Doel bereikt! Ik heb voet gezet in ieder land van Centraal-Amerika, ik kan met een gerust hart naar huis terug keren. Nuja, gerust hart. Een hart dat bonkt en haast ontploft en mijn borst uit lijkt te scheuren omdat ik het weg trek van de stad waar het hoort, maar toch. Laten we het maar bij gerust houden.
Op maandagavond zouden we dus aan onze reis naar Belize beginnen. Die zondag liep ik zoals steeds net buiten wanneer de regen begon te vallen, en die tropische regenbuien zijn echt niet te onderschatten. Dus werd er me aangeboden in een winkeltje voor de regen te schuilen, in plaats daarvan zette ik dapper door, en wandelde helemaal tot aan de Mc Donalds aan de andere kant van de stad om te ontbijten. Of lunchen eerder. Doorweekt tot op het bot bestelde ik mijn hamburgermenu, terwijl ik at heb ik mijn hele reisgids uitgepluisd en vanalles gepland om te doen wanneer mijn moeder en Domi hier zouden aankomen. Ik zou reisleidster spelen, en ik zou het goed doen.
Toen ik net op het punt stond naar buiten te lopen en nogmaals door de regen te ploeteren om een hotel voor ze te regelen, werd ik aangesproken door een of andere man, die beweerde dat hij me kende. Wat hij dus niet deed. Wel een slimme manier om iemand aan te spreken, want daarna ging hij vrolijk verder dat hij me dan wel graag zou willen leren kennen. En of hij me een koffie kon aanbieden, aangezien hij in Belgie en Frankrijk gewoond had, en dus graag met iemand van daar wou praten. Ik zag er verder geen kwaad in, dus liet hem me een koffie kopen. Kreeg ik een prachtig versierde koffie, met de room heel mooi in de vorm van een gezichtje, zoiets heb ik nog nooit gezien. Dus zat ik daar met die vent, die in het begin best mee leek te vallen. We spraken in drie talen door elkaar - Engels, Frans en Spaans, en het lukte best. Tot hij na een uurtje wel wat plakkerig begon te doen. Legt hij zo zijn hand op mijn been, zit de hele tijd in mijn decollete te staren, tot ik uiteindelijk mijn topje maar tot mijn kin omhoog trek, en er dan commentaar op krijg dat ik mooier ben wanneer het meer naar beneden zit. Vieze oude vent. En maar praten en aan mijn been prutsen, ik kreeg er de kriebels van. Drie uur lang heb ik met hem opgescheept gezeten, moet echt leren nee zeggen. Het leek een heel goed plan - de yesman uithangen en alle kansen aangrijpen en overal op ingaan, maar soms kom je toch echt wel in iets minder fijne situaties terecht. Toen Chan me dan ook belde om kwart voor zes, sprong ik bijna een gat in de lucht. Toen ook nog eens bleek dat hij in de supermarkt naast de McDo was, kon ik mijn geluk helemaal niet meer op, en vloog de deur uit. Waar Chan me op stond te wachten, en me ook nog eens een hele preek gaf over dat ik werkelijk moet leren grover te zijn tegen mensen, gewoon meteen te zeggen dat ik echt niet geïnteresseerd ben, en ik nergens op in ga. Misschien zou ik mijn yesman-houding inderdaad beter laten varen.
Daarna ben ik nog snel eventjes naar Nele gegaan, die echte Belgische chocolade voor me mee had gebracht uit Belgie. Heerlijk. Bijna zes maanden zonder echte chocolade, enkel met de vieze, eigen gekweekte choco van hier, die helemaal nergens op lijkt. Ik smulde, volgens Nele zag ik er uit alsof ik een orgasme aan het krijgen was bij mijn eerste hap. Hm.
Terug thuis hebben we een zoveelste film- en wijnavondje ingelast. Chan had namelijk een nieuwe fles gekocht in de supermercado, die hij heel trots naar mij kwam brengen - weer een cadeautje. Hij komt echt steeds met de raarste dingen voor me thuis. Dan heeft hij 'eten' meegenomen - krijg ik een zak vol cornflakes en chips in mijn handen geduwd, ons gebruikelijke diner. Of heeft hij een armbandje voor me, denk ik blij dat hij weer eentje voor me gemaakt heeft, krijg ik een raar bandje waar 'gemaakt in Guate' op staat. Of hij komt dus thuis met een fles wijn. We keken een of andere rare Indische film, half in het Engels, half in het Indisch, die we steeds opnieuw moesten terugspoelen en opnieuw kijken, omdat we allebei telkens zaten te huilen zodra het over het gestorven jongetje ging. Toch nog niet zo slecht dat we beiden hetzelfde meegemaakt hebben, en ergens luchtte het echt wel op. Steengoede film in ieder geval.
Daarna wou hij toch graag echt eten, iets anders dan cornflakes en chips dus. Dus besloten we gratis pizza te gaan halen op zijn werk, wij snel weer uit onze gemakkelijke pyjama en een broek en trui aangehesen, en naar zijn werk gerend. Dat natuurlijk al dicht bleek te zijn. Goede werknemer, die vriend van me. Rici's dan maar. Bleek ook toe. Domino's pizza dan maar. Bleek niet meer te hebben wat we wilden, en wij, als twee arme sukkels, konden niks anders betalen. Dus zijn we naar Burger King gegaan, snel binnen geglipt voor ze de deuren op slot draaiden, en we konden net twee kids menu's bestellen. Welk speeltje we er bij wilden? Geen, dank je. We kregen zelfs een ijsje toe, dat we dus maar snel als voorgerecht opgegeten hebben, om daarna naar huis te trekken met onze twee boxen. Hij helemaal trots - eindelijk hadden we 'fatsoenlijk' avondeten. Ik hou echt van de manier waarop we leven, echt.
Die maandag moest ik dan dus nog steeds een hotel reserveren. Chan zou met me meegaan, maar moest eerst 'eventjes' zijn loon gaan halen. Dus kreeg ik zijn kleren in mijn handen geduwd die ik maar eventjes naar de wasserette moest brengen, daarna zou hij komen. En natuurlijk kom je dan al je vrienden tegen, terwijl je rondwandelt met de zwarte broeken en witte hemden van de jongen in wiens huis je woont. En iedereen maar lachen, 'Lig je al zo onder de sloef dat je zijn was nu al doet?' Jajaja. Dus ik naar de wasserette, bon, naar vijf verschillende wasserettes omdat iedere zaak blijkbaar maandag uitkiest als sluitingsdag. Daarna zou ik wat dollars wisselen tegen colones van Andreas, aangezien hij voor driehonderd dollars aan colones over had, en ik toch terug keer naar Costa Rica. Dus haal ik driehonderd dollar af, wissel alles met hem, en kom dan tot de conclusie dat ik nu geen cent heb om naar Belize te gaan. Dus ik terug naar de bank - werkt mijn kaart natuurlijk niet meer. Belize zonder een cent op zak dan maar. Naar een van de duurdere landen van Centraal-Amerika, slim geregeld Maxime, slim geregeld.
Hotel geboekt in de straat waar ik vroeger met mijn gastfamilie woonde, daarna nog eventjes naar het park gegaan met Antonio, en toen kwam ik tot de ontdekking dat het bijna vijf uur was, en ik nog steeds geen Chan gezien had. Alleen eventjes toen hij me plots passeerde achterop een motor, om zijn check te gaan verzilveren zei hij. Maar als je over de duivel spreekt... op dat moment werd ik gebeld. Dat hij op cafe zat met de mensen van z'n werk. Dank je, Chan. Of ik iets kwam drinken? Ik ben even langs gegaan om gedag te zeggen, dan als een razende mijn spullen ingepakt, en naar Nele gerend. De shuttle kwam om half 7, dus het begon al te schemeren. Ik had echter geluk, en er liep een jongen voor me die helemaal vanaf Chan zijn huis, tot Nele zijn huis liep, dus ik hem maar volgen om toch niet alleen door de duistere straten te moeten lopen met m'n weekendtas. En die jongen maar steeds angstig achterom kijken, en steeds sneller wandelen, evenals ik dus. Ik had me al voorbereid op de airco in de bus, dus liep daar met mijn warmste kleren aan, dus kwam helemaal bezweet bij Nele aan. Oeps.
In de shuttle naar Guatemala City vroegen we de chauffeurs of ze geen zin hadden een feestje met ons te bouwen en wat biertjes voor ons te halen, aangezien we nog twee uur op de bus richting Flores moesten wachten. Maar ze waren verantwoordelijk en wilden niet aangezien ze terug moesten rijden. Vrijdag zouden ze ons trakteren om het goed te maken, dus gaven we ze ons nummer en wachtten braaf op onze bus. Waarin het inderdaad weer om te bevriezen was. Drie truien, dikke skisokken, een vierde trui over me heen getrokken, en ik zat nog steeds te bibberen. We hadden wel geluk met de bus en konden onze stoel ongelooflijk ver naar achter zetten. Behalve ik natuurlijk - ik trek een keer aan de hendel en heb het hele ding geblokkeerd, dus terwijl Nele prinsheerlijk naast me lag te slapen, zat ik me in allerlei pijnlijke bochten te wringen om toch nog een beetje slaap te kunnen krijgen. Arme ik.
In Flores werden we verteld dat we de shuttle naar Belize City gemist hadden. Goed begin. Toch besloten we ons wat beter te informeren, en uiteindelijk bleek dat we onze shuttle gewoon ergens anders hadden. Dus wij een taxi nemen, die ons natuurlijk weer dik in de zak zette en beweerde geen wisselgeld te hebben. Daar sta je dan. Onze shuttle kwam wel vrijwel meteen, dus wij er op, en zo'n drie uur later kwamen we bij de grens aan. Hadden we net een stop gemaakt omdat een man per se fruit wou kopen, vertellen ze ons dat je geen fruit over de grens mee mag nemen. Zeer intelligente chauffeur. Dus werden alle bananen uitgedeeld aan de kindjes aan de grens, die de dag van hun leven hadden. Ook moesten we per se al onze bagage meenemen om te laten controleren, terwijl er helemaal niemand geïnteresseerd was in de inhoud van onze tassen, en we ons dus helemaal voor niks gek sleurden. En toen moesten we wachten. Dezelfde man van het fruit bleek de eerste Roemeen te zijn die Belize in ging, en had om die reden een visa nodig. Wat meer dan een uur duurde. Daar zit je dan, je te pletter te vervelen aan de grens. Zonder een cent op zak, met honger en dorst, en een ongelooflijk volle blaas. Heel gezellige reis.
Nog een aantal uur later kwamen we dan aan in Belize City. Waar iedereen ons in hun boot probeerde te krijgen on ons naar Caye Caulker, het eiland, te brengen. Wij wisten dat er een beetje verder een goedkopere boot te vinden was, dus besloten die te zoeken. Maar eerst naar de bank. Mijn kaart werkte natuurlijk nog steeds niet, dus stopte ik zonder er over na te denken mijn andere bankkaart in de automaat. Waarop er 'Sorry, deze kaart is opgegeven als verloren of gestolen' op het scherm verscheen, en ik dus geen kaart meer terug kreeg. Stomme ik. Ik de bank binnen, moest ik tweehonderd dollar betalen om hem er te laten uithalen. Ja hoor, die kaart is toch geblokkeerd, hou hem maar en veel plezier er mee. En dan maar vakantie houden met het geld van Nele.
Wel wilden we eerst zeker zorgen dat we vervoer terug naar Flores hadden, dus gingen we een busticket kopen. Ik wou met mijn visakaart proberen betalen, je weet immers maar nooit, dus gaf de jongen mijn kaart. Die er mee verdween, iets later terugkwam, en ons twee tickets in de handen gaf. Ik had niks ondertekend, geen code ingetikt of iets, dus snapte er niks van, maar waarom ook niet. We hadden tickets.
Dan richting boot, en richting de eilanden. Het was ongeveer een uurtje varen. Op de eilanden werden we meteen aangesproken door een man die ons wel eventjes zou helpen om een hotel te zoeken. We wisten niet zo goed of we hem wel mochten geloven over het feit dat alle hostels die wij kenden volzet waren, maar achteraf hebben we er hoe dan ook goed aan gedaan de man te volgen, want hij bracht ons naar een geweldig hotel. En nam onze tassen in zijn bakfiets, wat ook best handig was. Alleen liet hij zijn bakfiets wel vrolijk buiten staan toen we kamers gingen bekijken, met de woorden ´Niemand steelt van mijn fiets´. Gelukkig had hij gelijk.
We kozen een prachtig hotel, met gezellig kleurrijke kamertjes, gezellige buren, en een heerlijk restaurant, zo ontdekten we later. We installeerden ons in ons gezellige kamertje, namen een frisse douche na onze zweterige eindeloze rit, deden een tweede poging tot geld afhalen met mijn kaart - wat natuurlijk nog steeds niet lukte - en kozen voor het restaurant met de gratis shots en schommelstoelen. Het eten was voortreffelijk, alleen hadden we op de prijs moeten letten. Met onze slimme koppen rekenden we natuurlijk nog steeds in quetzales, maar die Belizaanse dollars zijn verraderlijk. Bleken we achteraf meer dan vier euro voor een drankje te hebben betaald. Awtch, tot zover het budgetreizen.
Na ons etentje dook Nele meteen haar bed in, maar aangezien ik klaarwakker was na zo ongeveer een hele dag geslapen te hebben in de bus, besloot ik eventjes naar het winkeltje te lopen om iets te drinken te kopen. Op blote voeten, wat doodnormaal was op het eiland. De ´straten´ bestaan daar namelijk uit niets meer dan wit zand. Auto´s rijden er niet, je komt er enkel fietsers en golfkarretjes tegen. Het eiland is zo´n zes kilometer lang, dus alles is perfect te voet te doen. Blootvoets dan, want ´no shoes´ was serieus het motto van de bevolking daar. Dus wandel ik het hotel uit, en word meteen aangesproken door een jongen. Eentje die er best vriendelijk uit zag, en mij wel even zou helpen een drankje uit te zoeken in de winkel dat ik betalen kon met mijn twee dollar vijftig, die ik van een eerdere Belize-reiziger had gekregen bij terugkomst in Antigua. Dus kochten we ananassap, en ik volgde de jongeheer naar het strand om op de pier te gaan zitten. Er zaten nog mensen op het strand, dus dat leek me wel veilig. Al deed de jongen ietwat vreemd, begon hij hele liefdesserades voor me te zingen, beweerde hij een soort van avatar te zijn, die oefende om te kunnen zweven, en haalde hij uiteindelijk zelfs een mes boven. Waar ik toch wel wat van schrok, natuurlijk. Vertelde meneer vrolijk dat hij in een kraakpand woonde, de hele tijd overvallen werd, en er niet van terug schrok iemand de keel open te snijden. Hm. Misschien zat ik hier toch niet zo veilig, zo op het einde van een lange pier, met mijn voeten in het water, waar ik ze snel weer uit moest halen aangezien het daar stikte van de haaien. En dat klopte inderdaad, de volgende morgen zijn we tussen de haaien gaan zwemmen. Maar goed, het mes dus. Toen hij me nogmaals vroeg of ik echt niks met hem wou, met het mes losjes tussen zijn vingers, wist ik toch niet zo goed of ik nu bang moest zijn en weg moest rennen, of rustig kom blijven zitten. Ik bleef zitten, natuurlijk. En toen liet de slimme jongen het mes in het water vallen, dus was er niks meer om bang van te zijn, probleem opgelost. Dus praatten we vrolijk verder tot hij besloot dat hij me wou meenemen naar een bar, waar het ladiesnight was, en ik dus geen geld nodig had. Goed, waarom niet. Ik liep achter hem aan, op zijn slippers, want hij was bang dat ik in glas zou stappen. We liepen langs mijn hotel, en op het moment dat we er passeerden, vloog een man van het personeel plots naar buiten, greep mijn nieuwe vriend bij zijn nekvel, en riep dat hij de politie al gebeld had. Ik snapte er helemaal niks van. Daar stond ik dan, op de jongen zijn slippers, mijn laatste anderhalve dollar had hij in zijn zak. Nuja, zijn zak, hij zou het voor me bewaren in zijn ´klauw´ - een raar plastic ding waarin hij zijn geld en aansteker bewaarde. Dus ik ging niet weg. En daar kwam de politie, het gekste gezicht ooit. Aangezien er hier geen auto´s rijden, kwam er dus geen wagen met luide sirene aangezoefd zoals ik verwachtte, maar kwam er op het gemakje een golfwagentje aangereden, met twee mannen er in die ´politie!´ riepen. Jammer dat ik in deze situatie niet echt in lachen kon uitbarsten. De avatar kwam naar me toe, vroeg zijn slippers terug, gaf mij mijn rijkdom in de handen, en zei heel ironisch dat hij in de bak gestopt zou worden, dus we niet meer naar de bar konden gaan. Dat had ik nog niet begrepen joh. Ik vloog terug naar de kamer, en ging nog eventjes op de stoel voor de deur zitten om na te denken over wat er nu net precies gebeurd was. En daar kwam de man van het personeel al die de jongen tegengehouden had. Of we even een gesprekje konden houden. Tuurlijk. Ik kreeg een hele preek over dat ik niet zomaar met vreemden mee mocht gaan, alsof ik dat nog nooit eerder gehoord had. Dus antwoorde ik heel eerlijk dat hij wel een mes had, maar dat toch al in het water gevallen was, dus er helemaal niks aan de hand was. De man keek me aan alsof ik de domste bimbo was die hij ooit voor zijn ogen had gehad. Sorry bro. Ik vroeg maar eventjes wat er nu eigenlijk precies aan de hand was, kreeg ik te horen dat de jongen een dag eerder was aangekomen op het eiland, zonder kleren, zonder geld, zonder huis. Maar hij woont toch in een kraakpand? Weer een boze blik mijn kant op. Goed, ik zeg niks meer. Aarzelend zei de man dat als ik uit wou, ik best nog weg mocht gaan, maar ik vertelde hem dat ik toch maar wachtte tot de volgende dag, wanneer mijn vriendin mee zou gaan. Hij leek gerustgesteld.
De volgende morgen ontbeten we vroeg in ons hotel, waarna we naar ons mannetje dat ons het hotel gewezen had moesten zoeken. Het adres dat hij ons gegeven had, bleek dat van zijn huis te zijn, dus stootten we op een halfnaakte dikke man in de living. Heel aangenaam. En na nog wat wachten, werden we doorverwezen naar het reisbureau, waar we ook weer moesten wachten, natuurlijk, maar dan begon ons grote avontuur.
We stapten over het witte strand, naar het blauwste zeewater dat ik ooit heb gezien. Je kent vast wel die reclamefoldertjes, die bureau´s die je prachtig turkois water en helderwit zand beloven, en als je er aankomt blijkt het water grijs en het zand meer beigebruin. Wel, hier klopte het volledig. Het water wás turkois. Het turkoiste turkois dat je je maar kunt voorstellen, ongelooflijk. Ik heb nog nooit in mijn hele leven zulk helder blauw water gezien, het was prachtig. En het strand wás helderwit, het zand schitterde in het zonlicht. En zo liepen we de pier over de mooie zee op, richting het speedbootje waarmee we de golven zouden temmen. En toen ontdekte ik Nele´s watervrees. Dat arme kind had er mee ingestemd te gaan snorkelen, terwijl ze allesbehalve van zwemmen houdt, en er zelfs bang van is. Dus trok ze als een razende een reddingsvest aan, kreeg met ietwat moeilijkheden snorkel, bril en flippers op de juiste plaats, en was klaar voor haar eerste keer snorkelen. Maar niet klaar voor de sprong het water in. Angstig stond ze op de rand van de boot te wankelen, smekend of de ´kapitein´ van de boot haar een hand wou geven. Wat de arme man dus ook maar deed, en zo kwam ze uiteindelijk toch het water in. Bij de tweede snorkelbeurt nam ik haar bij de hand, en toen we voor een derde keer moesten springen, dook ze zelf het water in zonder problemen. Over angsten overwinnen gesproken.
Met ons onderwatercameraatje gewapend, volgden we de man door het water. We zagen de prachtigste schelpen, in de mooiste kleuren paars en blauw. We sneden onze benen ontelbare keren aan het scherpe, maar mooie, koraal, en bewonderden alle verschillende soorten vissen. Maar de tweede snorkelbeurt oversteeg alles. Daar kregen we haaien te zien, en pijlstaartroggen. Die we mochten oppakken, knuffelen, strelen, voeren. Zonder problemen, zonder gevaar. Zei men op voorhand. Tot we de beesten al in onze armen hadden, toen werd het plots ´Niet de staart aanraken, als je daarmee gestoken wordt, overleef je het niet.´ Bedankt om dit zo mooi op tijd te zeggen.
De roggen zwommen om ons heen, we stonden er op, we hielden ze vast. Kleine hongerige haaitjes omsingelden ons, met enge scherpe tanden, maar we overleefden ons avontuur. De derde snorkeltocht was de minste, maar daarna kregen we wel heerlijk fruit toegestopt in de boot.
Na het snorkelen, aten we in het hotel - daarna trokken we naar de ´split´, het punt waar het eiland als het ware een soort van in twee gedeeld wordt. Onderweg kwamen we de rare avatar van de avond er voor tegen, die toch niet opgesloten was. Rare jongen, ik heb er toch maar voor bedankt om nog eens met hem uit te gaan. We brachten de middag daar door, aan het mooiste strand ter wereld, in de zon. Ik heb een heerlijke steen in het water ontdekt, die schuin boven de golven uitstak, waardoor je perfect in het water en in de zon kon liggen. In geen tijd viel ik in slaap.
Toen we terug richting hotel wandelden, terwijl iedereen ons een gelukkige 4th of july wenste, de sukkels die ons steeds voor gringas aanzien, werden we door een echte Gringo aangesproken, die ons overtuigde met hem mee te komen om zonsondergang te gaan bekijken. Wij helemaal terug gewandeld, om er dan achter te komen dat er nergens een zonsondergang te zien was. Tweede poging tot terugkeren naar het hotel dan maar. We besloten daar die avond ook weer te eten, het eten was er voortreffelijk. En na het eten vroegen we de man van het hotel waar er die avond iets te beleven was. Niet veel dus, behalve de hele tijd door een aantal rare kerels achtervolgd te worden. En uiteindelijk kwamen we onze nieuwe Amerikaanse vriend tegen, die ons meenam naar de reggaebar.
Waar we eindelijk iemand ontmoette die Spaans sprak, stom Engelstalig land. Helaas bleek die Mexicaan iets minder aangenaam gezelschap dan we dachten, en dronk hij zo mijn hele cocktail op. Bedankt. Gelukkig hadden we een heel schattig homo-obertje die woedend werd, en hem verplichtte mij een nieuw drankje te kopen. De jongeman left the building. Evenals wij, met Tom, onze Amerikaan, die ons mee nam naar zijn Hebreeuwse vrienden. Die ons alleen maar probeerden te versieren, fantastisch.
Waar we eindelijk iemand ontmoette die Spaans sprak, stom Engelstalig land. Helaas bleek die Mexicaan iets minder aangenaam gezelschap dan we dachten, en dronk hij zo mijn hele cocktail op. Bedankt. Gelukkig hadden we een heel schattig homo-obertje die woedend werd, en hem verplichtte mij een nieuw drankje te kopen. De jongeman left the building. Evenals wij, met Tom, onze Amerikaan, die ons mee nam naar zijn Hebreeuwse vrienden. Die ons alleen maar probeerden te versieren, fantastisch.
De volgende morgen namen we om 12 uur ´s middags de boot richting Belize City, om 13 uur zouden we een bus naar Flores hebben. Wat natuurlijk niet klopte. Het busticket dat ons verkocht was, geldde enkel ´s ochtends vroeg - daarbij was het niet eens betaald. Wat wij ook al wisten, maar daar stonden we dan, zonder vervoer. Gelukkig konden we met Nele haar visakaart nog snel een nieuw ticket kopen, en begonnen we aan onze terugreis naar Guatemala, met Tom, die we maar op sleeptouw genomen hadden. Snel genoeg arriveerden we aan de grens, nog sneller staken we hem over, en voor we het wisten zaten we in Flores op onze nachtbus te wachten, samen met een stel rare hippies, en onze nieuwe vriend, waarmee we heerlijk streetfood aten, en waarmee we plots ´Ik heb nog nooit´ zaten te spelen.
Eigenaardig avondje, de raarste dingen werden opgenoemd, en bij verlies werden de gekste opdrachten uitgevoerd. Rare jongen. Die geen woord Spaans sprak, en dus de hele buurt op stelten heeft gezet door in het Spaans, na ons zeuren, een vrouw gevraagd te hebben met hem mee te gaan naar huis die avond. Hij moest het drie keer herhalen, aangezien niemand zijn oren kon geloven, en toen had de hele straat het duidelijk gehoord - en in een land als Guatemala worden vragen als dit niet met vreugde aangehoord.
De vrouw aan wie hij het vroeg, giechelde maar wat voor zich uit, de mannen keken woest op, de andere vrouwen draaiden hun gezicht af. Arme Tom! Die mensen vonden ons maar eigenaardige toeristen, hoe we zaten te gillen en lachen, op stoelen sprongen, over de straat renden, oerkreten uitstootten en apengeluiden nabootsten. Ik zou er ook van opkijken.
Eigenaardig avondje, de raarste dingen werden opgenoemd, en bij verlies werden de gekste opdrachten uitgevoerd. Rare jongen. Die geen woord Spaans sprak, en dus de hele buurt op stelten heeft gezet door in het Spaans, na ons zeuren, een vrouw gevraagd te hebben met hem mee te gaan naar huis die avond. Hij moest het drie keer herhalen, aangezien niemand zijn oren kon geloven, en toen had de hele straat het duidelijk gehoord - en in een land als Guatemala worden vragen als dit niet met vreugde aangehoord.
De vrouw aan wie hij het vroeg, giechelde maar wat voor zich uit, de mannen keken woest op, de andere vrouwen draaiden hun gezicht af. Arme Tom! Die mensen vonden ons maar eigenaardige toeristen, hoe we zaten te gillen en lachen, op stoelen sprongen, over de straat renden, oerkreten uitstootten en apengeluiden nabootsten. Ik zou er ook van opkijken.
De terugrit was iets minder comfortabel dan de heenreis - we hadden dan ook voor een andere bus gekozen. Vrijwillig hadden wij ons opgeofferd voor onze vriend van het reisbureau uit te zoeken wat nu eigenlijk het verschil tussen de twee bussen die hij aanbood was. Hij wist ons namelijk nooit te vertellen welke bus we zouden moeten kiezen, dus zijn wij hem dat nu dus maar gaan vertellen, hij ook weer blij. Kan ik ook nog doen als job - reizen en bussen testen. Niets mis mee toch?
En natuurlijk - daar stond Lester weer. Kwam hij ons ophalen van Guatemala City om ons naar Antigua te brengen, ik had het kunnen weten. Er is geen ontkomen aan die jongen. Maar hij beloofde wel de volgende avond met me mee te gaan om Domi en mama te gaan halen, dus mooi geregeld. En hij zette me onder luid protest van de rest van de toeristen in de shuttle, recht voor mijn huis af, terwijl zij aan het reisbureau gedropt zouden worden. En toen kreeg ik de schrik van mijn leven. ´s Ochtends vroeg, rond een uur of zeven, kwam ik daar aan, loop Chans kamer binnen, schrik op van het draadje aan de deur - meneer was dus duidelijk voor de zoveelste keer zijn sleutels kwijt - en zie een bebloede Chan op bed liggen. Bloed op de grond. Bloed in de badkamer. Bebloede doekjes overal, een kapot badkamerraam, een snurkende vriend met wijdopen mond, die het hele bed in beslag nam. Fantastisch, daar ging mijn dutje dus. Hij had een gapende wond aan zijn linkerwenkbrauw, die toch min of meer verzorgd leek te zijn, en na zijn hartslag toch maar eventjes te controleren, besloot ik maar een koffie te gaan halen om mezelf wakker te houden, hier kon ik nu toch niet bij gaan liggen. In de Casaca ontmoette ik drie Vlaamse jongens, die net de teleurstelling van meisjes in Antigua zaten te bespreken, en verschrikt opkeken toen ik daar vrolijk op reageerde, en mij toen dus maar op koffie trakteerden. Ik heb een paar uur met hen zitten praten, en toen spoorden zij me aan toch maar eens te gaan kijken hoe het met Chan ging, zij hadden er iets minder vertrouwen in dan ik. Ik dus terug naar huis. En deze keer werd hij wél wakker toen ik binnenkwam, woest roepend dat ik niet zomaar binnen mocht komen zonder kloppen. Excuseer? Dacht hij dat het Eliu was, gelukkig maar.
Ik maakte me al de ergste zorgen over zijn hoofd, bleek de sukkel gewoon met zijn dronken kop tegen een balkon te zijn geknald. Slimme jongen, echt waar. Gelukkig had hij er wel aan gedacht naar de brandweer te gaan, die hem eigenlijk wilden hechten, maar er uiteindelijk bij gebrek aan naald en draad, maar een hechtpleistertje op geplakt hebben. Chan schaamde zich dood, en heeft op zijn werk dus maar verteld dat hij bij mij was, en we beiden overvallen zijn door twee mannen op een motor, die hem met een geweer geslagen hebben. Hetzelfde verhaal moest ik die middag bevestigen toen we bij zijn oma gingen lunchen, dat arme mens schrok zich dood. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat hij beter gewoon de waarheid verteld had, maar hij wou niet dat zijn oma wist hoe dronken hij soms over straat loopt. Ook wel te begrijpen.
Maar voor de rest was het een leuk middagje bij zijn oma, die voortreffelijke scampi-pasta voor ons klaargemaakt had, en er vrolijk op los taterde. Afgezien van haar bezorgdheid om Chan dan, waarin ik verplicht was mee te spelen. En die avond was het dan tijd voor onze date met de chauffeurs van de shuttle toen we naar Belize vertrokken. We trokken naar La Terraza, waar ze ons de hele tijd op bier en tequila trakteerden, dus je kunt je wel voorstellen hoe dat afliep. Echt rare mannen wel, eentje er van werd woest toen ik hem vroeg of hij getrouwd was, daar hij een trouwring droeg, en zijn vrienden dat bevestigden. Hij stond plots op, en verdween, en we hebben hem nooit meer terug gezien. Over een mooie echtgenoot gesproken. Niet veel later vertrokken ook de andere twee chauffeurs, twee dikzakken, die ons achteraf iedere dag belden om dit nog eens over te doen, als gekken met ons flirtten, op een manier dat je eigenlijk geen flirten meer kunt noemen, en we steeds maar bleven tegenkomen, hoewel dat het laatste was wat we wilden. Daarna trokken wij dus maar naar de winkel met een paar andere jongens die we daar ontmoetten. En daarna naar Las Palmas, om Ricardo te zien optreden. De volgende dag zijn we daar onze excuses mogen gaan aanbieden, daar Ricardo onder zijn voeten kreeg omdat wij met deuren gesmeten hadden, flesjes hadden laten vallen, onszelf hadden laten vallen, en té veel feesten voor een nette bar als dit. Sorry joh, maar onze excuses werden geaccepteerd, en we werden met vol enthousiasme uitgenodigd de volgende donderdag weer langs te komen. Na onze wilde nacht in Las Palmas, wilden we onze honger stillen met wat chips, waarvoor ze 29 quetzales vroegen. Wij verstonden 20. Dus leidde dit tot een lange onderhandeling, tot wij besloten de chips te pakken, en te rennen. En we renden. Helemaal tot aan het park, een verdwaasde Chan en Ricardo achterlatend, die ons gedrag in het winkeltje mochten uitleggen. Oeps.
En vandaag, zaterdag, is het dan zo ver - mama en Domi komen aan. ´s Avonds pas, dus overdag moest ik van mijn laatste dagje vrijheid genieten. Met mijn allerlaatste centjes - iedereen zei steeds dat ik blij moest zijn, dat mijn geld die avond aan zou komen - trok ik naar de supermarkt om een gigantische zak nacho´s met verschillende sausjes voor ze te kopen, en daarna ging ik EINDEIJK met Chan naar Earthlodge. Eindelijk, inderdaad. Hij beloofde me dit namelijk al sinds mijn eerste keer in Guatemala, en nog steeds was het er niet van gekomen. Samen met Ricardo en Nele, zouden we in Ricardo´s autootje naar boven rijden. Autootje, amehoela. Ik kan dat ding echt geen wagen noemen, ik stond doodsangsten uit. Ricardo noemt het trots zijn ´Hummer´, maar het is een soort raar klein wagentje, met een open achterkant, een soort vaag bankje dat de hele tijd vervaarlijk naar achter leunt voor mij en Chan, die me de hele tijd stevig vast moest houden, omdat ik er zeker van was dat we - zeker bij het steil omhoog rijden - er zo uit zouden flikkeren. Gelukkig overleefden we het, al hield ik ook bij de terugweg nog steeds mijn hart vast.

Helaas moest Chan `s middags terug gaan werken, dus kwam aan ons gezellige middagje in de bergen ook een eind. En moet ik zo naar het vliegveld, over een paar minuten komt een gelukkige Lester mij ophalen, die helemaal in de wolken is omdat hij me weer terug zal zien, en me de hele tijd smst dat hij zo benieuwd is zijn schoonzus en schoonmoeder te ontmoeten. Eigenaardige jongens, die shuttle chauffeurs hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten