu voor d´r, maar wat verwacht je dan hier? Morgen komt het vriendinnetje, of ja een van de vriendinnetjes, van Mariano aan, benieuwd wat dat gaat opleveren - vuur tussen haar en zijn andere meisje hier! Hij vroeg die trouwens wel doodleuk of ze zin had om twee weekjes te wachten, tot Astrid weer naar huis vertrokken was, om dan zijn vriendinnetje nummer drie te willen zijn hier. Hoe haal je het in je hoofd om zoiets te vragen, en hoe komen ze er in hemelsnaam zo gemakkelijk mee weg? En zo zijn er hier duizend verhalen - meisjes die serieus nadenken om hun vriendje in hun thuisland te dumpen voor een of andere vage Latino, meisjes die tot over hun oren verliefd worden en zeker zijn dat hij ´anders´ is, iedere jongen die zogezegd een taal studeert, heeft die taal geleerd doordat zijn vriendinnetje voor hem een reis naar Europa betaald heeft. Een andere jongen blijkt plots drie kinderen te hebben - de eerste kreeg hij toen hij zestien was, en die is nu acht. Ook heeft hij een soort van vrouw, maar zogezegd leven ze in een ´open relatie´. Hij ontkent alles stellig, maar je ziet hem slikken als we er over beginnen. Ook zijn vrienden ontkennen het niet, dus da´s wel een toffe vader die zijn eigen kids verzwijgt. Maar ook dat zal wel normaal zijn hier. Ondertussen heeft iedereen hier al een netjes overzichtje geschetst thuis rond alle relaties en avontuurtjes hier - de zus van Dennis was hier tien jaar geleden ook, en ook toen was alles exact hetzelfde. Andere toeristen lijken dan weer minder verwikkeld in alle verhalen - die kennen zelfs geen echte Guatemalteken. Het is echt onze school waar de locals naartoe getrokken worden, enkel de toeristen van APPE raken in deze wilde avonturen verzeild. En ik kan niet zeggen dat ik dat jammer vind, ik zou niet weten waar we anders iedere middag in onze pauze rijdens onze katers over zouden moeten praten - we hebben onszelf zelfs al ´OH OH GUATE´ genoemd, wat er hier allemaal gebeurd is in geen opzicht te vergelijken met Cherso!

Die woensdagavond was het afscheidsfeestje van Nele. Ik was doodmoe, was al twee weken zonder uitzondering iedere avond uitgeweest, maar het is ook zo verdomd moeilijk om hier een avondje thuis te blijven! Iedere avond is het wel iemands laatste avond, en dan kun je hier niet maken om gewoon niet te komen. Dus ging ik ook nu maar, ik kan niet zeggen dat het met tegenzin was, maar  ik had wel moeite wakker te kunnen blijven. Met een man of vijfentwintig zaten we op haar dakterras, dronken met haar gastouders, en gingen daarna ook uit met haar gastvader. Iedere toerist mag daar binnen komen, enkel geen Guatemalteken, omdat er ooit eens een meisje een Guatemalteek meegenomen had, die leider van een bende bleek te zijn. Dat wil je inderdaad niet aan je ontbijttafel hebben nee!

Die donderdag heb ik dus maar een sïesta gehouden, ik had zo drie dagen aan een stuk kunnen slapen, maar helaas - het was donderdag, en dus moest ik wel naar El Muro. Die avondjes zijn echt de besten; een klein cafeetje, bekende gezichten, je kunt met iedereen een babbeltje slaan, ongeremd drankjes achterover kappen, van dichtbij de nieuwe ontwikkelingen in onze gossip serie zien. Deze donderdag likte er zelfs een of andere kerel aan iemands bilnaad! Na El Muro, hoewel ik eigenlijk echt van plan was vroeg te gaan slapen, toch nog naar de afterparty gegaan - voornamelijk omdat we een vriendin kwijt waren die zomaar achterop een motor gesprongen was. Maar goed, we hebben haar terug gevonden op de afterparty, en alles was in orde. Na de after heb ik dan de Duitser naar huis moeten wandelen, die was zo ongelooflijk dronken, dat het er niet naar uit zag dat hij nog in staat was mij naar huis te brengen. Dus wandelde ik met hem mee - onderweg nog op de vlucht moeten slaan voor de politie, omdat meneer het in zijn hoofd kreeg dat hij bankautomaten haatte en het nodig was er op te plassen, maar dan mocht ik daarna wel in mijn eentje naar huis lopen. Maar goed, rond een uur of vijf-zes waren er al genoeg mensen die naar hun werk of naar school vertrokken op straat, dus alles was wel in orde. Als ik om een of andere reden nog eens alleen naar huis moet, blijf ik dus beter lang uit!

Vrijdagmiddag ben ik de textielfabriek gaan bezoeken. Heel interessant om te zien hoe de typische kledij hier gemaakt wordt, waarvan het gemaakt wordt, wat het betekend, wat de verschillen zijn. Ieder volk heeft zijn eigen typische kenmerken aan de kledij. Natuurlijk werd ik er achteraf weer uit gepikt om de kleren eens aan te trekken - kleintje als ik ben, was ik de enige die er in zou passen. En dus heb ik me maar laten aankleden, en eventjes als Maya staan poseren, inclusief doek op het hoofd als bescherming tegen de zon. Gelukkig hoef ik dit niet altijd te dragen, want het is ongelooflijk warm, ongelooflijk zwaar, en ongelooflijk ongemakkelijk, maar voor een paar minuutjes kon ik het wel aan!

Vrijdagavond zouden we een kroegentocht houden, dus trokken we rond 8 uur naar Reileys om Juliana daar te zoeken. Maar geen Juliana te bespeuren, bleek die al om 3 uur begonnen te zijn met haar kroegentocht, tegen achten lag die al lang ergens laveloos te zijn - pas om 4 uur ´s nachts hoorden we eindelijk van haar dat ze oke was. Dus besloten wij met ons drietjes de kroegentocht maar waar te maken, gingen van café No Sé naar Por que No, naar Estudio 35 en vervolgens naar Sin Ventura. Buiten liepen we Mariano en Orlando tegen het lijf, staan we vrolijk met hen te praten, krijgt Karlijn plots een smsje ´Donde estas? Mariano´. Bleek José haar al de hele tijd onder Mariano´s naam berichten te sturen, echt een fijne jongen. Maar goed, hij woont zo ongeveer naast mij, dus ik was al lang blij dat ik iemand had om mee naar huis te lopen. Tot hij mee naar binnen wou natuurlijk. En versiertrucjes dat die jongen heeft, mijn hemel, begint hij mij plots te vertellen hoe lelijk ik wel niet ben. Volgens hem kan ik in België nooit een vriendje krijgen, ga ik nooit trouwen, word ik hier enkel leuk gevonden omdat ik blond ben, dus zou ik er maar beter van profiteren nu ik hier nog ben. En hem mee naar binnen nemen. Ik heb de deur in zijn gezicht gesmeten en ben gaan slapen. De dag er na vertelde hij Karlijn exact hetzelfde, en nadat hij ook nog over seks begon te zeuren heeft ze hem zo´n trap in zijn ballen gegeven, dat hij de toeristen vanaf nu op voorhand mag waarschuwen dat ze geen kids met hem kunnen verwachten.


Die zaterdag ben ik, tegen alle raad in, naar Guatemala City gegaan. De camioneta in, en samen met Benjamin de stad gaan verkennen. Op de camioneta moest ik onmiddelijk denken aan onze chauffeur van Semuc Champey, de stripper. Tijdens het spelletje ´Ik heb nog nooit´, zei die namelijk doodleuk ´I have never peed in a chickenbus´, waarna wij hem natuurlijk aankeken of hij op zijn kop gevallen was. ´What? There´s no bathroom in a chickenbus!´ Mijn hemel, ik zat nu toch ook wel eventjes rond mij te kijken of er geen rare dingen gebeurden hoor. Verder hadden we geen idee van wat we eigenlijk precies wilden gaan doen in de stad, dus gelukkig bleek er een herdenking van de slachtoffers van de genocide aan de hand, en konden we daar naar blijven kijken. Een prachtige tekening nam het hele Parque Central in beslag, er omheen zag je overal foto´s van slachtoffers. Na de herdenking zijn we alle kerken afgegaan, waarbij we natuurlijk plots per ongeluk een bruiloft binnen vielen, en weer netjes naar buiten geëscorteerd moesten. ´Heb jij eigenlijk een camera bij je?´ vroeg Benjamin. Oh ja hoor, hier netjes open en bloot in de zak van mijn trui. Hij keek me aan of ik gek was. De slimme jongen had echt zo´n reizigerszakje om zijn enkel waarin hij zijn camera, geld en gsm bewaarde. Vol overtuiging dat ik mijn camera een tweede keer zou kwijt spelen, zei hij dat ik het zelf dan maar moest weten. Nadat we zo goed als alle kerken bekeken hadden, besloten we naar El Terminal te gaan, de grote markt. We vroegen de weg aan een politieagent, en als antwoord kregen we te horen dat El Terminal niets voor toeristen was, dat daar nooit toeristen komen, dat je je geen gevaarlijkere plek kunt voorstellen in Guatemala, en dat we beter zo snel mogelijk rechtsomkeerd maakten. Wat het natuurlijk alleen nog maar meer interessant maakten, en dus haastten we ons naar de markt. Die was gigantisch. Van gevaren niks gemerkt, Benjamin zijn rugzak stond er na wel plots open, maar er ontbrak niks, en ik heb veel mensen hongerig naar de camera en gsm in de zak van mijn trui zien staren, maar we hebben het netjes overleefd, evenals onze bezittingen. Toeristen waren er inderdaad niet, geen enkele. We werden door de locals aangestaard als liepen we achter tralies in een dierentuin. In de stad zelf hebben we trouwens ook enkel een groepje van drie toeristen gezien, best vreemd, want voor ons gevoel was er geen gevaar te bespeuren. Op de markt hebben we iedere soort van eten dat we niet kenden eens uitgeprobeerd, en we hebben een dakloze blij gemaakt met twee biertjes, waarna die natuurlijk dikke bedankingsknuffels wou, maar dat ging net een stapje te ver. Verder wenste hij ons veel succes met onze verloving en ons huwelijk. Bedankt. Maar de markt vond ik echt fantastisch, dit was het échte Guatemala - geen toeristen, geen westerse kledij, niks. Enkel stinkende vis, schreeuwende verkopers, rare gerechten, grote kramen vol afstandbedieningen. Want dat wordt hier het meest verkocht: afstandsbedieningen. Aanhoudend hoor je wel iemand ´CONTROLLERS´ schreeuwen, geen idee wie er al die afstandsbedieningen koopt, maar het zaakje lijkt wel goed te draaien!



Na de markt liep het al tegen zes uur ´s avonds, en om het lot toch niet nog meer te tarten, besloten we dat het misschien beter was toch al terug te keren. Snel nog even een bezoekje gebracht aan de replica van de Eiffeltoren - heel, héél lang geleden werd Guatemala City namelijk het Parijs van Latijns-Amerika genoemd. Heel lang geleden, nu is daar niet veel meer van te merken. We slenterden langs de straatnuzikanten, langs menselijke standbeelden, breakdancers en goochelaars, en hadden eigenlijk geen flauw idee van waar we de bus op moesten. Na een hoop rondgevraag uiteindelijk de bus gehaald, maar ook wisten we natuurlijk niet waar we moesten overstappen. Dus zou een mevrouw ons wel eventjes helpen, staan we daarna op de tweede bus te wachten, zegt ze dat we de bus waarschijnlijk zullen missen. Niet omdat we te laat zijn, maar omdat we twee toeristen zijn, aan de kant van de straat, die hoogstwaarschijnlijk niet lang meer te leven hebben. Mijn hemel, iedereen is hier zo ongelooflijk bang. Terecht, bleek achteraf, mar wij hadden toen nog geen benul. Dus nodigde de dame ons uit om bij haar te komen slapen, haar huis lag vlak achter ons. Bedankt, maar we moeten echt terug. Dus bleef ze bij ons wachten tot we heelhuids de bus op geklommen waren en uit het zicht verdwenen waren. Goedhartige mensen bestaan dus toch nog, zelfs in Guatemala City!


Die avond was het afscheidsfeestje van de tweeling. Er voor zou ik naar de processie in San Catherina gaan, maar toen ik hoorde dat ze van plan waren te gaan wandelen (een wandeling van 50 minuten!), heb ik toch maar snel afgehaakt. Dus zijn we gewoon naar het afscheid geweest, en later naar de afterparty. En weer had mijn goede vriend Benjamin zich helemaal lazarus gedronken, dus kon ik hem weer naar huis brengen. Dit keer had ik wel wat minder geluk. Er niet aan denkend dat het zondagmorgen was, en er om vijf uur ´s ochtends dus geen mensen naar werk of school vertrekken, maar enkel dronken kerels op straat rondhangen, dacht ik dat ik net als donderdag wel weer oke zou zijn. Dus zet ik hem af aan zijn huis, en begin aan mijn wandeling. Ik kom nog geen vijf meter ver, of heb al een eerste achtervolger. Een zatte, dakloze, wankelende vent. Ik steek over, hij steekt over. Ik stop, hij stopt. Ik ga links, hij gaat links. Gelukkig was Benjamin mij nog aan het nakijken, dus is hij de man eventjes komen vragen wat hij eigenlijk precies wou. Bij mij slapen. Hij had geen huis, ik was zo mooi, dus was hij van plan met mij mee te komen. Na een gesprek van een half uur - moeilijk praten met iemand zonder tanden - kwam er uit dat hij in een camioneta woonde. Daar sliep hij, zo zei hij. En natuurlijk reed op dat moment een bus voorbij, dus zag ik mijn kans schoon, zwaaide naar de chauffeur, en vertelde mijn volger dat zijn huis voor zijn neus stond, en hij beter zou gaan slapen. Dus zat er voor de man niks anders op dan op te stappen, ik allang blij dat ze dat onfrisse figuur op de bus aannamen. Gevaren dus uit de weg geruimd, dacht ik, en nam opnieuw afscheid van Benjamin. En weer kwam ik nog geen vijf meter ver, dit keer rende er een jonge kerel achter me aan, greep mijn arm, en zei dat we een plezierige nacht gingen beleven samen. Nee bedankt, en ik zette het op een rennen. Maar de kerel liet niet los, rende mee, deed me stoppen. Floot op zijn vingers en plots kwamen er zeven jongens van verschillende kanten op mij af. Twee er van hielden me vast, en steeds zeiden ze dat ik geen keus had, en wel met ze mee móest gaan. Ik heb hem nog proberen overtuigen om mijn nummer op te slaan, zodat ik dan morgen een nacht met hem zou beleven maar nu kon gaan slapen, maar helaas waren zijn vrienden slimmer dan hij en vertelden hem dat hij me niet mocht geloven. Dus zat ik in de val. Ik had geen flauw idee van wat ik moest doen, stond daar maar wat, terwijl zij over mijn lot aan het discussiëren waren. En op dat moment kwam Benjamin weer aangehold, mijn redder, die blijkbaar nog altijd zijn huis niet binnen was gegaan. Hij snauwde de kerels af, trok mij los, en rende met mij naar de overkant. Enkel de eerste jongen bleef ons nog volgen, dus die heb ik dan toch maar een vals nummer gegeven, zodat hij me niet meer lastig zou vallen. En nu ben ik omgeslaan. Benjamin heeft me naar huis gewandeld, en nog steeds had ik niet door hoe gevaarlijk het hier nu is. Zelfs de dag er na wandelde ik alleen naar huis, maar toen ik plots niemand meer op straat zag, bekroop de angst me. Ik doe dit nooit meer. Nooit loop ik nog alleen naar huis, ik ben nu van allesdurver in een angsthaas veranderd, maar het kan me echt niet schelen, mij zie je in het donker niet meer alleen op straat. Wel gek - zo loop je de hele dag in Guatemala City en maak je niks mee, kom je terug in Antigua en word je de hele nacht achtervolgd.



Op zondag ben ik naar de processie aan Parque Central gaan kijken. Sta ik gewoon naar de kerk te staren, begint een of andere enge kerel mij plots te schetsen! Hij stond gewoon midden tussen de mensen, net als ik, met een blad en een potlood in zijn handen, en keek heel de tijd naar mij, en terug naar het blad, naar mij, en terug naar het blad. Toen ik na de processie naar huis wou lopen, kwam hij plots naar me toe om te vragen of hij het alsjeblieft mocht afwerken. Daar stond ik dan, in het midden van een kring mensen die keken hoe hij mij tekende. De tekening is mooi, maar lijkt absoluut niet op mij. Nu ja, ik heb hem achteraf wel gekregen, dus ik ben er blij mee!


Maandag op school wisselden we onze avonturen van het weekend uit, en ben ik me toen toch geschrokken. Een paar mensen van school zijn dit weekend naar Tikal gegaan, om daar te geraken moesten ze overstappen in Guatemala City. Zaten ze veilig binnen te kaarten, in zo´n wachtruimte zoals je ook op stations terugvind, met tafels en alles er op en er aan, gaat iedereen plots op hetzelfde moment op de grond liggen. Zij hadden geen flauw idee van wat er gebeurde, maar volgden de rest maar, en vlak er na klonken er zes schoten. Het raam naast het hunne was er aan, allerlei spullen kapot, de politieman die er was om hen veilig te houden, was neergeknald. Op slag dood. Een andere is gekomen om hen te helpen, iedereen was volledig in shock. ´De cliché´s zijn dus toch waar´, zeiden ze mij, ´We waren nog geen half uur in de City en hebben al een schietpartij meegemaakt!´ ´Ik was daar elf uur en heb helemaal niks meegemaakt!´ was mijn antwoord, waarop ze mij allemaal geschokt aankeken. Een hele dag in de stad? Als ik dit vrijdagavond al had gehoord, was ik er ook met minder zin naartoe gegaan denk ik. Maar ´t is wel een spannende gebeurtenis, het enige wat ik hier tot nu toe meegemaakt heb, is de achtervolging van een naakte man. Stond ik netjes aan het einde van mijn straat op de bus te wachten, rent er plots een naakte vent voorbij, bloedend aan buik, rug en hoofd, zijn zaakje vrolijk heen en weer zwierend. En er achteraan liep een politieman, op zijn gemakje, om hem tegen te houden. Vlak voor mijn neus werd de man op de grond gesmeten (moet ongelooflijk veel pijn gedaan hebben) en kwamen er drie andere combi´s aangescheurd. Wel moest de man nog een half uurtje wachten tot iemand kleren voor hem gehaald had, want geen enkele agent wou hem naakt in zijn auto hebben.

Ik spreek jullie volgende week weer, het is alweer donker dus ik ga rennen, vandaag geen redder in de buurt.

Tot snel!

woensdag 15 februari 2012

La vida loca

Goed nieuws: ik heb eindelijk de familiestamboom uitgepuzzeld! Turns out watermelon-boy is Diego. De coke sniffin´ tourist-beater, die ja. En die papzak die iedereen om een of andere vage onbegrijpelijke reden Diego noemde, blijkt Luis te zijn. Die op zijn rijbewijsfotootje echt cute leek, maar die foto is blijkbaar zo´n dertig kilo geleden genomen. Maar dat kunnen we hem echt niet kwalijk nemen als je kijkt naar hoe veel eten hier iedere dag op tafel staat. Maar goed, dinsdag loop ik dus de deur uit, staat in de keuken weer die mysterieuze klinkerjongen. Dit keer heb ik het beter aangepakt en een praatje met hem geslagen, woorden gebruikend die niet enkel uit klinkers bestonden dit keer. En het heeft gewerkt, want wie zat er bij het avondeten plots naast mij? Juist ja. En nu voelde ik mij zeker genoeg om hem aan een ondervraginkje te onderwerpen. Diego is negentien, Luis eenentwintig. Of Diego Dos, zoals ik hem nu noem. Ze wonen samen aan de overkant van de anderhalve meter brede straat, met hun moeder Rosanna - nu snap ik ook waarom die hier elke dag binnenloopt - en hun hondje Marley, dat deze week te loops voor woorden is. Zijn vader woont in Guatemala Ciudad, en heeft hem dus maar een gigantische auto cadeau gedaan om hem af en toe eens te zien. Handig.

Dinsdagavond dus, ik vertrok eindelijk naar mijn allereerste echte ladiesnight. Natuurlijk werd mijn gezeur dat ik onmiddellijk naar Monoloco wou gaan volledig genegeerd, en belandden we eerst in Café No Se, wat ´Ik weet het niet´ betekent. Ik wist het wel, maar dat kon niemand iets schelen. Dus natuurlijk bleven we daar veel te lang plakken, zodat we vijf minuten voor het einde van de ladiesnight in Monoloco aankwamen. Als een razende stormden we naar boven en bestelden drie vijftig cent kostende mojito´s tegelijk. Waarna Diego natuurlijk onder de indruk naar me toe kwam en me mee sleurde naar Sin Ventura, dé disco hier. ´Bailar?´ Oh nee. Het is geweldig hoor - die salsadansende paartjes, maar ik wil er ondertussen echt niet meer tussen staan. Bij mijn eerste salsales heb ik mijn arm bont en blauw geslagen tegen het luik van het raam, half Antigua heeft ondertussen blauwe tenen door mij - hoe graag ik het ook zou willen, salsa is niks voor mij. Maar die lieve jongen keek zo beteuterd, dat ik het hem maar toestond om het mij te leren. Slecht plan. Acht blauwe tenen later (aan zijn voeten weliswaar) zei hij dat het misschien beter was om gewoon iets te gaan drinken. Oeps.

Gelukkig hoorde ik toen dat hij die salsa maar niks vond, en veel liever buiten zou gaan zitten. Moet je mij geen twee keer vragen. Volgende keer neemt hij mij mee naar een van zijn feestjes, want hij blijkt een of andere minimal - dubstep - drum and bass - dj. Me gusta!

Om 1 uur feestje gedaan natuurlijk, maar mijn lieve Guatemalteekse broertje wist wel een afterparty te vinden. Ik in mijn uppie de auto in gesprongen, en toen bedacht ik me plots welke verhalen er over hem ook al weer de ronde gingen. Maar geen zorgen, nog voor zijn voet het gaspedaal raakte heb ik hem even gevraagd of hij van plan was mij te kidnappen en ter verkrachten - en niks aan de hand.

De afterparty bleek in iemands huis in de middle of nowhere te zijn, in een straat die plots over ging in een ravijn. Ik maak hier dingen mee hoor jongens. Opgelucht bij het zien van levende wezens spring ik de auto uit, en op dat moment hoor ik plots heel luid ´Maximon!´ roepen. Nu moet je weten dat de Maximá-fase alweer volledig passé is. Tegenwoordig ben ik Maximon, de beschermheilige van Santiago, bekend bij iedere Guatemalteek. Lieve Karlijn noemt mij één keertje zo - en er is niemand die het nog niet heeft overgenomen. In heel Antigua en omstreken sta ik nu bekend als Maximon, ondertussen stel ik me zelfs zo al voor. Maximon is namelijk de heilige aan wie enkel rum, likeur en sigaretten geofferd wordt, en die altijd afgebeeld wordt met een dikke sigaar in zijn mondhoek. Yep, I can live with that!
Maar goed, verrast kijk ik dus om me heen; zie ik Karlijn op hetzelfde moment uit een auto van drie Guatemalteken stappen. Wij allebei helemaal opgelucht - we dachten allebei dat we de enige stomme toerist waren die zomaar bij een wildvreemde de auto in stapt naar een of andere onbekende afterparty in Verweghistan. Goed, afterparty gezellig en wel, we aren de enige twee toeristen in een huis vol Latinos, kregen gratis vodka, en mijn verantwoordelijke chauffeur dronk niet. Good boy. Dacht ik, tot hij me plots naar de deur sleurde en siste dat ik afscheid van mijn amiga moest gaan nemen. Dan naar buiten geglipt terwijl aan twee kanten aan de deur getrokken wordt, buiten stond een woeste kerel met een bebloed T-shirt, wat een van zijn vrienden bleek. Maar gentleman als hij is, ging hij hem niet helpen, maar bracht mij veilig thuis. Gelukkig maar, Karlijn zat een kwartier later wel midden in een gigantisch gevecht, dat veroorzaakt bleek te zijn door Juliana, een meisje dat of niet, of zat op school komt, en iedere avond met een andere gozer de hort op gaat. Waw, tot zover mijn eerste afterparty. Achteraf nog een sms´je gehad met de woorden ´Hey you, see I didn´t rape you!´ Well, I´m impressed.
Donderdag ben ik naar het gevaarlijke Guatemala Ciudad getrokken, de hoofdstad, met de chickenbus. Dat was al een heel avontuur op zich. Hanne en ik zaten daar als twee blondies op een bus vol Latinos, bij iedere bult in de weg (en geloof mij, dat zijn er veel hier) vloog ik tegen het plafond, even zo veel keer bulderde iedereen van het lachen. Even met schrik mijn tas vastgeklemd toen het licht uitviel, en doodsangsten uitgestaan toen iemand plots de achterdeur opende en langs daar naar buiten sprong (geen idee dat daar een deur was), en de hele bus van mij verwachtte dat ik nu achter de bus zou gaan hangen om de deur dicht te trekken. Mooi niet gelukt dus. Over de smalle voetgangersbrug gerend, mensen ontwijkend, en toen waren we ´veilig´. Want oké, we waren in de gevaarlijkste stad van heel Guatemala, maar wel in het goede gedeelte, het westerse shoppingcenter. Het grootste dat ik ooit gezien heb, we zijn er zelfs in geslaagd om in het center te verdwalen, en moesten telkens weer uitzoeken op welke verdieping we ook al weer zaten. Maar wat een paradijs voor iemand als ik, die meer pyjama´s mee heeft dan de gemiddelde reiziger kleren. Mira Flores, verwacht mij binnenkort maar terug!

Die avond was het El Muro-night. Daar is het elke donderdagavond twee euro vijftig voor een hele avond vodka en rum à volanté. Jip, dit was een echte Maxime-avond uit. Zo eentje waarop ik de hele avond spoorloos ben, om de nek van de hele bar vlieg, van iedere vreemde een slokje drink, met wildvreemden een wc-kotje deel, nooit met een leeg glas gezien wordt, flirt met de barman. Zo´n avond waarop iedereen van alles uitsteekt en ik weer de enige ben die niks in de gaten heeft. Blijkbaar heeft alles en iedereen wat vast en los staat met elkaar gekust - wat wil je met gratis drank? Maar ik heb niks gedaan, I really do behave here. Enkel een klein ruzietje veroorzaakt doordat ik buiten even mijn aandacht over één Diego, en twee een of andere Duitser moest verdelen, en effectief gewoon van de een naar de ander rende en hoopte dat ze niks in de gaten zouden hebben. Duitser kwaad, want Diego had zijn vrienden de tweeling in elkaar geslagen. Diego kwaad, want ik sprak met de vriend van de tweeling die hem zo slecht behandeld had. Erg gezellig!

En voor je het beseft is het ook nu weer één uur. Duitser wou nog gaan wandelen, Diego wou naar de afterparty. Sorry German guy, maar dan verkies ik toch de veilige warme auto boven de enge steegjes van Antigua. Deze afterparty bleek iets geslaagder dan die van twee dagen er voor. Weliswaar waren wij weer het enige groepje toeristen - na wat navraag bleek ook dat geen van de studenten ooit al een afterparty gezien heeft. Guess I pick the right friends here. Die afterparties zijn trouwens echt spannend; de muziek staat zo stil als het maar kan, en om de tien minuten roept er iemand ´Politie!´, en moeten we allemaal zo stil mogelijk blijven staan. Best slim om dan met zes man te schreeuwen dat ik mijn mond moet houden als ik één woord zeg. Wel een paas mensen van een reisbureau leren kennen die me Guatemala willen laten meemaken, en mij de hele tijd aanspreken met ´Belgium´. Maar goed, onze teergeliefde Diego kreeg te weinig aandacht daardoor, en dus was het tijd om terug te keren. Ondertussen was het vier uur ´s nachts, en lag er nog een pak huiswerk op mij te wachten. Maar no worries, broertjelief zou dat wel eventjes afhandelen. Zitten wij dus op ons gemakje mijn huiswerk te maken in de auto voor de deur, begint de hele wagen plots heen en weer te bewegen: stonden Hanne en haar lover José lekker tegen de kofferbak bezig! Ik sta hier echt nog steeds iedere dag versteld.

Even later lig ik lekker in bed, gaat mijn kamerdeur plots open! En ja hoor, daar stond Diego, die kwam zijn nachtkus opeisen. Sorry jongeman, maar ik ken te veel verhalen over jou - de lieve jongen slaapt met iedere student die hier in huis komt, hij heeft een gemakkelijk leventje, hoeft zelfs het huis niet uit om wijven te versieren. En ondertussen heeft hij een ´relatie´ met een Waalse, arm kind. Maar verder is ´t wel een toffe peet, en zolang hij ´s avonds mijn kamer niet meer zo zelfzeker binnen komt gewandeld, mag hij mij blijven meenemen naar zijn feestjes en chillsessies.

En de volgende morgen was hel. Het was overduidelijk dat ik niet meer dan tien minuten geslapen had, dus besloot mijn maestra om maar een potje scrabble te doen. In het Spaans natuurlijk. Gelukkig kan ze niks op mijn geringe woordenschat zeggen, mijn Spaans is beter dan haar Engels. Zo laat ze mij bijvoorbeeld woorden vertalen als ´to funny´, waarmee ze ´to enjoy´ bedoelt. Maar echt kwalijk kun je het haar niet nemen, want zelfs in ons ´officiële´ boek vind je woorden terug als ´to again´.  Taalproblemen zijn er hier dus genoeg, zo zei een meisje ook plots ´My bofriend thinks I´m a slut because I am tired all te time´. That´s nice.

Ik ben nog nooit zo blij geweest dat de les gedaan was, zeker omdat ik wist dat ik de week erna een andere leerkracht zou hebben. Dan leerde ik misschien nog iets. Na een razendsnel middagmaal was het tijd voor Semuc Champey. Acht uur rijden - eindelijk slapen! Maar dan had ik niet op de twee vreselijkste Hollanders ooit gerekend, die onze shuttle ook binnen kwamen. Onbeschoft, luid, misselijkmakend. Ik werd gek van ze - ze scholden iedereen uit, lieten een ober een gloeiende plaat vastpakken met de woorden ´Put this over there, and burn your fingers boy!´ Ben ik blij dat ik half Belg ben. Je hoorde de hele bus opgelucht ademhalen toen zij op de terugweg als eersten afgezet werden.

Ons ´hotel´ bleek ook niet zoals verwacht. Het bleek een klein huisje midden in de jungle, geen levende ziel in de omtrek te bespeuren. De toiletten stonden ver tussen de bomen verscholen, dus dat was ´s ochtends vechten om wie eerst mocht, want niemand durfde dat stuk midden in de nacht te lopen. Maar gelukkig waren er maar vier kamers, dus onze lieve Hollanders werden ergens anders heen gebracht. Vier kamers - een iemand moest alleen slapen dus. Dachten we. Wou Anna zich net op het bed laten ploffen, zien we dat daar al een hoopje mens te slapen ligt, werd ze daar gewoon bij gepropt!

Die nacht hadden we allemaal de wildste nachtmerries, was het niet over Mary de spin - die we maar een lief naampje gegeven hadden in de veronderstelling dat ze dan minder angstaanjagend leek - dan was het wel over de grote vuilniszak in onze kamer, waarin naar ons vermoeden een lijk verstopt zat, of over ontvoering naar Cuba. Na deze nacht vol leuke dromen, mochten we de bergen gaan beklimmen naar de watervallen. Wel werden we eerst vol oranje strepen geschilderd als bescherming voor de muggen. Een soort besjes werden van de bomen getrokken, open geknepen en op ons uitgesmeerd. Nog steeds geen idee of dat nu daadwerkelijk wat uithaalde. We raakten in ieder geval wel boven na een lange trektocht, maar het was het meer dan waard. Prachtig was het, ik dacht dat ik niets mooiers dan Lago de Atitlan hier zou zien, maar dit kwam toch ook aardig in de buurt. Daarna mochten we ze van dichtbij gaan bekijken. Nou ja, ik niet meer, ik was te dicht bij de rand gaan staan en een woeste securityvent heeft me weggesleurd. Waarschuw dan even op voorhand dat er daar al zo veel mensen in gestorven zijn.
In het prachtige heldere water een honderdtal meter verder mochten we wel zwemmen, en konden we zelfs via kleine watervalletjes steeds verder naar beneden afdalen. Ongelooflijk. Enkel die geniepige bijtende visjes hadden voor mij niet gehoeven, maar toch was het de beste zwembeurt van mijn leven. Je kunt je het gevoel niet voorstellen wanneer je via kleine watervalletjes naar beneden glijdt.  
Daarna was het tijd voor ´rappèl´, een soort schommel waar je op moest gaan zitten, en dan van vijftien meter hoog je laten vallen, het water in. Nadat de eerste op haar zij viel, de tweede er uit kwam met een paars en blauwe buik, stond ik te trillen op mijn benen. Maar ik moest het wel doen. Dus kroop ik op de schommel, vloog over het water, liet me zakken bij het woordje ´jump´ en ... durfde niet meer los te laten. Ik heb de hele groep doodsangsten doen uitstaan toen ik terug richting de steiger vloog, recht op de rotsen af. ´Jump!´ bleef die vent roepen, de rest stond als versteend aan de grond genageld. Ik zag de rotsen steeds dichter en dichter op mij afkomen. Misschien toch maar loslaten, dacht ik, en maakte een perfecte landing. Een gigantische kick, niet enkel voor mij maar ook voor alle omstanders.

Hierna werden we de grotten mee in genomen - elk net een kaarsje in de hand liepen we het pikdonker in. Ik heb benen en armen geschaafd, kaarsen in het water laten vallen, de boel bij elkaar gekrijst. Op bepaade stukken moesten we zwemmen, en dan de kaars droog proberen te houden. Op de terugweg moesten we zelfs door een smalle opening onder water kruipen, we moesten omhoog en omlaag klauteren, we hebben gelachen en nog meer afgezien. Vleermuizen vlogen rond onze oren. Onze toffe gids leidde mij zelfs onder een ongelooflijk sterke waterval door, om mij dan een touw toe te werpen en te zeggen dat ik maar terug moest springen, en we die kant helemaal niet op moesten. Thanks dude. 
In de beschrijving stond dat we ook zouden raften, maar dat betekent hier blijkbaar iets anders dan bij ons. We dobberden in zwembandjes de rivier over, trager kon niet, met voeten van wildvreemden onder je oksels. Leuke ervaring.

Natuurlijk vroegen we later aan onze chauffeur of we ergens konden uitgaan. Dit kon niet, maar geen zorgen, hij zou wel een feestje voor ons regelen. En zo stond hij ´s avonds aan ons huisje met drie grote flessen rum en een zak vol eten. Communiceren was moeilijk, dus gingen we al snel over op drankspelletjes. De profiteur wou graag spin the bottle spelen - da´s tof natuurlijk als je als enige jongen in een groep van zeven meiden vertoefd. Spin the bottle met opdrachten dan maar, maar algauw bleek dat hij ons gewoon uit de kleren wou. Bij iedere draai aan de fles moest er iets uit, wij trokken trui en sokken uit, hij zat in no time met enkel nog zijn boxershort aan. Verantwoordelijke driver, om een uur of drie besloten wij te slapen, de dronken jongeheer kon niet meer autorijden. Of we een bed voor hem hadden. Een deken kon hij krijgen, en hij sliep die nacht in zijn auto. Vier uur later moest hij ons terug naar Antigua brengen, de rit van acht uur. Speciaal manneke was dat. Ondertussen was er tijdens onze spelletjes ook een man de hele tijd aan het staren van aan de overkant van de straat. Niemand wist wie hij was of waar hij vandaan kwam, hij wou ook graag wat drinken maar niemand besteedde verder veel aandacht aan hem, dus algauw vertrok hij weer. Om twee uur later terug te komen. Karlijn en ik lagen samen in bed nog wat te praten, toen we plots voetstappen hoorden, en gemorrel aan de deuren. Geen probleem, dachten we, vergetend dat we de deur niet op slot hadden gekregen. En ja hoor, plots gaat onze deur open en staat diezelfde man midden in onze kamer. Wij gillen, niemand dat wakker werd. Of hij hier mocht slapen. Helemaal gek was hij, en weg wou hij niet. Wij waren doodsbang, nergens was een levende ziel te bespeuren. We hebben hem de deur uit moeten duwen, dreigen dat we de politie zouden bellen, totdat hij eindelijk dan toch ging. Daarna lagen we de hele nacht tegen elkaar geklemd in een bed uit schrik. I had quite a weekend! 



Maandag heb ik dan el vulcan de Pacaya beklommen. Te voet. ik zag die paarden en ze zagen er zo oud en verwaarloosd uit, dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om er op te kruipen. Dus wees mij maar dankbaar paarden, ik heb mijn benen opgeofferd voor jullie levens. De klim was verschrikkelijk, ik heb nog nooit in mijn leven zo veel gezweet, en had er na drie meter al spijt van. Maar toen ik eenmaal boven was, viel dat helemaal weg. De stenen waren gloeiend heet, ik brandde mijn voeten, en er was zelfs een klein vuurtje te zien waarop we heerlijk marshmellows hebben geroosterd. Ook de terugtocht was zwaar, het was zo steil dat je meer naar beneden gleed dan wandelde. Onder het motto ´No mas vulcanos, mas cigarros´ sukkelden een verstokte roker en ik samen naar beneden. Maar ik ben blij dat ik het gedaan heb.

Gister was het hier Valentijn, en dat is hier echt iets groots. Auto´s waren beplakt met post-its, overal liepen kleffe koppeltjes, en je kon je kont niet keren zonder tegen een of andere reusachtige ballon te lopen. Jakkes. Gisteravond was het weer ladiesnight, like usual. Als ik er nog wat meer van zou weten zou ik er over schrijven, maar erg veel herinneringen heb ik nu niet aan vannacht. Foto´s had ik wel, maar een of andere leuke Guatemalteek heeft mijn camera uit mijn zak geript, dus ook die zijn verdwenen.  De foto´s van het weekend heb ik gelukkig nog, want slimme ik had er net voor het uitgaan gister een ander geheugenkaartje ingestopt. Morgen ga ik met mijn gastvader op camera-zoektocht.

Nu ga ik rennen voordat ze ook de rest van mijn spullen stelen, en mijn broertje overhalen om mijn huiswerk weer voor mij te maken.


Adios,

Maximon

maandag 6 februari 2012

Maximá

Lieve hemel, ik ben de stomste persoon die hier op Aarde rondloopt. Loop ik al een week te stressen over het feit dat ik nergens geld kan afhalen, besef ik net dat ik iedere keer gewoon op 'OK' duw zonder mijn pincode ingetikt te hebben. Way to go Maxime!
Maar goed, mijn geldproblemen zijn alleszins opgelost, wat wel nodig was na major rip off number two - staan we een half uur te onderhandelen om uiteindelijk 9 euro voor een masker te betalen, lopen we drie meter verder en probeert een man ons precies dezelfde maskers te verkopen voor drie (!!!!) euro per stuk. Nuja, misschien kan het geen kwaad dat we te veel betaald hebben en wordt op deze manier de Maya-vloek die over ons is uitgesproken weer opgeheven. Gister heb ik namelijk de lange weg naar de offerplaats van de Maya's in Chichicastenango beklommen (ja beklommen, ik ben echt sportief hier joh!). Heel vriendelijk en beleefd vroegen we of we foto's mochten nemen - geen probleem. Wij foto's nemen, tot er plots een man vijf quetzales kwam vragen.


Uit beleefdheid duwen we hem toch maar twee quetzales in zijn handen, veel meer hadden we op dat moment ook echt niet op zak. Maar dit was natuurlijk niet naar meneers wensen, dus ging hij naast het altaar staan, water in het rond kieperend, de raarste, beangstigendste zinnen voor zich uit prevelend. Zijn ogen wendde hij niet van ons af, het vingertje van zijn vrije hand wees bezwarend naar ons, naar de hemel. Terug naar ons, en naar het altaar. Brr, zelfs toen we aan de afdaling begonnen, bleven zijn woorden ons achtervolgen, zijn kwade blik priemde zich vast in onze ruggen. Ik hang dat Maya-masker straks veilig naast mijn bed - er kan me hier al genoeg overkomen zonder dat ik daar een Maya-vloek bovenop krijg!



Na het offeren - wat verder echt prachtig om te zien was - trokken we naar de begraafplaats van Chichicastenango, wat net een sprookje leek. Niks sombere graven, niks duistere sfeer, maar kleuren, een waar paradijs! Hele huizen voor de gestorvenen, offerplaatsen - met tal van kippen wachtend op hun noodlot - en graven in alle kleuren van de regenboog. Ongelooflijk.


Ik zie hier echt zo veel moois, dat ik geen idee heb hoe ik jullie daar ook maar een glimp van kan laten opvangen. Het is gewoon niet te beschrijven, het gevoel dat ik hier krijg door gewoon door een straatje te wandelen, dat kun je je niet voorstellen. Alles is zo overweldigend, ik ben hier net een week en heb al zo onvoorstelbaar veel meegemaakt, dat kan ik nooit op de perfecte manier verwoorden, ik kan jullie nooit duidelijk maken hoe groots, hoe geweldig het leven hier is. En het wonderbaarlijkste is dat ik mezelf hier echt gevonden lijk te hebben, hoe cliché dat ook mag klinken. Ik ben hier meer mezelf dan ik ooit ben geweest. Of liever, ik ben hier Maximá, en Maximá is meer ik, dan Maxime ooit was. Ik doe wat ik wil, doe niet wat ik niet wil, leef puurder dan ooit, geniet van alles, ik ben de wereld aan het veroveren. Iedere toerist of bedelaar is mijn vriend, ik boek reizen met mensen die ik net een uur ken, niemand kan mij hier iets maken. Ieder greintje verlegenheid dat ik bezat, is nu verdwenen. Ieder grammetje schaamtegevoel - en zo veel schaamte bezat ik al niet - heeft bij mijn transformatie tot Maximá de benen genomen.

Vrijdagavond stond ik in Panajachal in mijn uppie in een bar te dansen, en dat leek doodnormaal. Diezelfde nacht heb ik mij trouwens verloofd, met best een lekker ding, alleen met twee oorbellen in zijn oren. En dan bedoel ik niet twee subtiele knopjes, nee echt twee lange, veel te vrouwelijke hangers. Weird.
Goed, daarna naar een andere discotheek gegaan, waar een meisje plots besloot dat ik met haar neef naar huis moest gaan. Sorry, maar ik ben pas verloofd.
Buiten stond ik met een of andere hippie te praten, toen die plots een echte Guatemalteekse joint opstak. Jij ook wat? Nee dank je, maar ik kan wel iemand voor je gaan halen! Dus snel Lisa erbij getrokken, een medereizigster die helemaal into reggae is, dus dit leek me wel wat voor haar. En ja hoor, zij helemaal gelukkig, ik held van de avond. Zij loopt hier al een maand zonder iets rond, ik ben hier vier dagen en het wordt me zo aangeboden - guess I attract these kind of things!
Daarna natuurlijk op zoek naar eten. We hadden zo goed als geen geld meer op zak, dus om free food gaan smeken bij een tortillakraampje op straat. Schaamteloze Maximá dook natuurlijk meteen het bord van een onschuldige, onbekende Engelsman in - en vond daar niks abnormaals aan. Nadat ik half zijn bordje verorberd had, heb ik toch maar besloten Maxima wat manieren bij te brengen. Wat zeker nodig bleek na een awkward moment aan de ontbijttafel de volgende morgen, toen de Engelsman in hetzelfde hotel bleek te vertoeven, en hij 's ochtends snel zijn bord afschermde toen ik binnenkwam. Oeps.


Het meer zelf was onbeschrijfelijk. Met een motorbootje voeren we tussen de vulkanen door over het meer, langs de omliggende stadjes. We stopten in San Marcos, San Pedro en San Tiago. Zo dicht bij elkaar, en toch zo anders. Het meer maakte me sprakeloos. Even dacht ik dat iedereen in het bootje met die sprakeloosheid te kampen had, toen we zo stilletjes over het meer dobberde, maar een blik rond me zei genoeg. Acht onfrisse katerende koppetjes staarden stilletjes voor zich uit. Toch heb ik van niets hier meer genoten dan van dit meer, ookal bleek het strand waar we de middag wilden doorbrengen niet meer te zijn dan drie stenen en een aantal bomen, die overgingen in het water. Geen idee waar de vaarman ons wilde laten liggen, ik zag zelfs geen plek om onze voeten te kunnen zetten. Vier verdwaalde toeristen keken ons hoopvol aan, wuifden naar ons bootje, konden niet wachten om daar weg te geraken. Geen zonnig middagje op het strand dus, wel een van de mooiste zonsondergangen ooit gezien.


Dit weekend ben ik ook voor de eerste keer verbrand, en op wat voor manier! Van mijn topje tot mijn nek lopen twee heerlijk verticale witte strepen, volgende keer trek ik een iets minder opvallende bikini aan. Maar goed, dit is wel een teken dat we zon hebben gehad, en daar ben ik al heel blij om. Ook de eerste tropische regenbui heb ik overleefd. Weliswaar op blote voeten, zoals altijd. Ik sta hier bekend als modepopje omdat ik iedere dag met een spiksplinternieuw outfitje kom opdagen, inclusief een ander paar schoenen, en dat terwijl ik voor mijn doen echt ongelooflijk weinig mee heb - minder dan voor een twee weken durende vakantie. En dus lijkt niemand echt hoogte van mij te krijgen, ik lijk de Blondie die met tig koffers sleept om maar netjes voor de dag te kunnen komen, maar tegelijk ben ik het die op blote voeten door de regen danst en wie het geen reet kan schelen om een middagje door de modder te rollen.
Uiteindelijk zijn we toch met zo'n honderd man in een kleine garage bij elkaar moeten kruipen, omdat de regen niet meer te houden werd, het leek wel hagel. Maar ook deze zogezegde hagel was warmer dan mijn douchewater, dus mij hoor je niet klagen, zo nog een koude douche uitbespaard.

Woensdag beklim ik mijn allereerste vulkaan, benieuwd hoe dat afloopt. Dit keer wel met gids - die tocht naar de offerplaats met vier meisjes alleen, bleek achteraf toch minder veilig dan we dachten. Maar ik ben al blij dat ik op dat moment daar was, hoe gevaarlijk ook, en niet hier in de bank in Antigua, waarin toen twee gewonden en een dode gevallen zijn. Een of andere stommerik is met een pistooltje de bank binnengevallen, in het rond beginnen schieten, en uiteindelijk neer geschoten door een security man, die zelf drie keer geraakt was. En met twee doodbloedende mensen, en een gestorvene op de grond, vroeg een toerist nog doodleuk of ze alsjeblieft eerst met zijn papieren konden verder gaan. Zo gezegd, zo gedaan, transactie snel afgewerkt. Mijn hemel, ik zal mensen nooit begrijpen.

Tot de volgende,

Maximá

vrijdag 3 februari 2012

Bad Latinos, hot Latinos

Eindelijk, ein-de-lijk is de eerste angst mij bekropen. Na alle horrorverhalen die hier de ronde gaan, leek ik een van de weinigen die nog steeds geen gevaar zag - typisch iets voor mij natuurlijk, ik zou nog naakt langs een bos staan liften en geloven dat die lugubere trucker mij wel eventjes veilig thuis zal afzetten. Maar het grootste probleem hier is dat alles zo veilig lijkt. LIJKT. LIJKT LIJKT LIJKT LIJKT, en dat moet ik goed in mijn oren knopen. Je voelt je veilig buiten, wordt beladen met 'Hola's' van alle kanten, iedereen lijkt je vriend te zijn. LIJKT! Zodra de schemering valt, staan diezelfde lieve vrienden je met geweren op te wachten. Het is hier doodnormaal om aan elkaar te vragen hoe vaak jij al overvallen bent - dat zegt toch genoeg?

Meestal zijn het brommers, die in een lege straat naast je stoppen, waarna je een pistool tegen je slaap geduwd krijgt, en ze je dwingen al je bezittingen af te geven. 'They even check your bra for money, and that they get to touch your boobs while checking, is of course a nice bonus.' Well great, check me. Ik ben niet bang, neem 's avonds geen tas mee, verstop geld in onderbroek, beha, achterzak, broekspijpen en op m'n buik - er zal heus wel een plekje zijn dat ze vergeten te bekijken, en ik ben toch nog net niet stom genoeg om de held te gaan uithangen. Wat een meisje een paar weken geleden wel gedaan heeft - hoe blond moet je zijn om met een wapen op je voorhoofd nog je rugzak niet af te geven? 'And then her face was full of blood. And that happened here, right in front of your house.' Gezellig! Ik weet nog steeds niet wat ik allemaal wel of niet moet geloven, in eerste instantie nam ik alles maar met een enorme schep zout, een geluk bij een ongeluk dus dat het meisje dat recht tegenover mij woont zelf al een gewapende overval overleefde - ironisch genoeg niet hier in Antigua, maar in het levensbedreigende Antwerpen -, en mij onder haar hoede genomen heeft. Oorspronkelijk wou ze gewoon zelf niet alleen de straat over, maar al snel werd duidelijk dat ze aan mij geen goede hulp had. Langzaam werden we dinsdagavond door drie louche types ingesloten, en ik bleef nog vrolijk verder tateren. Ze heeft me letterlijk met een rotknal naar de overkant van de straat moeten duwen voor ik doorhad dat we zo snel mogelijk mensen moesten opzoeken. En nog steeds geen greintje angst, bij het weglopen zelfs nog even vriendelijk naar de drie venten geglimlacht.

Maar gister ben ik toch eindelijk bang geworden, toen ik in het beginnende duister alleen naar huis liep - weliswaar weer met het gevoel de hele wereld aan te kunnen - en er een brommer net achter mij vertraagde. Net nu alles lekker samen kant en klaar in mijn rugzakje zat: paspoort, euro's, quetzales, boeken, camera. Niet achterom kijken, doorlopen, niet achterom kijken. 'Hola!', hoorde ik terwijl de chauffeur eens vriendelijk lachte in het voorbijgaan. Luck is still on my side!

Verder heb ik het rijbewijs van Luis Dagoberto, mijn oudste broer, in huis terug gevonden. Yip, he's exactly de yummie-latino I expected! Geen idee waar hij zich verstopt heeft enkel; ik vraag mij echt af waar die twee broers en hun moeder wonen. De jongste schijnt hier af en toe te slapen - vorige week heeft hij een buurmeisje nog naar huis gewandeld en is hier naar binnen gegaan, maar waar hij dan wel slaapt, geen flauw idee. Hij is wel al een aantal keer zijn hoofd komen laten zien, die jongste. Had ik liever niet gezien, en dat is niet enkel omdat het een dik klein papzakje is. Diego, mijn teergeliefde jongste broer, blijkt namelijk deel uit te maken van het ergste uitschot der Guatemalteken. Na wat lijntjes coke heeft hij een paar weken geleden een Jamaicaanse tweeling in elkaar geslagen met zijn vriendjes (een verrrrry hot tweeling trouwens!). Nuja, ik bekijk het maar zo: als hij mij overvalt, heb ik tenminste nog de kans mijn spullen in huis weer terug te vinden!

Gisteren heb ik een nieuwe chico ontdekt met de sleutel van dit huis op zak. Wie is iedereen toch? Of liever, wie is HIJ toch? Want jongens, dat was de lekkerste Guatemalteek van heel Antigua, wat zeg ik, van heel Guatemala, daar ben ik zeker van. Als ik hem nog eens zie, vergeet ik per ongeluk mijn kamersleutel in zijn hand.
Onze eerste ontmoeting was er trouwens wel eentje om te filmen. Ik liep net de deur uit, en botste tegen iemand die voor de deur z'n sleutel stond te zoeken en, natuurlijk, een watermeloen aan het eten was. Tof, zo al dat sap over je heen, zeker als je je bedenkt met welk ijskoud water ik dat er weer af moet spoelen. Maar goed, ik bots tegen hem op, kijk omhoog, en zwijmel helemaal weg. 'Hola!', spreekt de engel. 'A e i o u', zeg ik. Vreemde blik. 'Uuuuuhm ... Hola! Hihihi a e uhm just checking my uhm .. klinkers! A e i o u, ok check! Adios!' And off went tomatohead. Ik vrees dat ik mijn versierskills in Gent vergeten ben.

Beetje per beetje ben ik Antigua aan het ontdekken. De markt, de kerken, de winkeltjes. Woensdag de berg naar la cerro de la cruz beklommen, wat adembenemend mooi was. Dat kruis op die berg, uitzicht over heel Antigua, de vulkanen in de verte die door de wolken komen piepen. Prachtig. Ik kan niet wachten om jullie de foto's te laten zien! De tocht naar boven deed me wel enorm denken aan het trappen beklimmen in Praag. Ik zag onmiddellijk de befaamde trap-foto met Sté, Sib en Jen voor me, en was net zo buiten adem als wij toen waren. Ik vraag me af hoe ik die vulkanen ga kunnen beklimmen!

Straks vertrek ik voor drie dagen naar Lago de Atitlan. Iedereen verklaart me gek omdat ik in mijn eerste weekend de stad al uit trek, maar er is hier zo veel te doen, dat ik echt niet weet waar te beginnen, gewoon ogen dicht en prikken maar dus! Heb me wel al beet laten nemen door die travel agencies hier en natuurlijk veel te veel betaald - maar goed, het is nog maar mijn eerste week, ik mag nog fouten maken. En voor een hotel met warm water heb ik momenteel iedere prijs over!

Vandaag is dus ook meteen mijn eerste spijbeldagje. Ik begin me hier echt al thuis te voelen; vandaag spijbelen, woensdag een kwartier te laat naar school gerend met een rugzak vol onafgewerkt huiswerk. They're gonna love me here just as much as everyone on SJC does!

Gelukkig zijn het privelessen (ik kan hier geen streepje op de e zetten, grrr!) en krijg ik dus simpelweg de kans niet om in slaap te vallen - al zit ik natuurlijk wel de hele vier uren lang te geeuwen, bij nader inzien is het misschien toch zo slecht nog niet dat alle clubs hier om 1 uur sluiten. Ben wel nog steeds niet naar Sin Ventura, DE club van Antigua geweest - iedere keer te lang op cafe blijven plakken, of te lang staan kwetteren met mensen op straat. Dinsdag dan maar, dan houdt niets of niemand me nog tegen!

Ik heb wel de manier gevonden om de lessen halfslapend te overleven, terwijl je leerkracht, aka het alziend oog, niks in de gaten heeft. Yolanda blijkt immers een kwebbeltante van jewelste, dus laat ik haar ratelen, terwijl ik naar beneden kijk (of liever: mijn ogen dicht laat vallen en weg zak) en 'me concentreer op haar woorden om alles te kunnen begrijpen'. Dan gooi ik er af en toe nog een 'si' of een ander kernwoord tussen waar ze vervolgens over door gaat kwekken, en zit ik lekker te soezen. Gister heb ik haar zo, zonder overdrijven, tzee en een half uur aan de praat weten te houden. Still got the skills!

Nu moet ik rennen, want moet nog inpakken en geld gaan afhalen en word over een uurtje opgepikt door de shuttlebus richting Lago de Atitlan. Het meer wordt in de reisboeken beschreven als 'too much of a good thing' of 'the most magnificent spectacle we ever saw' - en schijnt het mooiste meer ter wereld te zijn. Ik wou dat ik er al was, al kijk ik nu meer uit naar het warme water in het hotel, dan naar het meer zelf.

Zondag dan naar de markt in Chichicastenango, waar ik op zoek ga naar een warme trui of jas, want momenteel loop ik hier echt te bevriezen. Al is het hier natuurlijk geen -7 graden, have fun Belgium!


Tot volgende week!